Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[handelsnaam]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
onderbouwing vordering volgens ingebreke stelling produktie 4” en “
onderbouwing toerekenbare tekortkoming uitgevoerde werkzaamheden”. Hoewel het niet de taak van de kantonrechter is om uit een tweetal producties van totaal 27 pagina’s een eventuele vermeerdering van gronden van de vordering te halen heeft zij toch ter zitting de vraag gesteld of [eiser] (al dan niet subsidiair) bedoeld heeft wanprestatie aan zijn vordering ten grondslag te leggen. Deze vraag is in eerste instantie door [eiser] ontkennend beantwoord. [eiser] heeft later ter zitting echter alsnog een beroep gedaan op wanprestatie. De kantonrechter is van oordeel dat deze wijziging dan wel vermeerdering van gronden in strijd is met de goede procesorde. De akte overlegging producties voldoet niet aan de vereisten die artikel 130 Rv stelt voor een wijziging of vermeerdering van de gronden omdat daaruit niet (duidelijk) blijkt dat die akte daarvoor bedoeld is. Er zijn namelijk producties overgelegd. Bovendien heeft [eiser] eerst ontkend dat bedoeld is de gronden van zijn vordering te veranderen of vermeerderen en daar vervolgens pas aan het einde van de mondelinge behandeling alsnog een beroep op gedaan. Door deze gang van zaken is [gedaagde] onredelijk bemoeilijkt in zijn verweer. De kantonrechter gaat dan ook voorbij aan de wijziging dan wel vermeerdering van de gronden.