ECLI:NL:RBNHO:2021:2831

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 maart 2021
Publicatiedatum
6 april 2021
Zaaknummer
8638023
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling buitengerechtelijke kosten en tegenvorderingen in civiele zaak tussen Dymo Track Motortechniek B.V. en gedaagde

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft Dymo Track Motortechniek B.V. (hierna: Dymo Track) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die onder een handelsnaam opereert. De vordering betreft de betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente, voortvloeiend uit onbetaalde facturen. Dymo Track heeft bij dagvaarding van 25 juni 2020 de gedaagde aangesproken op de betaling van een totaalbedrag van € 1.162,14, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en rente. De gedaagde heeft hierop gereageerd met een tegenvordering, waarin hij schadevergoeding eist wegens vermeende tekortkomingen in de uitvoering van werkzaamheden door Dymo Track.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de facturen door de gedaagde zijn voldaan, maar dat de vordering van Dymo Track enkel betrekking heeft op de buitengerechtelijke kosten. Dymo Track heeft zich beroepen op de Metaalunievoorwaarden, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat deze voorwaarden niet van toepassing zijn, omdat Dymo Track niet voldoende bewijs heeft geleverd dat deze zijn overeengekomen. De kantonrechter heeft vervolgens de buitengerechtelijke kosten toegewezen op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, en deze vastgesteld op € 755,03.

De tegenvorderingen van de gedaagde zijn afgewezen, omdat hij niet heeft aangetoond dat Dymo Track tekort is geschoten in de uitvoering van de werkzaamheden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde niet tijdig zijn klachten heeft geuit en dat er geen sprake was van een ingebrekestelling. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, zowel in conventie als in reconventie. De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Kruithof op 24 maart 2021.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8638023 \ CV EXPL 20-5740
Uitspraakdatum: 24 maart 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Dymo Track Motortechniek B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Cruquius,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
verder te noemen: Dymo Track
gemachtigde: mr. O.J. Boeder
tegen
[gedaagde], handelend onder de naam
[handelsnaam],
wonende en zaakdoende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
verder te noemen: [gedaagde]
in persoon verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
Dymo Track heeft bij dagvaarding van 25 juni 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Dymo Track heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven. Dymo Track heeft vervolgens nog schriftelijk gereageerd in de zaak van de tegenvordering. Voor zover Dymo Track daarin ook nog heeft gereageerd op de stellingen van [gedaagde] in de zaak van de vordering gaat de kantonrechter daaraan voorbij.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] houdt zich onder meer bezig met de verkoop van auto-onderdelen en het aanpassen/afstellen van auto’s. Dymo Track houdt zich onder meer bezig met het uitvoeren van performance verhogende deelbewerkingen aan (auto-)motoren of delen daarvan. Zij verleent onder andere diensten aan [gedaagde] . [gedaagde] demonteert in dat geval de te bewerken onderdelen uit het betreffende voertuig, verstrekt de onderdelen aan Dymo Track, en monteert de onderdelen na de door Dymo Track uitgevoerde deelbewerkingen weer in het betreffende voertuig.
2.2.
In april en juni 2019 heeft Dymo Track aan [gedaagde] de volgende facturen gestuurd, ter hoogte van in totaal € 7.689,55:
  • factuurnummer [factuurnummer 1] van 4 april 2019 ter hoogte van € 1.942,05, door [gedaagde] voldaan op 26 augustus 2019;
  • factuurnummer [factuurnummer 2] van 11 april 2019 ter hoogte van € 96,80, door [gedaagde] voldaan op 24 januari 2020;
  • factuurnummer [factuurnummer 3] van 19 juni 2019 ter hoogte van € 4.198,70, door [gedaagde] voldaan op 25 oktober 2019;
  • factuurnummer [factuurnummer 4] van 24 juni 2019 ter hoogte van € 1.452,00, door [gedaagde] voldaan op 24 januari 2020.
2.3.
Vanaf 2 augustus 2019 heeft Dymo Track via haar gemachtigde aanspraak gemaakt op betaling van de facturen, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en rente.
2.4.
Op 8 april 2019 is tussen [gedaagde] en Dymo Track het volgende Whatsapp contact geweest:
Dymo Track: [gedaagde] :
Motorblok moet genotched worden
Krukas draait niet rond
We halen het uit elkaar.
Wat wil je? Wat is notchen?
Slijpen van de crankcase
Is het een stroker dan?
Ja
En normaal past het
Maar deze niet
Ok ! Moet ik het doen?
Ja graag
Ik kan wel hakken en slijpen maar niet
schoonmaken
2.5.
Per WhatsApp-bericht van 4 december 2019 heeft [gedaagde] aan Dymo Track gemeld dat de Toyota V12 niet in elkaar gezet kan worden, omdat de lagerspelingen niet kloppen, en dat [gedaagde] dit al een tijdje wist maar Dymo Track daarvan nog niet op de hoogte had gebracht.
2.6.
In een WhatsAppbericht van onbekende datum heeft [gedaagde] voorts aan Dymo Track melding gemaakt van beschadiging van een geleverde BMW zuiger, vergezeld van een foto van de schade. In reactie daarop heeft Dymo Track geschreven dat hij de beschadiging zal herstellen.

