Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
Standpunten van partijen
4.Oordeel van de rechtbank
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van de verdachte
7.Motivering van de straf
- meldplicht bij reclassering;
- opname in een zorginstelling;
- ambulante behandeling;
- begeleid wonen of maatschappelijke opvang; en
- drugs- en alcoholverbod.
8.Vordering benadeelde partijen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
550 dagen.
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
in minderingwordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gemeente Alkmaargeleden schade tot een bedrag van
€ 100.000,- bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan Gemeente Alkmaar, voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Gemeente Alkmaarde verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 100.000,-,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[de benadeelde 9]geleden schade tot een bedrag van
€ 100,-, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [de benadeelde 9] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[de benadeelde 9]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 100,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[de benadeelde 10]geleden schade tot een bedrag van
€ 714,80, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [de benadeelde 10] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[de benadeelde 10]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 714,80, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[de benadeelde 11]geleden schade tot een bedrag van
€ 437,20, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [de benadeelde 11] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[de benadeelde 11]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 437,20bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[de benadeelde 12]geleden schade tot een bedrag van
€ 538,45, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [de benadeelde 12] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[de benadeelde 12]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 538,45bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[de benadeelde 13]geleden schade tot een bedrag van
€ 237,49, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [de benadeelde 13] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[de benadeelde 13]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 237,49, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[de benadeelde 14]geleden schade tot een bedrag van
€ 694,56, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [de benadeelde 14] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[de benadeelde 14]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 694,56, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[de benadeelde 15]geleden schade tot een bedrag van
€ 67,50, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [de benadeelde 15] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[de benadeelde 15]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 67,50, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[de benadeelde 16]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.443,80, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [de benadeelde 16] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[de benadeelde 16]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 1.443,80, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[de benadeelde 17]geleden schade tot een bedrag van
€ 150,- bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [de benadeelde 17] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[de benadeelde 17]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 150,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Politie Noord-Hollandgeleden schade tot een bedrag van
€ 4.549,42, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan politie Noord-Holland, voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Politie Noord-Hollandde verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 4.549,42, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.