Op 25 november 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. K. van Driel, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk, vertegenwoordigd door mr. L.M. Offerman. De zaak betreft een verzoek van eiser om vijf bomen als (kap-)vergunningplichtig aan te merken. Dit verzoek werd door verweerder per e-mail op 16 december 2020 afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd bij besluit van 8 april 2021 ongegrond verklaard, waarop eiser beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 25 november 2021 behandeld via een beeldverbinding. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de e-mail van 16 december 2020 moet worden aangemerkt als een schriftelijke weigering om een besluit te nemen, waartegen bezwaar openstaat. De rechtbank achtte het bezwaar van eiser ontvankelijk en oordeelde dat verweerder voldoende had gemotiveerd dat de bomen niet waardevol zijn volgens zijn beleid. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van €181,00 moet vergoeden en verweerder is veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van €1.496,00. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de bevoegdheidsgebreken in de besluitvorming van verweerder met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen worden gepasseerd. Eiser had onvoldoende argumenten aangedragen om te oordelen dat verweerder van zijn beleid had moeten afwijken. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. E. Jochem, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Degen, griffier.