ECLI:NL:RBNHO:2021:3702
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake handhaving van last onder dwangsom voor bewoning van schuur op agrarische gronden
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 april 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J. Rutteman, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beemster, waarin hem werd opgedragen om woonruimten in een schuur op agrarische gronden te verwijderen. Het college stelde dat verzoeker de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) had overtreden door zonder vergunning te bouwen en het bestemmingsplan te schenden. Verzoeker betwistte deze overtredingen en stelde dat de schuur niet bewoond werd, maar als kantine werd gebruikt voor zijn paardenhouderij.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de feiten die ten grondslag lagen aan de opgelegde lasten onvoldoende waren onderbouwd. De voorzieningenrechter concludeerde dat de last om de woonruimten te verwijderen (last 1) en de last om huisraad te verwijderen (last 3) niet in stand konden blijven, omdat de argumenten van verweerder niet voldoende waren onderbouwd. Last 2, die betrekking had op het beëindigen van de bewoning, kon echter wel standhouden. De voorzieningenrechter schorste het primaire besluit voor de lasten 1 en 3 tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar en droeg verweerder op het griffierecht en de proceskosten aan verzoeker te vergoeden.