ECLI:NL:RBNHO:2021:4116

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
18 mei 2021
Zaaknummer
8755561
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verrekening van schade met facturen door vermeende fout met naheffingsaanslag Belastingdienst

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Activa, Accountants & Belastingadviseurs B.V. (hierna: AA&B) een vordering ingesteld tegen Nunc Aut Nunquam Pensioen B.V. (hierna: Nunc) wegens onbetaalde facturen voor verleende diensten. AA&B heeft werkzaamheden verricht voor Nunc, waaronder fiscaal advies en het opstellen van een beroepschrift. Nunc heeft de facturen van in totaal € 5.478,88 onbetaald gelaten en AA&B vordert nu betaling van € 6.574,82, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.

Nunc heeft de vordering betwist en een tegenvordering ingesteld, stellende dat AA&B een fout heeft gemaakt bij de aangifte vennootschapsbelasting, wat heeft geleid tot een naheffingsaanslag van de Belastingdienst. Nunc stelt dat deze fout hen schade heeft berokkend en dat de vorderingen van AA&B verrekend moeten worden met deze schade. De kantonrechter heeft de vordering van AA&B toegewezen, omdat niet is komen vast te staan dat Nunc daadwerkelijk schade heeft geleden. De kantonrechter oordeelt dat Nunc onvoldoende bewijs heeft geleverd voor hun claims en dat de vordering van AA&B tot betaling van de hoofdsom voor toewijzing gereed ligt.

De kantonrechter heeft de tegenvordering van Nunc afgewezen, omdat Nunc niet heeft aangetoond dat er sprake was van schade die verrekend kon worden. De kantonrechter heeft tevens de proceskosten aan de zijde van AA&B toegewezen, omdat Nunc ongelijk heeft gekregen in deze procedure. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8755561 \ CV EXPL 20-7822
Uitspraakdatum: 4 mei 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Activa, Accountants & Belastingadviseurs B.V.
gevestigd te Hoofddorp
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
hierna te noemen: AA&B
gemachtigde: mr. O.J. Boeder
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nunc Aut Nunquam Pensioen B.V.
gevestigd te Hoofddorp
gedaagde in conventie
eiseres in reconventie
hierna te noemen: Nunc
gemachtigde: T.R. Ercevic

1.Het procesverloop

1.1.
AA&B heeft bij dagvaarding van 10 september 2020 een vordering tegen Nunc ingesteld. Nunc heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Op 26 maart 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft AA&B bij brief van 17 maart 2021 een akte vermindering eis gestuurd.

2.De feiten

2.1.
AA&B heeft in opdracht en voor rekening van Nunc werkzaamheden verricht betreffende fiscaal advies, het opstellen van een beroepschrift, het corresponderen met de Belastingdienst en het opstellen van een vaststellingsovereenkomst.
2.2.
AA&B heeft voor deze werkzaamheden drie facturen aan Nunc verzonden van in totaal € 5.478,88. Nunc heeft de facturen onbetaald gelaten.
2.3.
Op 13 december 2018 is er tussen de Belastingdienst en Nunc een vaststellingsovereenkomst gesloten welke betrekking had op de pensioenvoorziening van Nunc. Nunc werd hierbij vertegenwoordigd door [betrokkene 1] van AA&B. AA&B heeft een externe pensioenspecialist ingeschakeld om deel te nemen aan het gesprek; [betrokkene 2] (hierna te noemen: [betrokkene 2]).

3.De vordering

3.1.
AA&B vordert – na vermindering van eis – dat de kantonrechter Nunc veroordeelt tot betaling van € 6.574,82, bestaande uit € 5.168,00 aan hoofdsom, € 633,40 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 773,42 aan wettelijke rente, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2020 en Nunc veroordeelt in de proceskosten.
3.2.
AA&B legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat AA&B de werkzaamheden conform het gebruikelijke uurtarief in rekening heeft gebracht en Nunc de gefactureerde werkzaamheden en bedragen niet betwist. Nu er geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatig handelen van AA&B, is Nunc de gefactureerde bedragen verschuldigd.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
Nunc betwist de vordering (gedeeltelijk) en voert aan – samengevat – dat de werkzaamheden en de facturen zoals zij na vermindering van eis zijn ingebracht in beginsel kloppen. Er is echter wel een fout gemaakt door AA&B met de aangifte vennootschapsbelasting, waardoor de Belastingdienst Nunc een naheffing heeft gestuurd van € 10.051,00. Tijdens het gesprek met de Belastingdienst is deze naheffing pas ter sprake gekomen nadat er tussen Nunc en de Belastingdienst een vaststellingsovereenkomst was gesloten. Indien deze naheffing onderdeel was geworden van de vaststellingsovereenkomst had Nunc deze schade niet geleden omdat zij in een veel betere onderhandelingspositie was gekomen. AA&B is aansprakelijk voor deze schade omdat zij de aangifte vennootschapsbelasting niet goed heeft ingediend.
4.2.
Gelet op het voorgaande vordert Nunc – samengevat – bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter:
I. vaststelt dat AA&B kosten niet op juiste manier conform artikel 15 Wet VPB heeft toegepast;
II. vaststelt dat AA&B door een beroepsfout niet voldaan heeft aan haar wettelijk opgelegde zorgplicht en derhalve wanprestatie heeft gepleegd;
III. vaststelt dat AA&B aansprakelijk is voor de ontstane schade;
IV. de vorderingen van AA&B verrekent met de door Nunc gelede schade;
V. vaststelt dat Nunc schade heeft geleden door fouten van AA&B;
VI. de hoogte van de door Nunc geleden schade vaststelt;
VII. AA&B veroordeelt in de proceskosten, inclusief nakosten.
4.3.
AA&B betwist de tegenvordering.

5.De beoordeling

de vordering en de tegenvordering
5.1.
De vordering en de tegenvordering lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
5.2.
Ter zitting heeft Nunc erkend dat AA&B werkzaamheden heeft uitgevoerd en dat de hoogte van de hoofdsom na vermindering van eis klopt. In beginsel ligt daarom de vordering van AA&B tot betaling van de hoofdsom voor toewijzing gereed. Nunc heeft echter (onder andere) een beroep gedaan op verrekening van deze facturen met de gestelde schade die hij heeft geleden als gevolg van het feit dat de naheffingsaanslag van de Belastingdienst niet meegenomen is in de onderhandelingen. Nunc heeft daartoe aangevoerd dat [betrokkene 2], indien de naheffing onderdeel was van de onderhandelingen, een hoger salaris tot uitgangspunt had genomen in deze onderhandelingen. Dan had Nunc geen schade geleden.
5.3.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Niet gebleken is dat Nunc schade heeft geleden. De berekeningen die volgens Nunc zijn gebruikt in de onderhandelingen met de Belastingdienst, zijn niet overgelegd. Daarbij komt dat, naar de kantonrechter begrijpt, (nog) geen berekeningen zijn gemaakt waarin rekening wordt gehouden met de naheffingsaanslag. Nunc heeft ter zitting een aanbod gedaan om deze berekeningen nog te overleggen, maar hieraan gaat de kantonrechter voorbij. Het had op de weg van Nunc gelegen deze al bij conclusie van antwoord in het geding te brengen. Zowel haar verweer in conventie als haar vordering in reconventie is gestoeld op beweerdelijk geleden schade. Deze schade dient dan ook onderbouwd te worden. Daarbij komt dat zelfs als vast zou komen te staan dat [betrokkene 2] een hoger salaris in de onderhandelingen mee had kunnen nemen, het nog te onzeker en te onduidelijk is of dit iets aan de onderhandelingspositie van Nunc of de uitkomst van het gesprek zou hebben veranderd. Het gesprek met de Belastingdienst opnieuw voeren is geen optie meer, zodat er slechts gegist kan worden naar de eventuele uitkomst. AA&B heeft bovendien terecht aangevoerd dat Nunc geen schade heeft geleden omdat de Belastingdienst geen boetes heeft opgelegd, maar slechts hetgeen heeft nageheven waartoe zij gerechtigd was. Indien de gegevens van Nunc direct goed waren ingediend, had Nunc geen naheffingsaanslag ontvangen maar had zij de belasting hierover in de jaren voor het gesprek met de Belastingdienst moeten betalen. Deze kosten hadden dan ook geen onderdeel uit kunnen maken van de onderhandelingen.
5.4.
Gelet op het voorgaande is niet vast komen te staan dat Nunc schade heeft geleden, zodat haar beroep op verrekening niet slaagt. De vordering in conventie wordt toegewezen. Dit leidt tevens tot de conclusie dat de vorderingen in reconventie onder III, IV, V en VI worden afgewezen. De vorderingen in reconventie onder I en II zullen ook worden afgewezen nu Nunc niet duidelijk heeft gemaakt welk belang zij (nog) heeft bij deze vorderingen. Dit geldt temeer nu de kantonrechter heeft geoordeeld dat Nunc geen schade heeft geleden en ook de mogelijkheid van schade niet aannemelijk is (zie het arrest van de Hoge Raad van 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:760).
5.5.
De conclusie is dat de kantonrechter de vorderingen in conventie zal toewijzen en in reconventie zal afwijzen. De kantonrechter stelt vast dat AA&B voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag van € 633,40 aan buitengerechtelijke incassokosten wordt toegewezen. De wettelijke rente zal als onvoldoende gemotiveerd betwist worden toegewezen.
5.6.
De proceskosten in conventie en reconventie komen voor rekening van Nunc, omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
veroordeelt Nunc tot betaling aan AA&B van € 6.574,82, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 10 september 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Nunc tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van AA&B tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 87,99
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 622,00;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af;
de tegenvordering
6.5.
wijst de vordering af;
6.6.
veroordeelt Nunc tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor AA&B worden vastgesteld op een bedrag van € 311,00 aan salaris van de gemachtigde van AA&B;
6.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter