ECLI:NL:RBNHO:2021:7847

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 september 2021
Publicatiedatum
9 september 2021
Zaaknummer
9377875 CV EXPL 21-5262
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake verkeersretributie met internationale bevoegdheid

Op 8 september 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht Mobiliteit en Parkeren Antwerpen AG, gevestigd te Antwerpen, België, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door ACCS International B.V., heeft de gedaagde partij gedagvaard. Aangezien de gedaagde partij in Nederland woont, diende de rechtbank te beoordelen of zij bevoegd was om kennis te nemen van de zaak, die betrekking heeft op de incasso van een verkeersretributie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat op basis van de Verordening (EU) nr. 1215/2012, ook wel het EEX genoemd, de Nederlandse rechter bevoegd is. De gedaagde partij heeft niet tijdig gereageerd op de dagvaarding, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft de vordering van de eisende partij toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werd geacht. De gedaagde partij is grotendeels in het ongelijk gesteld en is veroordeeld tot betaling van € 100,25 aan de eisende partij, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 265,65. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9377875 \ CV EXPL 21-5262
Uitspraakdatum: 8 september 2021
Verstekvonnis in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Mobiliteit en Parkeren Antwerpen AG
te Antwerpen (België)
de eisende partij
gemachtigde: ACCS International B.V.
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij is gevestigd in België en de gedaagde partij woont in Nederland. Dit betekent dat eerst moet worden vastgesteld of de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van de procedure. In het onderhavige geval gaat het om incasso van een verkeersretributie, zodat het een burgerlijke of handelszaak betreft zoals bedoeld in de Verordening (EU) nr. 1215/2012 (verder: het EEX). Nu de gedaagde partij in Nederland woont, acht de kantonrechter zich op grond van artikel 4 lid 1 van het EEX bevoegd het onderhavige geschil te beoordelen.
2.2.
De gedaagde partij heeft niet uiterlijk op de terechtzitting vermeld in het dagvaardingsexploot geantwoord of om uitstel verzocht, dan wel tijdig het verstek gezuiverd. De vordering wordt toegewezen, omdat deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
2.3.
De gedaagde partij wordt (grotendeels) in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 100,25, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 59,00 vanaf 29 juli 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 102,15 wegens dagvaardingskosten,
€ 126,00 wegens griffierecht en
€ 37,50 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter