Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
€ 6.587,43verschuldigd is over de periode 1 januari 2006 tot en met 18 januari 2021 na aftrek van de bedragen die zij al betaald heeft. Dat bedrag is toewijsbaar. Zoals hiervoor in 5.3 is overwogen dient daarop een bedrag van € 350,00 in mindering te worden gebracht.
€ 6.237,43(€ 6.587,43 - € 350,00) toewijsbaar. VGZ heeft haar vordering om haar moverende reden willen beperken tot een bedrag van € 500,00. Dat bedrag is als het mindere van € 6.237,43 toewijsbaar. Nu VGZ haar vordering heeft beperkt tot een bedrag van € 500,00, zal [gedaagde] worden veroordeeld tot dit bedrag, te vermeerderen met rente, aan VGZ te betalen.