Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
verweerster in reconventie
hierna te noemen: Mediagarant
gedaagde in conventie
eiser in reconventie
hierna te noemen: [gedaagde]
1.Het procesverloop
2.Feiten
3.De vordering
I. tot nakoming van de overeenkomst en dus tot betaling van € 4.440,50 (€ 3.630,00 aan hoofdsom, € 544,50 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 266,00 aan contractuele rente) te vermeerderen met de contractuele rente over de hoofdsom van € 3.630,00;
II. in de proceskosten inclusief de nakosten.
Mediagarant heeft [gedaagde] daarna een e-mail gestuurd met de offerte. In deze e-mail is een unieke code opgenomen. Door het invoeren van deze code in de online omgeving van Mediagarant, heeft [gedaagde] ingelogd op een door Mediagarant beheerde, beveiligde internetpagina. Op deze pagina heeft [gedaagde] zijn gegevens met betrekking tot het afgenomen pakket gecontroleerd en heeft hij een aantal contactgegevens moeten invullen. [gedaagde] is verder akkoord gegaan met het aanbod en heeft aangegeven bevoegd te zijn om de overeenkomst te mogen sluiten. Ook is hij akkoord gegaan met de door Mediagarant gehanteerde algemene voorwaarden. Met het klikken op de knop ‘Activeer mijn Standaard Mediapakket’ heeft [gedaagde] het aanvaardingsproces voltooid en is de overeenkomst tot stand gekomen. Hierna is de overeenkomst per e-mail naar [gedaagde] verzonden. Tijdens dit gehele proces werd de overeenkomst in concept rechts in beeld getoond en werden gewijzigde gegevens hierin automatisch verwerkt door op de button “wijzigingen opslaan” te drukken. Hoewel [gedaagde] de factuur ad € 3.630,00 (voor het eerste contractjaar) op 21 januari 2020 en een herinnering op 4 februari 2020 heeft ontvangen, heeft [gedaagde] de factuur onbetaald gelaten.
4.Het verweer en de tegenvordering
I. de overeenkomst vernietigt;
II. voor recht verklaart dat Mediagarant onrechtmatig heeft gehandeld en Mediagarant veroordeelt tot betaling van schadevergoeding aan [gedaagde] van het positieve contractsbelang inclusief alle vermeende contractuele rente en bijkomende kosten;
III. voor recht verklaart dat door [gedaagde] niets meer verschuldigd is aan Mediagarant;
IV. bepaalt dat de overeenkomst een maximale looptijd heeft van 1 maand, althans 1 jaar, althans een andere te bepalen looptijd.