Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats]
4. [passagier sub 4]
5. [passagier sub 5]
6. [passagier sub 6]
7. [passagier sub 7]
8. [passagier sub 8]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 6.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 januari 2017, althans vanaf datum ingebrekestelling tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 847,00 althans € 816,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal de vordering of het gevorderde bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten € 435,60 (inclusief btw), en voor het overige afwijzen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.