Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- post 2: verletkosten/vrije dag voor bijwonen zitting: € 105,29
- post 3: niet vergoede kosten voetreflextherapie: € 455,-
- post 4: verplicht eigen risico zorgverzekering: € 385,-.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
3 (drie) maanden.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 3.342,70(zegge: drieduizend driehonderdtweeënveertig euro en zeventig cent), bestaande uit € 842,70 als vergoeding voor de materiële schade en € 2.500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag aan materiële schade vanaf 10 juni 2021 en vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag aan immateriële schade vanaf 8 februari 2006 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 3.342,70(zegge: drieduizend driehonderdtweeënveertig euro en zeventig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 43 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag aan materiële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2021 en dat het te betalen bedrag aan immateriële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2006, tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.