Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
houdende uiteenzetting feitelijke achtergrondenovergelegd.
2.Feiten
Het Gehuurde mag door of vanwege Huurder worden gebruikt als horecaruimte in de ruimste zin des woords als bedoeld in artikel 7:290 BW, volgens een van de door McDonald’s gevoerde formules. Voorgaande onder de voorwaarde dat huurder dit gebruik onherroepelijk vergund krijgt.
Deze Huurovereenkomst kan door Huurder worden ontbonden indien niet uiterlijk op1 januari 2021een onherroepelijke omgevingsvergunning en eventueel andere benodigde publiekrechtelijke medewerking, in eveneens een onherroepelijke vorm, is verkregen van de daartoe bevoegde (overheids)instanties, voor het in het Gehuurde realiseren en exploiteren volgens de bestemming opgenomen in artikel 1.3. Huurder dient hiertoe tijdig alle aanvragen in te dienen zodat die datum haalbaar is gezien de wettelijke termijnen en zich tot uiterste in te spannen een onherroepelijke omgevingsvergunning te hebben verkregen voor bovenvermelde datum. Huurder zal verhuurder een kopie van de aanvraag toesturen binnen een week na de indienen daarvan.
Deze huurovereenkomst kan door Huurder worden ontbonden indien niet uiterlijk op1 januari 2021de benodigde privaatrechtelijke medewerking is verleend, in de breedste zin des woords, waaronder de medewerking van de VVE, voor het in het Gehuurde realiseren en exploiteren volgens de bestemming opgenomen in artikel 1.3.
(…) Tijdens een gesprek op 2 maart 2021 tussen u en mijn collega de heer [B] heeft u bevestigd dat de benodigde VvE toestemming niet voor 1 maart 2021 is verkregen. Om die reden maakt McDonald’s gebruik van ontbindingsmogelijkheid en ontbindt zij door middel van de onderhavige brief de huurovereenkomst tussen partijen op grond van artikel 14.21.
Met verbazing nam ik kennis van uw brief d.d. 4 maart 2021 (…) Het informeren van en het in gang zetten van het (formeel) verkrijgen van de medewerking van de VVE voor het realiseren van het gehuurde conform de bestemming zou op aangeven van de heer [B] plaats gaan vinden, dit pas ná het indienen van de vergunning door McDonald’s. (…) In het telefoongesprek van 2 maart jl. vroeg ik de heer [B] dan ook of ik dat traject nu moest gaan inzetten en hij bevestigde dat. Alleen al vanuit deze bevestiging begrijpen wij niet waarom er dan vervolgens twee dagen later een beroep op deze grond wordt gedaan. In het vervolg van het telefoongesprek gaf hij ook aan dat uit het vooroverleg met de gemeente voor de recent ingediende vergunning zijns inziens geen problemen meer zouden voortvloeien en dat de energievoorziening, hoewel een lastig hoofdstuk gebleken, inmiddels getackeld was. Ook daaruit maakten wij op dat de onzekerheid die eind vorig jaar nog speelde, nu opgelost was. (…) Het verkrijgen van medewerking van de VVE voor het realiseren van het gehuurde conform de bestemming, is naar het zich laat aanzien een formaliteit, daarbij speelt mee dat wij 55% van de stemmen in de VVE hebben en wij gewoonweg conform het bestemde gebruik verhuren aan u. Het is zodoende zeer onwaarschijnlijk dat deze medewerking niet tot stand komt.
In de brief geeft GTSE aan dat partijen op initiatief van de heer [B] overeengekomen zouden zijn dat verkrijging van de VvE toestemming gekoppeld zou worden aan de aanvraag van de omgevingsvergunning. Hoewel partijen die afspraak wel gemaakt hebben, is die afspraak in gemeenschappelijk overleg tot stand gekomen en niet op initiatief van de heer [B] . GTSE had daar weldegelijk een eigen belang bij. Daarbij komt dat het verkrijgen van de benodigde toestemming van de VvE – gezien het lidmaatschap van GTSE van de VvE – altijd uitsluitend een verantwoordelijkheid is gebleven van GTSE. (…) Met betrekking tot hetgeen GTSE stelt aangaande het telefoongesprek van 2 maart jl. schetst zij een onjuiste weergave van de feiten. De heer [B] heeft u niet medegedeeld dat het VvE traject gestart kon worden en evenmin dat de problemen rondom de energievoorziening thans opgelost zouden zijn (…) Hoe het ook zij, de benodigde VvE toestemming is niet tijdig verkregen. Aangezien het, volgens GTSE haar eigen woorden, slechts een formaliteit betrof, (…) valt niet in te zien, waarom die toestemming niet reeds in februari 2021 verkregen had kunnen worden, althans waarom toen niet direct om deze toestemming is verzocht. GTSE heeft pas actie ondernomen toen op 2 maart jl. de heer [B] verzocht om opheldering over de status van die VvE toestemming. Bovendien heeft GTSE geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 14.22 van de huurovereenkomst om voorafgaand aan 1 maart 2021 in overleg te treden met McDonald’s over een verlenging van die termijn. Die mogelijkheid staat na 1 maart 2021 niet meer open. McDonald’s heeft de huurovereenkomst rechtsgeldig en op juiste wijze ontbonden (…)
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Heeft McDonald’s de huurovereenkomst rechtsgeldig ontbonden?
zo spoedig mogelijkbij aangetekende brief aan GTSE moet mededelen. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is daaraan alleen voldaan ten aanzien van het ontbreken van toestemming van de VvE. Dat McDonald’s op 4 maart 2021 mogelijk ook andere redenen had om de overeenkomst te ontbinden blijkt niet uit de brief en GTSE hoefde daar geen rekening mee te houden. McDonald’s voert in dat verband nog aan dat in het geheel geen motivering van het beroep op ontbinding was vereist. De kantonrechter deelt dit standpunt niet. Een redelijke uitleg van artikel 14.20 en 14.21 brengt mee dat McDonald’s aan GTSE in elk geval de reden meedeelt van een beroep op een van deze ontbindende voorwaarden cq toelicht dat sprake is van een situatie waarin ontbinding op grond van die artikelen mogelijk is. McDonald’s heeft dit kennelijk zelf ook zo gezien door in de brief van 4 maart 2021 wel een grond te noemen voor de ontbinding. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de overige gronden zoals genoemd in de brief van 12 mei 2021 niet alsnog aan de ontbinding ten grondslag kunnen worden gelegd.
om binnen twee weken na verlening van de omgevingsvergunning(en) voor sloop en bouwen (en reclame) aan te vangen met de sloop- en bouwwerkzaamheden conform de als productie 6 overgelegde ingediende aanvragen omgevingsvergunning d.d. 4 februari 2021 teneinde het gehuurde gereed te maken voor de exploitatie van een McDonald’s restaurant, een en ander op straffe van een dwangsom. GTSE heeft echter onvoldoende onderbouwd dat dit een afdwingbare verplichting uit de huurovereenkomst is. In artikel 1.3 van de huurovereenkomst staat alleen dat het gehuurde door of vanwege McDonald’s mag worden gebruikt als horecaruimte volgens een van de door McDonald’s gevoerde formules. Dit is onvoldoende om McDonald’s te veroordelen tot het uitvoeren van de betreffende werkzaamheden. Dit onderdeel van de vordering wordt daarom afgewezen.