Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 27 november 2020 met producties 1 tot en met 6;
- de conclusie van antwoord tevens eis in voorwaardelijke reconventie met producties 1 tot en met 6;
- het tussenvonnis van 3 februari 2021;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties 7 tot en met 10;
- de e-mail van 6 april 2021 van mr. Molenaar voornoemd met producties 7 tot en met 13.
- de heer [rrr] en mevrouw [sss] namens VSB, bijgestaan door haar advocaat;
- [gedaagde] en mevrouw [ttt] (partner van [gedaagde] ), bijgestaan door zijn advocaat.
3.Feiten
- Uit de diverse verklaringen van betrokkenen is niet vast komen te staan dat een kortsluiting oorzaak is van een lekkage enerzijds
- Er niet is vastgesteld dat de werknemers van VSB Wellness de kortsluiting veroorzaakt hebben zie bijlage 15 mail Pe [uuu]
- Er door [gedaagde] / [ttt] en de heer [uuu] tegenstrijdige verklaringen worden gegeven over de hoeveelheid water welke in de kelder gestroomd zou worden
- Het schade beeld niet gekoppeld kan worden aan de gevolgen van het uitgestroomde water. Maar duid op restvocht in de onderliggende constructie.
4.Het geschil
in conventie
5.De beoordeling
- dagvaarding € 86,85
- griffierecht € 2.042,00
- salaris advocaat
€ 563,00(1 punt x tarief € 563,00)