3.De vordering en het verweer (conventie)

3.1.
Dymo Track vordert dat de kantonrechter bij vonnis voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan Dymo Track van € 1.162,14 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten. Zij legt daaraan ten grondslag dat de facturen zoals opgesomd in 2.2 van dit vonnis pas zijn voldaan na betrokkenheid van de gemachtigde van Dymo Track. Daarom is [gedaagde] de buitengerechtelijke kosten verschuldigd op grond van de Metaalunievoorwaarden en daarnaast de wettelijke handelsrente, aldus Dymo Track.
3.2.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan dat geen buitengerechtelijke kosten verschuldigd zijn, omdat geen incassowerkzaamheden zijn uitgevoerd, de Metaalunievoorwaarden niet zijn overeengekomen en de kosten niet zijn gespecificeerd. Daarnaast hanteert [gedaagde] een betalingstermijn van 90 dagen na akkoordbevinding van het geleverde. Tot slot heeft [gedaagde] tegenvorderingen op Dymo Track die zij kan verrekenen, aldus [gedaagde] .

4.De tegenvordering en het verweer (reconventie)

4.1.
De kantonrechter begrijpt de tegenvordering van [gedaagde] aldus, dat zij vordert dat Dymo Track wordt veroordeeld tot betaling van € 480,00, € 250,00 en € 7.200,00 aan schadevergoeding, alsmede tot terugbetaling van facturen [factuurnummer 2] en [factuurnummer 4] ter hoogte van € 96,80 en € 1.452,00. Hieraan legt [gedaagde] ten grondslag dat hij door fouten in de uitvoering van de werkzaamheden door Dymo Track en beschadiging van door Dymo Track geleverde onderdelen schade heeft geleden. Facturen [factuurnummer 2] en [factuurnummer 4] van Dymo Track zijn voorts per abuis voldaan, terwijl daar geen verplichting toe bestond, aldus [gedaagde] .
4.2.
Dymo Track betwist de tegenvordering en stelt zich onder meer op het standpunt dat [gedaagde] niet op tijd zijn klachten kenbaar heeft gemaakt bij Dymo Track en bovendien nooit een formele ingebrekestelling heeft gestuurd, zodat Dymo Track niet in verzuim verkeert. Ook betoogt Dymo Track dat zij niet verantwoordelijk is voor eventuele schade die het gevolg is van de wijze waarop [gedaagde] de door Dymo Track bewerkte onderdelen opslaat en monteert in de voertuigen. Zij betwist dat zij toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.

