Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zoofy B.V.
1.Het verdere procesverloop
2.De verdere beoordeling
,artikel 6:230v BW en artikelen 3:15d lid 1 en 2 en 6:227b lid 1 BW.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 4 augustus 2021 een tussenvonnis gewezen in een civiele procedure tussen Zoofy B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door NDA Incasso B.V., vorderde betaling van een openstaande factuur van € 281,95, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 6 januari 2021 de eisende partij in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat voldaan was aan de informatieverplichtingen zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, met name artikelen 6:230m en 6:230v.
De eisende partij stelde dat de gedaagde partij zich op eigen initiatief had aangemeld voor kluswerkzaamheden en dat de benodigde informatie over de overeenkomst en de identiteit van de eisende partij beschikbaar was gesteld via de website. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet voldoende had aangetoond dat alle relevante informatie op duidelijke en begrijpelijke wijze was verstrekt aan de gedaagde partij. Dit betreft met name de informatie over het herroepingsrecht en de identiteit van de eisende partij.
De kantonrechter concludeerde dat de eisende partij niet voldeed aan de wettelijke informatieverplichtingen, wat leidde tot de gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst voor 25% van de verschuldigde prijs. De gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van € 251,46, inclusief proceskosten, en de eisende partij werd belast met de kosten voor de extra aktes die nodig waren in deze procedure. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en naleving van informatieverplichtingen in consumentenovereenkomsten.