In deze zaak heeft eiseres op 22 april 2021 bezwaar gemaakt tegen de door verweerder verleende omgevingsvergunning van 1 april 2021. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder volgens haar niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar. Verweerder heeft op 19 oktober 2021 stukken en een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Awb niet nodig was.
De rechtbank overweegt dat ingevolge artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld wordt. Eiseres heeft op 22 april 2021 haar bezwaarschrift ingediend, en verweerder had uiterlijk op 5 augustus 2021 moeten beslissen. Eiseres heeft verweerder op 15 juli 2021 in gebreke gesteld, maar de rechtbank concludeert dat verweerder op dat moment nog niet in gebreke was. Hierdoor is de ingebrekestelling niet geldig volgens artikel 6:12 van de Awb, wat leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft geen omstandigheden gevonden die zouden leiden tot een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, en is openbaar uitgesproken op 25 november 2021. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.