In deze zaak heeft Stichting Woonopmaat een kort geding aangespannen tegen [gedaagden] met als doel ontruiming van de huurwoning. De aanleiding voor de vordering was een politie-inval op 24 augustus 2021, waarbij aanzienlijke hoeveelheden drugs en vuurwerk in de woning zijn aangetroffen. Woonopmaat hanteert een zero-tolerance beleid en stelt dat de huurovereenkomst met [gedaagde sub 1] is geschonden door de aangetroffen illegale goederen. De kantonrechter heeft de mondelinge behandeling op 20 december 2021 gehouden, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Woonopmaat vordert ontruiming binnen zeven dagen na betekening van het vonnis, met de kosten van de ontruiming voor het geval dit niet vrijwillig gebeurt.
De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig afgewogen. Hoewel de aangetroffen drugs en vuurwerk ernstige feiten zijn, heeft de rechter ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [gedaagden], waaronder hun lange huurperiode, medische problemen en de zorg voor familieleden. De burgemeester had eerder besloten de woning niet te sluiten, wat ook een belangrijke factor was in de afweging. De kantonrechter concludeert dat de tekortkoming van [gedaagde sub 1] niet voldoende is om de ontruiming te rechtvaardigen, en wijst de vordering van Woonopmaat af. De proceskosten worden toegewezen aan [gedaagden].