ECLI:NL:RBNHO:2021:3257

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 april 2021
Publicatiedatum
20 april 2021
Zaaknummer
9002846 \ AO VERZ 21-17
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de verlenging van een arbeidsovereenkomst en betaling van achterstallig salaris

In deze zaak gaat het om een geschil tussen een werknemer en zijn werkgever, Bitmetric B.V., over de verlenging van de arbeidsovereenkomst en de betaling van achterstallig salaris. De werknemer, die in dienst was als Junior BI Consultant/Marketing Manager, stelde dat zijn arbeidsovereenkomst na afloop van de bepaalde tijd van zeven maanden automatisch was verlengd met zeven maanden, terwijl de werkgever aanvoerde dat er een mondelinge overeenkomst was gesloten voor een verlenging van drie maanden. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst inderdaad met drie maanden was verlengd, omdat de werknemer niet tijdig had aangegeven dat hij niet akkoord ging met de verlenging. De arbeidsovereenkomst eindigde daarom rechtsgeldig op 1 december 2020.

De werknemer had daarnaast verzocht om betaling van achterstallig salaris, omdat zijn loon onterecht was stopgezet. De kantonrechter oordeelde dat de loonstop niet terecht was, omdat de werkgever niet voldoende had aangetoond dat de werknemer zijn verplichtingen niet was nagekomen. De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van het achterstallige salaris en deugdelijke salarisspecificaties aan de werknemer. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9002846 \ AO VERZ 21-17
Uitspraakdatum: 6 april 2021
Beschikking in de zaak van:
[werknemer],
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. M.J.E. Spoormaker
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Bitmetric B.V.,
gevestigd te Hoofddorp
verwerende partij
verder te noemen: Bitmetric
gemachtigde: mr. R. van Viersen
De zaak in het kort
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst na afloop van de bepaalde tijd met zeven (standpunt werknemer) of met drie maanden (standpunt werkgever) is verlengd. De kantonrechter oordeelt dat er met drie maanden is verlengd. Partijen hebben voor afloop van het contract over een verlenging van drie maanden gesproken en dit is op 1 en 2 september 2020 schriftelijk aan de werknemer bevestigd. De werknemer heeft toen niet gezegd dat hij (toch) niet akkoord was, is blijven doorwerken en heeft op 16 september 2020 nog aan de werkgever bevestigd dat hij de nieuwe arbeidsovereenkomst zou tekenen. Pas daarna heeft hij zich op het standpunt gesteld dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege was verlengd met zeven maanden. Met deze gang van zaken is naar het oordeel van de kantonrechter voldoende komen vast te staan dat werknemer heeft ingestemd met een verlenging van drie maanden, althans dat de werkgever daar gerechtvaardigd op mocht vertrouwen. De arbeidsovereenkomst is daarom rechtsgeldig geëindigd op 1 december 2020 en de verzoeken terzake van werknemer worden afgewezen.
Het gevorderde achterstallig salaris wordt wel toegewezen, omdat het loon onterecht is stopgezet. De stagnatie in de re-integratie is niet te beschouwen als het belemmeren daarvan in de zin van de wet. Ook de inhouding van gemaakte kosten voor het opnieuw vervaardigen van niet door de werknemer ingeleverde bestanden, is ongegrond. De werknemer heeft gemotiveerd betwist dat hij deze bestanden niet heeft ingeleverd, waardoor deze vordering van werkgever niet is komen vast te staan.

1.Het procesverloop

1.1.
[werknemer] heeft een verzoek gedaan primair om de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Bitmetric te vernietigen en subsidiair om ten laste van Bitmetric een billijke vergoeding en een transitievergoeding toe te kennen. [werknemer] heeft daarnaast een verzoek gedaan tot betaling van achterstallig salaris en het verstrekken van loonstroken. Bitmetric heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 9 maart 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [werknemer] bij brief van 2 maart 2021 een aanvullende productie ingediend.

2.Feiten

2.1.
[werknemer] , geboren [in 1984], is op 1 februari 2020 voor de bepaalde tijd van zeven maanden, tot 1 september 2020, in dienst getreden bij Bitmetric in de functie van Junior BI Consultant/Marketing Manager met een salaris van € 3.200,00 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag op basis van 40 uur per week.
2.2.
In artikel 1.3 van de arbeidsovereenkomst is bepaald dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt op 1 september 2020, dat deze bepaling moet worden opgevat als een aanzegging in de zin van artikel 7:668 lid 1 onder a BW en dat partijen met ondertekening van de overeenkomst verklaren dat hiermee rechtsgeldig is aangezegd.
2.3.
In augustus 2020 heeft de eigenaar van Bitmetric ([naam], hierna: [werkgever]) [werknemer] gezegd dat hij de arbeidsovereenkomst voor de duur van drie maanden wilde verlengen.
2.4.
Bij brief van 1 september 2020 heeft Bitmetric aan [werknemer] bevestigd dat zijn arbeidsovereenkomst met drie maanden, tot 1 december 2020, wordt verlengd en is [werknemer] verzocht de meegezonden mutatie getekend retour te sturen.
2.5.
Bij e-mail van 1 september 2020 (om 16:26 uur) heeft [werknemer] aan [werkgever] notulen van een gesprek gestuurd. [werkgever] heeft diezelfde dag (om 17:43 uur) de notulen – voorzien van zijn aanvullingen/correcties - retour gestuurd aan [werknemer] . Eén van de aanvullingen die [werkgever] heeft gedaan is: ‘
Zoals besproken loopt jouw huidige arbeidsovereenkomst tot 1 december 2020. Uiterlijk 31 oktober 2020 wil ik je uitsluitsel geven over de voortzetting daarvan. (…)’.
2.6.
Op 2 september 2020 heeft de Office Manager van Bitmetric de mutatie van de arbeidsovereenkomst ook per e-mail aan [werknemer] gestuurd met het verzoek die, indien akkoord, ondertekend retour te sturen.
2.7.
Op 16 september 2020 heeft Bitmetric [werknemer] schriftelijk verzocht de contractverlenging / mutatie getekend retour te sturen, waarna [werknemer] diezelfde dag, als reactie op die e-mail van Bitmetric, antwoordde: ‘
Yes, doe ik’.
2.8.
Op 18 september 2020 heeft [werknemer] Bitmetric laten weten dat er volgens hem een arbeidsovereenkomst voor de duur van zeven maanden is ontstaan, omdat hij de mutatie niet heeft getekend.
2.9.
Op 21 en 23 september 2020 hebben [werkgever] en [werknemer] telefonisch gesproken over de (duur van de) verlenging van de arbeidsovereenkomst, welk gesprekken zonder medeweten van [werknemer] zijn opgenomen door [werkgever].
2.10.
Op 8 oktober 2020 heeft Bitmetric [werknemer] laten weten dat de arbeidsovereenkomst per 1 december 2020 zou eindigen. [werknemer] heeft zich daarna ziekgemeld.
2.11.
Op 14 oktober 2020 heeft de bedrijfsarts geoordeeld dat [werknemer] beperkingen had die deels verband hielden met het werk, en is een interventieperiode van twee weken geadviseerd om de gerezen problemen op te lossen, zo nodig met behulp van een onafhankelijke professional zoals een mediator.
2.12.
Bij e-mail van 16 oktober 2020 heeft Bitmetric [werknemer] uitgenodigd voor een gesprek, waarna [werknemer] liet weten dat hij de contacten via een mediator wil laten lopen.
2.13.
Op 19 oktober 2020 heeft Bitmetric [werknemer] uitgenodigd voor een gesprek op 21 oktober 2020. Daarbij is aangegeven dat Bitmetric geen reden ziet om een mediator in te schakelen en is gewaarschuwd voor een loonstop indien [werknemer] aan de uitnodiging geen gehoor zou geven.
2.14.
Bij e-mail van 20 oktober 2020 heeft [werknemer] aangegeven dat hij zich door de berichten opgejaagd voelde en daarom uitsluitend met een mediator erbij om tafel wil. Nadat Bitmetric had herhaald geen mediator te zullen inschakelen, heeft [werknemer] bevestigd dat hij 21 oktober 2020 zou komen.
2.15.
Bij e-mail van 21 oktober 2020 heeft [werknemer] laten weten toch niet te zullen komen, omdat het niet goed voelde in gesprek te gaan zonder mediator. Bitmetric heeft [werknemer] diezelfde dag uitgenodigd voor een gesprek op neutraal terrein en in aanwezigheid van een door [werknemer] mee te nemen vertrouwenspersoon. [werknemer] heeft daarop herhaald dat hij alleen met een mediator in gesprek wil. Bitmetric heeft [werknemer] vervolgens op straffe van een loonstop uitgenodigd voor een gesprek op 22 oktober 2020 en, toen hij daarop niet reageerde, voor een online gesprek op 23 oktober 2020.
2.16.
[werknemer] heeft aan deze oproepen geen gehoor gegeven, waarna het salaris per 22 oktober 2020 is stopgezet door Bitmetric.
2.17.
Bij brief van 28 oktober 2020 heeft Bitmetric [werknemer] aangezegd dat de arbeidsovereenkomst per 1 december 2020 zal eindigen.
2.18.
Op 12 november 2020 heeft de bedrijfsarts zijn eerdere advies van 14 oktober herhaald.
2.19.
In diverse e-mails in november 2020 heeft Bitmetric [werknemer] verzocht om zijn bedrijfseigendommen in te leveren, waaronder documenten en bronbestanden die hij tijdens zijn dienstverband voor Bitmetric heeft vervaardigd. [werknemer] heeft daarop aangegeven dat hij deze bestanden niet meer in zijn bezit heeft, omdat die al eerder aan Bitmetric zijn verstrekt. Bitmetric heeft vervolgens aangekondigd de kosten voor het opnieuw laten vervaardigen van de bestanden op [werknemer] te zullen verhalen, indien de bestanden niet voor het einde van het dienstverband zijn ingeleverd.
2.20.
In december 2020 heeft Bitmetric een eindafrekening opgesteld en uitbetaald, waarop het salaris over november is ingehouden en een bedrag van € 1.250 netto in mindering is gebracht. Bij de eindafrekening is geen transitievergoeding betaald.

3.Het verzoek

3.1.
[werknemer] verzoekt de kantonrechter voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
II. een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 september 2020 met zeven maanden is verlengd tot 1 april 2021;
III. vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Bitmetric;
IV. Bitmetric te verplichten [werknemer] binnen 24 uur na betekening van de beschikking toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat Bitmetric in gebreke blijft;
V. Bitmetric te veroordelen tot tijdige betaling van het gebruikelijke salaris van [werknemer] vanaf 1 december 2020, te vermeerderen met wettelijke verhoging en wettelijke rente;
VI. Bitmetric te veroordelen tot tijdige afgifte van deugdelijke salarisspecificaties onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat Bitmetric in gebreke blijft;
Subsidiair:
VII. Bitmetric te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 20.736,00 bruto;
VIII. Aan [werknemer] een transitievergoeding toe te kennen van € 960,00 bruto;
Meer subsidiair:
IX. Voor het geval de arbeidsovereenkomst is geëindigd op 30 november 2020, Bitmetric te veroordelen aan [werknemer] een transitievergoeding toe te kennen van € 960,00 bruto;
Primair, subsidiair en meer subsidiair:
X. Bitmetric te veroordelen tot betaling van achterstallig salaris van € 620,16 en € 2.240,10 wegens een onterecht opgelegde loonstop in oktober en november 2020, en een bedrag van € 1.250,00 netto wegens onterechte inhouding op het loon van november 2020, te vermeerderen met wettelijke verhoging en wettelijke rente vanaf het moment van verschuldigdheid tot de dag van algehele voldoening;
XI. Bitmetric te veroordelen tot tijdige afgifte van deugdelijke salarisspecificaties aan [werknemer] , onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat Bitmetric in gebreke blijft;
XII. Bitmetric te veroordelen in de kosten van deze procedure, het salaris gemachtigde daaronder begrepen.
3.2.
[werknemer] heeft aan zijn verzoeken – samengevat – het volgende ten grondslag gelegd. [werknemer] is nooit akkoord gegaan met een contractverlenging van drie maanden. Doordat Bitmetic de arbeidsovereenkomst niet uiterlijk een maand voor de einddatum van 1 september 2020 schriftelijk heeft aangezegd, is de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:668 lid 4 sub a BW met zeven maanden verlengd tot 1 april 2021. Primair moet daarom de opzegging van de arbeidsovereenkomst per 1 december 2020 worden vernietigd en moet Bitmetric worden veroordeeld tot doorbetaling van salaris en tot wedertewerkstelling van [werknemer] . Subsidiair, voor het geval [werknemer] besluit in de opzegging te berusten, moet aan [werknemer] een billijke vergoeding worden toegekend, omdat de opzegging door Bitmetric in strijd is met artikel 7:671 BW, en is Bitmetric op grond van artikel 7:673 lid 1 BW een transitievergoeding verschuldigd.

4.Het verweer

4.1.
Bitmetric verweert zich tegen de verzoeken. Zij voert aan – samengevat – dat zij in augustus 2020 mondeling met [werknemer] een verlenging van drie maanden is overeengekomen en dat [werknemer] dat in de telefoongesprekken van 21 en 23 september 2020 ook heeft erkend. Van een stilzwijgende verlenging van de arbeidsovereenkomst voor de duur van zeven maanden is (dus) geen sprake. De arbeidsovereenkomst is rechtsgeldig geëindigd per 1 december 2020, zodat de primaire en subsidiaire verzoeken van [werknemer] moeten worden afgewezen.
Het verzoek tot achterstallig salaris moet worden afgewezen omdat Bitmetric terecht tot een loonstop is overgegaan. Bitmetric heeft ook het bedrag van € 1.250,- op goede gronden verrekend.
Subsidiair geldt ten aanzien van de verzochte wettelijke verhoging over het achterstallig salaris dat deze moet worden afgewezen, althans gematigd tot 5%.

5.De beoordeling

5.1.
[werknemer] heeft ter zitting aangegeven zijn primaire verzoek (vernietiging opzegging) te handhaven en zijn subsidiaire verzoek (vergoedingen) te laten vallen. [werknemer] heeft ter zitting ook zijn meer subsidiaire verzoek tot betaling van de transitievergoeding laten vallen, omdat die inmiddels door Bitmetric is voldaan. De kantonrechter zal daarom alleen de verzoeken II tot en met VI en X, XI en XII van het petitum beoordelen.
5.2.
[werknemer] heeft het verzoek tijdig ingediend, omdat het is ontvangen binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst – volgens Bitmetric - is geëindigd (artikel 7:686a lid 4a BW).
5.3.
Het gaat in deze zaak met name om de vraag of Bitmetric moet worden veroordeeld tot betaling van (achterstallig) salaris en wedertewerkstelling van [werknemer] .
5.4.
De kantonrechter neemt tot uitgangspunt dat in zaken die voortvloeien uit de Wet werk en zekerheid (Wwz), zoals deze zaak, het bewijsrecht in beginsel van toepassing is, tenzij de aard van de zaak zich hiertegen verzet. In dit geval verzet de aard van de zaak zich niet tegen toepassing van het bewijsrecht.
5.5.
Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen met zeven maanden is verlengd tot 1 april 2021, zoals [werknemer] stelt, of dat de arbeidsovereenkomst met drie maanden is verlengd en van rechtswege afliep op 1 december 2020, zoals Bitmetric heeft aangevoerd.
5.6.
[werknemer] stelt zich op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst met zeven maanden is verlengd, omdat Bitmetric de arbeidsovereenkomst niet tijdig schriftelijk heeft aangezegd, in welk geval er van rechtswege wordt verlengd met dezelfde duur (in dit geval: zeven maanden) waarvoor de arbeidsovereenkomst was aangegaan (artikel 7:688 lid 4 onder a BW).
5.7.
De kantonrechter volgt [werknemer] in zijn standpunt dat Bitmetric de arbeidsovereenkomst niet tijdig op de in artikel 7:668 lid 1 BW voorgeschreven wijze heeft aangezegd. Vaststaat immers dat Bitmetric heeft nagelaten voor afloop van de arbeidsovereenkomst een schriftelijk aanbod tot verlenging te doen. Dat daar in augustus 2020 wel mondeling over is gesproken, kan Bitmetric niet baten. In de wet is de eis opgenomen dat de aanzegging schriftelijk moet worden gedaan, zodat een mondelinge aanzegging niet geldig is.
5.8.
Het argument van Bitmetric dat in artikel 1.3 van de arbeidsovereenkomst al een geldige aanzegging is gedaan, slaagt niet. Daarin is immers aangezegd dat de arbeidsovereenkomst na afloop van de bepaalde tijd
nietzou worden verlengd. Indien Bitmetric, zoals in dit geval, de arbeidsovereenkomst vervolgens alsnog wil voortzetten, ontstaat naar het oordeel van de kantonrechter een nieuwe plicht om (tijdig en schriftelijk) aan te zeggen dat de arbeidsovereenkomst toch wordt voortgezet. Alleen op die wijze kan aan de bedoeling van wetgever bij de aanzegplicht - om de werknemer tijdig en schriftelijk uitsluitsel te geven of de arbeidsovereenkomst al dan niet wordt voorgezet – worden voldaan.
5.9.
De schending van de aanzegplicht door Bitmetric leidt er in dit geval echter niet toe dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege met zeven maanden is verlengd. De kantonrechter volgt Bitmetric namelijk in haar standpunt dat partijen mondeling overeenstemming hebben bereikt over een verlenging voor de duur van drie maanden. De kantonrechter leidt dit af uit het feit dat er, zoals door [werknemer] is erkend, al in augustus 2020 is gesproken over een verlenging van drie maanden. Volgens Bitmetric is daarbij aan [werknemer] te kennen gegeven dat er alleen bereidheid bestaat tot een verlenging van drie maanden (en anders niet), hetgeen door [werknemer] niet (voldoende) is betwist. De verlenging van drie maanden is vervolgens schriftelijk bevestigd op 1 september 2020 in de gecorrigeerde notulen en een bevestigingsbrief en op 2 september 2020 in een e-mail waarin [werknemer] wordt verzocht de mutatie te tekenen (zie 2.4 tot en met 2.6). [werknemer] heeft op geen van deze berichten (afwijzend) gereageerd, bijvoorbeeld door te laten weten dat hij (toch) niet akkoord was. Integendeel, hij heeft de daaropvolgende periode zonder protest doorgewerkt, waarna hij op 16 september 2020 aan [werkgever] de toezegging deed de mutatie ondertekend retour te sturen (‘
Yes, doe ik’; zie 2.7). De uitleg die [werknemer] hier ter zitting aan heeft gegeven, namelijk dat dit er niet op ziet dat hij de mutatie voor akkoord zou ondertekenen, maar dat hij er een standpunt over gaat innemen naar Bitmetric, overtuigt in het licht van de rest van de conversatie, niet. De hiervoor geschetste gang van zaken wijst er naar het oordeel van de kantonrechter op dat partijen het – anders dan door [werknemer] is bepleit – wel degelijk eens zijn geworden over een verlenging van drie maanden, althans dat Bitmetric daar, gelet op de gedragingen en uitlatingen van [werknemer] in de periode tot 18 september 2020, gerechtvaardigd op mocht vertrouwen. Hetgeen al dan niet is besproken tijdens de telefoongesprekken op 21 en 23 september 2020, behoeft gelet op dit oordeel geen verdere beschouwing. Hoewel het op deze wijze opnemen van gesprekken – anders dan ter zitting door [werknemer] is aangevoerd - niet ontoelaatbaar is, behoeft dit bezwaar van [werknemer] gelet op het voorgaande ook geen verdere beschouwing.
5.10.
De conclusie is dat de arbeidsovereenkomst voor de duur van drie maanden is verlengd en op 1 december 2020 van rechtswege is geëindigd. De primaire verzoeken van [werknemer] (onder II tot en met VI van het petitum) zullen daarom worden afgewezen. Er is immers geen sprake van een opzegging in strijd met artikel 7:671 BW, zodat er ook geen grond is om toepassing te geven aan artikel 7:681 lid 1 a BW.
5.11.
Tegen het verzoek van [werknemer] om Bitmetric te veroordelen tot betaling van achterstallig salaris wegens een onterecht opgelegde loonstop, heeft Bitmetric aangevoerd dat de loonstop terecht is opgelegd, omdat [werknemer] ondanks waarschuwingen bleef weigeren het advies van de bedrijfsarts op te volgen om met Bitmetric in gesprek te gaan. [werknemer] heeft daar tegenin gebracht dat hij vanwege de opstelling van Bitmetric alleen met een mediator erbij in gesprek wilde en dat juist Bitmetric in strijd met haar verplichtingen heeft gehandeld door dit advies van de bedrijfsarts niet op te volgen.
