Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
Rechtsmacht
5.De beslissing
8 december 2021. [1]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van de heer [naam 1], die op 11 februari 2013 is overleden. De verzoeker, die als curator was benoemd, verzocht de rechtbank om zijn dochter [naam 8] tot vereffenaar te benoemen op basis van artikel 4:204 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap internationale aspecten kent, aangezien de erflater zijn laatste gewone verblijfplaats in [land] had en niet in Nederland. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het Nederlandse recht niet van toepassing is op de vereffening van de nalatenschap. De rechtbank heeft verder overwogen dat het Haags Erfrechtverdrag 1989 geen antwoord biedt op de vraag welk recht van toepassing is, en dat de vereffening van de nalatenschap dus niet onder Nederlands recht valt. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het verzoek tot benoeming van een vereffenaar afgewezen, omdat de vereffening niet door Nederlands recht wordt beheerst. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. E.J. Bellaart.