5.De beoordeling

in conventie en in reconventie
De door Dymo Track gevorderde buitengerechtelijke kosten en rente
5.1.
De kantonrechter stelt voorop dat vast staat dat de facturen zoals opgesomd in 2.2 van dit vonnis reeds door [gedaagde] zijn voldaan. De vordering van Dymo Track heeft daarom uitsluitend nog betrekking op de buitengerechtelijke kosten en rente.
5.2.
Bij de beoordeling van de buitengerechtelijke kosten zal de kantonrechter niet uitgaan van de toepasselijkheid van de Metaalunievoorwaarden, waar Dymo Track zich op beroept. Volgens Dymo Track blijkt de toepasselijkheid van die voorwaarden uit het feit dat de voorwaarden op de achterzijde van de facturen is afgedrukt. Dymo Track heeft echter de in het geschil zijnde facturen niet aan de kantonrechter overgelegd, zodat zij dit betoog onvoldoende heeft onderbouwd. Bovendien heeft [gedaagde] betwist dat de Metaalunievoorwaarden tussen partijen zijn overeengekomen. Ook als zou komen vast te staan deze op de achterzijde van de facturen zijn afgedrukt, is dat in het licht van die betwisting onvoldoende voor het oordeel dat die voorwaarden tussen partijen zijn overeengekomen.
5.3.
Subsidiair vordert Dymo Track een vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten in samenhang met artikel 6:96 lid 2 sub c BW. Voor verschuldigdheid van die kosten is vereist dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht, en dat de facturen vervolgens niet binnen de gestelde termijn zijn voldaan, hetgeen hier het geval is. De gemachtigde van Dymo Track heeft immers vanaf 2 augustus 2019 meermaals sommatiebrieven gestuurd en [gedaagde] heeft de ontvangst van die brieven niet betwist en pas na de in de brief van 2 augustus 2019 gestelde uiterste termijn van 12 augustus 2019 de eerste betaling gedaan. Een nadere specificatie van de buitengerechtelijke werkzaamheden is niet noodzakelijk. Op basis van de wettelijke staffel bedraagt de vergoeding voor de buitengerechtelijke kosten € 755,03. Dat bedrag zal worden toegewezen. Voor zover Dymo Track wettelijke rente vordert over dit bedrag zal die worden afgewezen, omdat zij niet heeft gesteld dat zij deze buitengerechtelijke kosten al heeft betaald.
5.4.
Tevens vordert Dymo Track de wettelijke handelsrente over het factuurbedrag vanaf de dag van verzuim, die zij begroot op € 300,01. Zij heeft echter niet inzichtelijk gemaakt hoe dit bedrag tot stand is gekomen en van welke verzuimdatum zij daarbij is uitgegaan, terwijl dat wel van haar verlangd kan worden. Aangezien Dymo Track niets heeft gesteld over de vraag of een uiterste dag van betaling is overeengekomen en evenmin op welke dag [gedaagde] de facturen dan wel de prestaties zou hebben ontvangen (vgl. artikel 6:119a lid 1 en lid 2 BW), kan de kantonrechter niet beoordelen vanaf welk moment wettelijke handelsrente dan wel wettelijke rente verschuldigd is, zodat de gevorderde rente zal worden afgewezen.
Tegenvorderingen van [gedaagde] ten aanzien van werkzaamheden 2jz motor
5.5.
Dymo Track heeft op verzoek van [gedaagde] werkzaamheden verricht aan een 2jz motor. Deze werkzaamheden zijn door Dymo Track gefactureerd in factuur [factuurnummer 1] van 4 april 2019. [gedaagde] stelt dat hij over de uitvoering van die werkzaamheden zijn beklag heeft gedaan in het overgelegde WhatsApp-bericht van 8 april 2019 en dat Dymo Track vervolgens herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd en deze heeft gefactureerd in de factuur met nummer [factuurnummer 2] . Volgens [gedaagde] heeft Dymo Track deze herstelwerkzaamheden ten onrechte gefactureerd omdat deze vielen onder de correcte uitvoering van de eerder opgedragen werkzaamheden en is de betaling van deze factuur onverschuldigd. Om die reden vordert zij terugbetaling van € 96,80. Dymo Track betwist dat de factuur met nummer [factuurnummer 2] ziet op herstelwerkzaamheden. Volgens haar zag deze factuur op additionele werkzaamheden die geen onderdeel uitmaakten van de originele werkopdracht.
Aangezien [gedaagde] zich beroept op het rechtsgevolg van haar stelling dat de factuur met nummer [factuurnummer 2] ziet op herstelwerkzaamheden, draagt hij de stelplicht en bewijslast van die stelling. Gezien de betwisting door Dymo Track had [gedaagde] haar vordering dan ook nader moeten onderbouwen. [gedaagde] heeft dat niet gedaan zodat hij onvoldoende heeft gesteld voor het oordeel dat factuur [factuurnummer 2] zag op herstelwerkzaamheden. De vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling zal dan ook worden afgewezen.
5.6.
Daarnaast vordert [gedaagde] schadevergoeding van € 480,00 omdat zij stelt dat zij als gevolg van de benodigde herstelwerkzaamheden door Dymo Track de motor twee keer heeft moeten demonteren en monteren in het betreffende voertuig. Daarbij heeft hij verwezen naar het WhatsAppbericht van 8 april 2019 en de volgens hem ten onrechte toegestuurde factuur [factuurnummer 2] . Voor toewijzing van een dergelijke vordering tot schadevergoeding moet eerst komen vast te staan dat sprake is geweest van een tekortkoming. Dymo Track heeft betwist dat zij tekort is geschoten. Gelet daarop had [gedaagde] haar vordering nader moeten onderbouwen. Hiervoor is al overwogen dat [gedaagde] onvoldoende heeft gesteld voor het oordeel dat factuur [factuurnummer 2] zag op herstelwerkzaamheden. Uit het WhatsApp bericht van 8 april 2019 blijkt bovendien niet dat [gedaagde] daarin klaagt over gebrekkige uitvoering van de eerder opgedragen werkzaamheden aan de motor door Dymo Track. [gedaagde] heeft in dat bericht immers alleen gemeld dat het motorblok ‘genotched’ moet worden en dat de krukas niet ronddraait. [gedaagde] vraagt feitelijk niets, klaagt niet en antwoordt op de vraag van Dymo Track of zij het ‘notchen’ dan zal uitvoeren slechts bevestigend met de toevoeging dat zij het niet zelf kan doen. Uit deze conversatie kan dan ook niet worden afgeleid dat [gedaagde] daarin Dymo Track een tekortkoming verwijt bij de uitvoering van de door haar verrichte werkzaamheden. De tekst van dit gesprek past eerder bij het verweer van Dymo Track dat sprake is geweest van aanvullende werkzaamheden. [gedaagde] heeft al met al onvoldoende gesteld voor de conclusie dat sprake is geweest van een tekortkoming. De gevorderde schadevergoeding zal reeds om die reden worden afgewezen.
Tegenvordering van [gedaagde] ten aanzien van werkzaamheden aan de Toyota V12
5.7.
[gedaagde] voert aan dat de factuur met nummer [factuurnummer 4] van 24 juni 2019 ziet op werkzaamheden die Dymo Track heeft verricht aan een Toyota V12 en dat [gedaagde] zich in het WhatsApp-bericht van 4 december 2019 daarover heeft beklaagd. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] terugbetaling vordert van deze factuur ter hoogte van € 1.452,00 omdat hij meent dat de werkzaamheden niet (correct) zijn uitgevoerd. Dymo Track heeft aangevoerd dat zij niet in gebreke is gesteld. Dit verweer slaagt. Het WhatsApp-bericht van 4 december 2019 bevat weliswaar een klacht over de lagerspelingen ten aanzien van de Toyota v12 maar [gedaagde] heeft Dymo Track daarin niet in de gelegenheid gesteld om de klacht binnen een bepaalde termijn te verhelpen. Dit bericht kan dan ook niet worden opgevat als ingebrekestelling zodat er ook geen verzuim is ingetreden. Zolang er geen sprake is van een verzuimsituatie slaagt een beroep op wanprestatie niet. De kantonrechter is daarnaast van oordeel dat [gedaagde] niet binnen redelijke termijn heeft geklaagd bij Dymo Track. In het WhatsAppbericht van 4 december 2019 schijft [gedaagde] namelijk zelf dat hij al enige tijd op de hoogte is van het probleem dat kennelijk sinds juni 2019 bestaat, maar dit desondanks om persoonlijke redenen niet heeft gemeld aan Dymo Track tot 4 december 2019. Dat komt voor risico van [gedaagde] . Daarbij weegt mee dat Dymo Track ook benadeeld wordt door de late klacht van [gedaagde] , omdat het voor Dymo Track steeds moeilijker wordt om te onderzoeken of de problemen zijn veroorzaakt door haar werkzaamheden, of dat deze het gevolg zijn van latere eigen werkzaamheden van [gedaagde] . Deze tegenvordering zal dus vanwege het voorgaande worden afgewezen.
Tegenvordering van [gedaagde] tot betaling van € 250,00 schadevergoeding wegens schade aan BMW zuiger
5.8.
[gedaagde] voert met overlegging van een foto aan dat een door Dymo Track geleverd onderdeel (gefactureerd in factuurnummer [factuurnummer 5] ), een BMW zuiger, beschadigd aan [gedaagde] is geleverd en vordert schadevergoeding van € 250,00. [gedaagde] heeft hier kennelijk per Whatsapp bericht melding van gemaakt bij Dymo Track. Daarop heeft Dymo Track geantwoord dat [gedaagde] de zuiger kon komen langsbrengen en dat zij tot herstel over zou gaan. Gelet daarop en op het verweer van Dymo Track dat [gedaagde] langs zou komen maar dat nooit gedaan heeft, had het op de weg van [gedaagde] gelegen om te stellen en onderbouwen dat Dymo Track ondanks de toezegging om de schade te herstellen daar niet toe over is gegaan. [gedaagde] heeft dat nagelaten. Er kan dan ook niet worden geoordeeld dat verzuim is ingetreden en dus ook niet dat sprake is van een tekortkoming. Daarmee ontbreekt een grond voor schadevergoeding, zodat deze vordering niet zal worden toegewezen.
Tegenvordering van [gedaagde] ten aanzien van de Aston V8
5.9.
[gedaagde] heeft aan zijn tegenvordering tot betaling van € 7.200,00 ten grondslag gelegd dat hij die kosten heeft moeten maken omdat Dymo Track een motor in een Aston V8 van een klant van [gedaagde] niet correct heeft bewerkt. Volgens [gedaagde] moet daar nog nader onderzoek over plaatsvinden. Dymo Track heeft de vordering betwist. Het betoog van [gedaagde] over problemen met deze motor, waarover nader onderzoek nog moet plaatsvinden, is dermate vaag en ongespecificeerd, dat de kantonrechter aan verdere beoordeling niet toekomt en deze tegenvordering zal afwijzen.
Slotsom tegenvorderingen van [gedaagde]
5.10.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de tegenvorderingen van [gedaagde] zullen worden afgewezen.
Proceskosten in conventie en in reconventie
5.11.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in conventie en in reconventie worden veroordeeld in de proceskosten.

6.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 755,03 aan Dymo Track;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Dymo Track tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 87,98;
griffierecht € 499,00;
salaris gemachtigde € 248,00;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
6.5.
wijst de vorderingen af;
6.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Dymo Track tot en met vandaag worden begroot op het volgende bedrag:
salaris gemachtigde € 124,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter