Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De verdere procedure
2.De verdere beoordeling
.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter op 21 april 2021 een eindvonnis gewezen in een geschil tussen de ANWB B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door Gerechtsdeurwaarderskantoor De Klerk Vis Niekus, vorderde betaling van een factuur van € 52,00 in het kader van een verzekeringsovereenkomst die was afgesloten voor de Wegenwacht Service. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst als een verzekeringsovereenkomst moet worden gekwalificeerd en dat de ANWB B.V. heeft voldaan aan haar informatieverplichtingen zoals voorgeschreven in de Wet op het financieel toezicht (Wft) en het Burgerlijk Wetboek (BW).
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis al overwogen dat de eisende partij voldoende informatie heeft verstrekt aan de gedaagde partij over de kenmerken van de overeenkomst. De eisende partij heeft een flyer overgelegd die aan de gedaagde partij is verstrekt, waarin de voornaamste kenmerken van de Wegenwacht Service zijn uiteengezet. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisende partij voldoende bewijs heeft geleverd dat zij aan haar informatieverplichtingen heeft voldaan.
De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van € 52,00 toegewezen, evenals de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten vergoeden. De kantonrechter heeft de eisende partij echter wel gewaarschuwd dat zij in de toekomst zorgvuldiger moet zijn met het indienen van dagvaardingen, om te voldoen aan de wettelijke eisen.