In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 december 2021, hebben verzoekers, vertegenwoordigd door mr. H. van Drunen, een voorlopige voorziening gevraagd in verband met de openbaarmaking van persoonlijke informatie door de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Het primaire besluit, genomen op 8 september 2021, betrof de openbaarmaking van informatie over het project Bloemendalerpolder te Weesp, waarbij handtekeningen van verzoekers openbaar waren gemaakt. Verzoekers maakten bezwaar tegen dit besluit, omdat de handtekeningen als zeer persoonlijke informatie werden beschouwd.
Naar aanleiding van het bezwaar heeft verweerder op 14 oktober 2021 laten weten dat de handtekeningen inmiddels geanonimiseerd zijn. Verzoekers hebben daarop hun verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, maar vroegen wel om een proceskostenveroordeling. De voorzieningenrechter heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren. Verweerder stelde dat de openbaarmaking van de handtekeningen onbedoeld was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, omdat er geen sprake was van een onrechtmatige daad.
De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat verweerder gedeeltelijk tegemoet is gekomen aan de verzoekers door de handtekeningen te anonimiseren. Dit werd gezien als een positieve stap in de richting van het verzoek om voorlopige voorziening. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekers, vastgesteld op € 748,-, en heeft opgemerkt dat verzoekers zich tot verweerder kunnen wenden voor vergoeding van het griffierecht van € 181,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.