5.12.
De kantonrechter is van oordeel dat van Bitmetric verlangd had mogen worden een mediator in te schakelen. Bitmetric heeft er terecht op gewezen dat de inzet van een mediator optioneel is geadviseerd door de bedrijfsarts. Dat neemt niet weg dat Bitmetric zich minder star had moeten opstellen en ervoor had moeten zorgen dat partijen weer in gesprek zouden komen. Als daarvoor nodig is dat een mediator wordt ingeschakeld, omdat [werknemer] daar de voorkeur aangeeft, valt niet in te zien waarom Bitmetric daar niet in mee kon gaan. Het verzoek van [werknemer] om een mediator in te schakelen was gelet op het advies van de bedrijfsarts immers niet onbegrijpelijk of onredelijk. Daarbij komt dat de commotie (en conflictsituatie) die er over de contractverlenging is geweest, mede heeft kunnen ontstaan omdat Bitmetric haar wettelijke aanzegplicht heeft geschonden, de kwestie rommelig verliep en Bitmetric het mutatieformulier (te) laat heeft gestuurd, zoals [werkgever] tijdens de zitting ook wel heeft erkend.. In het licht hiervan had Bitmetric zich wat meer richting [werknemer] mogen opstellen en was een loonstoop – hetgeen per definitie een ingrijpende en polariserende maatregel is – in het onderhavige geval niet terecht. Het verzoek van [werknemer] tot betaling van € 2.860,26 bruto (€ 620,16 + € 2.240,10) zal daarom worden toegewezen.
.
5.13.
Het verzoek van [werknemer] tot betaling van € 1.250,00 netto wordt eveneens toegewezen. Het beroep van Bitmetric op verrekening met gemaakte kosten voor het vervaardigen van bestanden slaagt niet. [werknemer] heeft de stelling van Bitmetric dat hij de betreffende bestanden niet heeft ingeleverd, gemotiveerd betwist, waarna door Bitmetric, op wie de bewijslast van haar stellingen terzake rust, geen nader bewijs van is overgelegd en dat ook niet heeft aangeboden. Hierdoor is voor de kantonrechter niet vast te stellen of het beroep op verrekening terecht is.
5.14.
Omdat het salaris door de inhoudingen van Bitmetric te laat is betaald, zal de wettelijke verhoging over de toe te wijzen bedragen worden toegewezen. De kantonrechter ziet in de omstandigheden van het geval aanleiding de verhoging te matigen tot 25%. De wettelijke rente wordt toegewezen zoals verzocht.
5.15.
Het verzoek van [werknemer] om Bitmetric te veroordelen tot afgifte van deugdelijke salarisspecificaties wordt toegewezen. Daaraan wordt, anders dan door [werknemer] verzocht, geen dwangsom verbonden, omdat er vooralsnog geen aanleiding is te veronderstellen dat Bitmetric niet vrijwillig aan het vonnis zal voldoen.
Proceskosten
5.16.
Gelet op de uitkomst van de zaak, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen beide partijen de eigen proceskosten dragen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Bitmetric om aan [werknemer] te betalen € 2.860,26 bruto en € 1.250,00 netto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 25% en wettelijke rente daarover vanaf het moment van verschuldigdheid tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Bitmetric tot tijdige afgifte aan [werknemer] van deugdelijke salarisspecificaties;
6.3.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
6.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr P.A. Charbon, kantonrechter, en op voornoemde datum in het openbaar uitgesproken door mr. W.S.J. Thijs in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter