Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De verdere procedure
2.De verdere beoordeling
21 september 2019 de overeenkomst beëindigd wegens wanbetaling. De eisende partij heeft verder gesteld dat de overeenkomst online is gesloten. De eisende partij heeft algemene voorwaarden overgelegd van 1 juli 2017.
(€ 425,83). Bij tussenvonnis van 30 september 2020 is de eisende partij in de gelegenheid gesteld om de ontbrekende facturen voor de periode oktober 2018 tot en met april 2019 in het geding te brengen. De eisende partij heeft bij akte toegelicht dat de gedaagde partij betalingen heeft gedaan die zijn opgenomen in het facturenschema op pagina 4 van de dagvaarding. Deze betalingen zijn afgeboekt op de oudst openstaande facturen, zodat deze facturen reeds zijn voldaan. Nu de ontbrekende facturen geen deel uitmaken van de onderhavige vordering is de kantonrechter van oordeel dat de eisende partij de hoogte van haar vordering voldoende heeft onderbouwd.