ECLI:NL:RBNHO:2021:12761

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 december 2021
Publicatiedatum
5 april 2022
Zaaknummer
9286581 CV EXPL 21-4124
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een vordering in een zaak over koop op afstand en kredietovereenkomst met ambtshalve toetsing

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 22 december 2021 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen de besloten vennootschap Arvato Finance B.V., h.o.d.n. Afterpay, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij had een vordering ingesteld met betrekking tot een koop op afstand en een kredietovereenkomst. Bij tussenvonnis van 21 juli 2021 werd de eisende partij in de gelegenheid gesteld om haar vordering nader toe te lichten, wat zij deed met een akte op 18 augustus 2021.

De kantonrechter heeft in het tussenvonnis overwogen dat de eisende partij niet voldoende had aangetoond dat zij voldeed aan de wettelijke informatieverplichtingen bij het sluiten van de koopovereenkomst. De eisende partij stelde dat de kredietovereenkomst onder een uitzondering viel en dat er geen krediettoets was afgenomen. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de voorwaarden die door de eisende partij waren gesteld niet voldoende waren gespecificeerd en dat er geen maximumbedrag was bedongen voor de administratiekosten bij te late betaling.

Uiteindelijk concludeerde de kantonrechter dat de kredietovereenkomst vernietigd moest worden, omdat de eisende partij niet had voldaan aan de wettelijke eisen. De vordering werd afgewezen en de eisende partij werd in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9286581 \ CV EXPL 21-4124
Uitspraakdatum: 22 december 2021
Verstekvonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Arvato Finance B.V., h.o.d.n. Afterpay
gevestigd te Utrecht
de eisende partij
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De verdere procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 21 juli 2021 heeft de kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld haar vordering nader toe te lichten, hetgeen zij bij akte van 18 augustus 2021 heeft gedaan.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij wat in het tussenvonnis van 21 juli 2021 is overwogen en beslist. Er bestaat geen aanleiding om daarop terug te komen.
2.2.
In het tussenvonnis heeft de kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld om een nadere toelichting te geven ten aanzien van de kredietwaardigheidstoets en de (pre)contractuele informatieverplichtingen.
2.3.
De kantonrechter stelt vast dat de eisende partij bij akte niet heeft toegelicht op welke wijze bij het sluiten van de koopovereenkomst is voldaan aan de wettelijke informatieverplichtingen. De eisende partij voldoet dan ook niet aan de voorschriften van de artikelen 21 en 111 Rv (de stel- en substantiёringsplichten). De vordering ligt alleen al hierom voor afwijzing gereed.
2.4.
Bij akte heeft de eisende partij het volgende gesteld. De kredietovereenkomst is zo opgesteld dat deze onder de uitzondering van artikel 7:58 lid 2 onder e BW valt. Er is dan ook geen krediettoets afgenomen. De gedaagde partij kiest bij het aangaan zelf voor de mogelijkheid achteraf te betalen. De webshop biedt deze service gratis aan. Alle voorwaarden worden vooraf kenbaar gemaakt, waarbij ook duidelijk is gemaakt dat er geen kosten in rekening worden gebracht voor de kredietverstrekking, alleen bij te late betaling worden administratiekosten (incassokosten) in rekening gebracht. De administratiekosten zijn in dit geval de incassokosten, zoals opgenomen in artikel 6.2 en 6.3 van de betaalvoorwaarden. Deze vergoeding ziet alleen op de incassokosten die op grond van de Wet incassokosten worden berekend. De kosten zijn dus wel aan een maximum gebonden. Er worden geen andere kosten in rekening gebracht voor de kredietverstrekking.
2.5.
De kantonrechter overweegt als volgt. De stelling van de eisende partij dat op grond van de algemene voorwaarden bij te late betaling alleen wettelijke incassokosten in rekening worden gebracht, blijkt niet uit de door de eisende partij bedongen voorwaarden. De in artikel 6.3 bedongen kosten betreffen de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten met een minimum van € 40,-. In artikel 6.2 heeft de eisende partij echter ook administratiekosten bedongen bij te late betaling. Deze kosten zijn niet gespecificeerd en er is ook geen maximumbedrag bedongen.
2.6.
Op grond van artikel 6.2 en 6.3 van de algemene voorwaarden kan de eisende partij bij verzuim een door haar zelf te bepalen bedrag aan administratiekosten, alsmede de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten conform de Wet incassokosten bij de consument in rekening brengen.
2.7.
Gelet op het voorgaande is er geen aanleiding om terug te komen op hetgeen bij tussenvonnis is overwogen over de kredietovereenkomst. De kredietovereenkomst wordt vernietigd.
2.8.
Omdat de eisende partij de grondslag van haar vordering niet heeft gewijzigd, wordt de vordering afgewezen.
2.9.
De eisende partij wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vaststelt op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter