Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde sub 1]
hierna gezamenlijk te noemen: [gedaagde]
1.Het procesverloop
2.De feiten
Opdrachtnemer zal met de uitvoering van de werkzaamheden aanvangen op de datum 6-5-2020 na 12:30. Opdrachtnemer ontvangt van opdrachtgever bij de oplevering van de werkzaamheden een contante betaling van € 1180 inclusief btw, materiaal en arbeid.
(…) Ik arriveerde bij de familie [gedaagde] op die desbetreffende dag rond 15:30. [gedaagde sub 1] vond dit te laat en heeft mij weggestuurd, en heeft geen werkzaamheden laten uitvoeren.
(…)Op 2 juni heb ik een brief van u ontvangen waarin u mij sommeert een bedrag te betalen van € 1.180,00 wegens het niet nakomen van een overeenkomst met de firma Huisbeheer NL B.V. Ik ben het hier niet mee eens. (…)In uw brief vermeldt u dat ik niet eerder op een door u verstuurde brief van 14 mei 2020 heb gereageerd. Zoals ik eerder in mijn telefoongesprek van 4 juni aan u meedeelde heb ik deze brief nooit van u ontvangen. (…).
3.De vordering
€ 1.362,03 (de hoofdsom van € 1.180,00, vervallen wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten), vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.180,00 vanaf 8 juli 2020 tot de dag van betaling. Daarnaast vordert [eiser] betaling van de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente, en de nakosten.