ECLI:NL:RBNHO:2021:7038

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 augustus 2021
Publicatiedatum
20 augustus 2021
Zaaknummer
8755527
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cessie van vordering tandartspraktijk op patiënt zonder geldige cessieakte

In deze zaak heeft Anders Medical Factoring B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde, met betrekking tot de betaling van twee facturen voor tandheelkundige behandelingen. De vordering is gebaseerd op een cessie van de vordering van de tandartspraktijk aan Anders Medical. De gedaagde erkent dat hij de tandartspraktijk heeft bezocht, maar betwist de geldigheid van de cessie, het bestaan van de behandelovereenkomst en de juistheid van de facturen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de cessie van de vordering onvoldoende is onderbouwd, omdat er geen geldige cessieakte aanwezig is. De kantonrechter heeft de vordering van Anders Medical afgewezen en geoordeeld dat de gedaagde de facturen niet hoeft te betalen. Tevens is de gedaagde ambtshalve niet-ontvankelijk verklaard in zijn tegenvordering, die te laat was ingediend. De proceskosten zijn voor rekening van Anders Medical, die is veroordeeld tot betaling van de kosten van de gemachtigde van de gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8755527 \ CV EXPL 20-7808
Uitspraakdatum: 4 augustus 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CE Medical Factoring B.V.handelend onder de (handels)naam
Anders Medical Factoring
gevestigd te Vianen
eiseres
verder te noemen: Anders Medical
gemachtigde: Webcasso B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Anders Medical heeft bij dagvaarding van 1 september 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft op 23 september 2020 mondeling geantwoord en op 21 oktober 2020 nog aanvullend mondeling geantwoord.
1.2.
Anders Medical heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een mondelinge reactie heeft gegeven onder gelijktijdige indiening van een schriftelijk verweer.

2.De zaak in het kort

Deze zaak gaat over de betaling van twee facturen van een tandartspraktijk. Anders Medical stelt dat deze vordering aan haar is gecedeerd. [gedaagde] erkent in de tandartspraktijk te zijn geweest, maar betwist de cessie, het bestaan van de behandelovereenkomst en de juistheid van de facturen. De kantonrechter is van oordeel dat de cessie van de vordering op [gedaagde] onvoldoende is onderbouwd en dat [gedaagde] de facturen, althans het gevorderde bedrag, niet hoeft te betalen. De kantonrechter licht haar oordeel in het vonnis toe.

3.Feiten

3.1.
[gedaagde] heeft op 3 juni 2019 een vorm van tandheelkundige behandeling ondergaan bij Tandheelkundig Centrum [naam 1] (hierna: ‘ [tandheelkundig centrum] ’).
3.2.
Anders Medical is een factoringbedrijf voor onder meer tandartsen.
3.3.
Anders Medical heeft op 14 juni 2019 en 29 juli 2019 twee facturen aan [gedaagde] gestuurd voor € 423,64 respectievelijk € 21,78 (hierna: ‘de facturen’).
3.4.
De gemachtigde van Anders Medical heeft op 22 mei 2020 een aanmaning voor de betaling van de facturen aan [gedaagde] gestuurd.
3.5.
Op 19 juni 2020 heeft [naam 2] Gerechtsdeurwaarder een laatste aanmaning voor de betaling van de facturen aan [gedaagde] gestuurd.
3.6.
De facturen zijn onbetaald gebleven.

4.De vordering

4.1.
Anders Medical vordert dat de kantonrechter [gedaagde] :
tegen behoorlijk bewijs van kwijting, veroordeelt tot betaling van € 500,00 - onder reservering van haar rechten van hetgeen zij meer of anders van [gedaagde] te vorderen heeft -, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 september 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt in de kosten van deze procedure, hieronder begrepen het salaris van de gemachtigde en eventueel te vermeerderen met de btw over de daarvoor in aanmerking komende kosten.
4.2.
Anders Medical legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] zijn verplichting tot betaling op grond van bij hem verrichte tandheelkundige behandelingen niet is nagekomen, welke vordering tot betaling aan Anders Medical is gecedeerd.

5.Het verweer

[gedaagde] betwist de vordering. Hij erkent op 3 juni 2019 bij [tandheelkundig centrum] te zijn geweest, maar betwist dat de gefactureerde behandelingen zijn overeengekomen. Ook betwist [gedaagde] de juistheid van de facturen en de cessie van de vordering van [tandheelkundig centrum] aan Anders Medical. Voor zover voor de beoordeling van belang, zal hierna op het verweer van [gedaagde] nader worden ingegaan.

6.De beoordeling

6.1.
Nadat eerst kort op de eis in reconventie wordt ingegaan, zal de beoordeling zich toespitsen op de vraag of sprake is van een rechtsgeldige cessie of niet. De vordering van Anders Medical zal namelijk moeten worden afgewezen als geen sprake is van een rechtsgeldige cessie.
Eis in reconventie
6.2.
[gedaagde] heeft bij conclusie van dupliek een tegenvordering ingediend. Dat is te laat. Hij had de tegenvordering volgens artikel 137 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dadelijk bij antwoord in moeten stellen, zodat hij ambtshalve niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
6.3.
Omdat Anders Medical niet meer op de tegenvordering heeft hoeven reageren en omdat een inhoudelijke beoordeling niet nodig is, zal aan de tegenvordering geen proceskostenveroordeling worden verbonden.
Cessie
6.4.
Anders Medical stelt dat [tandheelkundig centrum] haar vordering op [gedaagde] aan haar heeft gecedeerd door een akte en mededeling van de cessie aan [gedaagde] . Voor zover nodig heeft Anders Medical bij dagvaarding mededeling van de cessie aan [gedaagde] gedaan. [gedaagde] betwist dat de vordering rechtsgeldig is gecedeerd, omdat - kort weergegeven - een geldige cessie-akte ontbreekt.
6.5.
Met betrekking tot de cessie als zodanig stelt de kantonrechter voorop dat voor de levering van een vordering op naam (als hier aan de orde) op grond van artikel 3:94 lid 1 Burgerlijk Wetboek (hierna: ‘BW’) zijn vereist (1) een daartoe bestemde akte en (2) mededeling daarvan door de vervreemder dan wel de verkrijger aan de schuldenaar.
6.6.
Overwogen wordt dat aan laatstgenoemde eis in ieder geval is voldaan doordat Anders Medical in de dagvaarding heeft vermeld dat de vordering van [tandheelkundig centrum] aan haar werd overgedragen. Bovendien vermelden de facturen dat deze namens [tandheelkundig centrum] zijn en dat de nota is gecedeerd aan CE Medical Factoring B.V., wat eveneens als mededeling van de cessie heeft te gelden.
6.7.
Ten aanzien van het eerste vereiste, de akte van cessie, wordt overwogen dat Anders Medical bij conclusie van repliek een tussen haar en [tandheelkundig centrum] gesloten ‘Model - AKTE VAN CESSIE bij Overeenkomst aangaande factoring voor Zorgverleners’ van 9 november 2016 heeft overgelegd en een deel van een vorderingenlijst/overdrachtsbestand met betrekking tot de onderhavige facturen. De ‘factoringovereenkomst’ zelf is niet overgelegd. Hoewel de (gestelde) vordering van [tandheelkundig centrum] pas geruime tijd na het opmaken van de akte van cessie is ontstaan (namelijk in 2019), staat dit enkele gegeven niet aan een rechtsgeldige cessie in de weg. Immers, op grond van artikel 3:97 BW kunnen ook toekomstige goederen, waaronder vorderingen op naam, in beginsel bij voorbaat worden geleverd.
6.8.
Ten aanzien van de inhoud van de akte van cessie geldt naar bestendige jurisprudentie dat niet vereist is dat de vordering in de akte zelf moet zijn geïndividualiseerd maar dat voldoende is dat de akte zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vordering het gaat, bijvoorbeeld aan de hand van cessielijsten, al dan niet geïnterpreteerd in het licht van objectieve administratieve gegevens, waarbij de vraag hoe specifiek die gegevens dienen te zijn, moet worden beantwoord aan de hand van de omstandigheden van het geval.
6.9.
Omdat de ‘factoringovereenkomst’ niet is overgelegd, kan uitsluitend aan de hand van de voornoemde akte van cessie worden beoordeeld of die zodanige gegevens bevat dat achteraf kan worden vastgesteld of ook de vordering op [gedaagde] is gecedeerd. In dit geval is in voornoemde akte van cessie (onder punt 2) opgenomen dat [tandheelkundig centrum] (cedent) aan Anders Medical (cessionaris) daarbij cedeert: ‘alle rechten en verplichtingen jegens haar Debiteuren uit hoofde van de Vorderingen, gespecificeerd op
Bijlage 1’. Bijlage 1 bij voornoemde akte van cessie is niet overgelegd, althans het deel van de vorderingenlijst/overdrachtsbestand dat wél is overgelegd - met vermelding van een tweetal (gestelde) behandelingen van [gedaagde] in 2019 - kan, vanwege het feit dat die (gestelde) behandelingen pas drie jaar later zijn uitgevoerd, geen onderdeel van Bijlage 1 bij voornoemde akte van cessie zijn. Daarbij komt dat in de overwegingen van voornoemde akte van cessie (onder B) het volgende is opgenomen (onderstreping kantonrechter):
De vorderingen - gespecificeerd op Bijlage 1 - (“Vorderingen”)zijndigitaal door Cedent aan Andersaangeleverdop ……………….. (“Aanleverdatum”);
6.10.
De hiervoor geciteerde bewoordingen of de definities ‘Aanleverdatum’, ‘Debiteur’, en ‘Vordering’ in voornoemde akte van cessie bieden geen aanknopingspunt voor cessie van op het moment van tekenen van voornoemde akte van cessie nog niet bestaande toekomstige vorderingen, zoals de gestelde vordering op [gedaagde] .
6.11.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat geen sprake is van een rechtsgeldige cessie van de vordering van [tandheelkundig centrum] op [gedaagde] aan Anders Medical, althans Anders Medical heeft onvoldoende gesteld zodat de cessie niet is komen vast te staan. [gedaagde] hoeft de facturen daarom niet aan Anders Medical te betalen.
6.12.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Anders Medical zal afwijzen.
Overweging ten overvloede
6.13.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat, ook al zou cessie van de vordering op [gedaagde] zijn vast komen te staan, Anders Medical te weinig aanknopingspunten biedt om haar stelling dat de door [gedaagde] betwiste behandelingen wél zijn overeengekomen, nader te onderbouwen. Ook om die reden zou haar vordering zijn afgewezen.

7.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
7.1.
wijst de vordering af;
7.2.
veroordeelt Anders Medical tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op een bedrag van € 150,00 aan salaris van de gemachtigde van [gedaagde] ;
7.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.
de tegenvordering
7.4.
verklaart [gedaagde] ambtshalve niet-ontvankelijk in zijn tegenvordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter