ECLI:NL:RBNHO:2021:12337
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verduisterde gelden als belastbare bron van inkomen in belastingzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 november 2021 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij eiser, die door de civiele rechter was veroordeeld tot terugbetaling van verduisterde gelden, in geschil was over de vraag of deze gelden als belastbare bron van inkomen konden worden aangemerkt. Eiser had navorderingsaanslagen ontvangen voor de jaren 2014, 2015 en 2016, waarbij de Belastingdienst stelde dat de door eiser verduisterde gelden als resultaat uit overige werkzaamheden moesten worden aangemerkt. Eiser betwistte dit en stelde dat er geen sprake was van een belastbare bron van inkomen. De rechtbank oordeelde dat de verduisterde gelden wel degelijk een bron van inkomen vormden, omdat eiser door het verduisteren van de gelden had deelgenomen aan het economisch verkeer en er een voordeel was beoogd. De rechtbank concludeerde dat eiser niet de vereiste aangifte had gedaan, wat leidde tot omkering van de bewijslast. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, waardoor de navorderingsaanslagen en de beschikkingen belastingrente in stand bleven. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van belastingplichtigen om hun inkomsten correct aan te geven, ook als er sprake is van een gokverslaving.