Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 november 2021 in de zaak tussen
[verzoeker 1] en [verzoeker 2] , te [woonplaats] , verzoekers
(gemachtigde: N. Priems).
Procesverloop
mr. A.L. Pama.
Rechtbank Noord-Holland
Op 18 november 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak tussen verzoekers, die gebruik maken van een stacaravan op hun perceel, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon. Verweerder had verzoekers gelast het gebruik van de stacaravan te beëindigen en deze te verwijderen, onder oplegging van een dwangsom. Verzoekers maakten bezwaar tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 11 november 2021 zijn verzoekers verschenen, terwijl verweerder vertegenwoordigd was door mr. N. Priems en mr. A.L. Pama.
De voorzieningenrechter overwoog dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding. De rechtbank stelde vast dat de stacaravan zonder de benodigde omgevingsvergunning was geplaatst, wat in strijd is met de geldende beheersverordening. Verzoekers hadden eerder een principeverzoek ingediend voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning, maar verweerder had aangegeven hieraan geen medewerking te verlenen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen zicht op legalisatie was en dat de handhaving door verweerder gerechtvaardigd was.
Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de termijn voor verwijdering van de stacaravan van vier weken voldoende werd geacht. De rechtbank benadrukte dat verzoekers zelf verantwoordelijk waren voor het tijdig organiseren van de verwijdering en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen hoger beroep open tegen deze beslissing.