Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 juli 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
.Door het gebruik van de verleden tijd (‘stond’ in plaats van ‘staat’) wordt voorkomen dat een inschrijving van een zelfstandige in het handelsregister met terugwerkende kracht, alsnog voor de regeling in aanmerking kon komen. Het betoog van eiseres dat de toelichting niet als regel kan gelden slaagt niet. In de toelichting bij het artikel is het uitgangspunt zoals vermeld in het artikel nader uitgelegd. Daar staat expliciet vermeld dat de zelfstandige die zich na die datum alsnog met terugwerkende kracht heeft ingeschreven in het handelsregister niet in aanmerking komt. Daar komt bij dat uit de gestelde Kamervragen en antwoorden van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over zelfstandigen die net buiten de Tozo dreigen te vallen (de kamervragen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, Aanhangsel, ah-tk-20192020-3530) eveneens blijkt dat bepalend is de inschrijving in het handelsregister op de peildatum 17 maart 2020. Dit leidt tot de conclusie dat eiseres niet voldoet een het gestelde vereiste van inschrijving in het handelsregister op 17 maart 2020.