Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 maart 2021
- de aanvullende producties E5 tot en met E12 van de zijde van [eiser]
- de akte overlegging producties G2 en G3 van de zijde van [gedaagde 1] c.s.
- de productie G1 (nogmaals) van de zijde van [gedaagde 1] c.s., met daarbij de bevestiging dat het geen concept rapport betreft, maar een definitief rapport (productie G4)
- de mondelinge behandeling van 25 juni 2021, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden, die zich in het dossier bevinden
- de aantekeningen mondelinge behandeling van mr. Van Buiten namens [eiser]
- de spreekaantekeningen van mr. Mahabiersing namens [gedaagde 1] c.s.
2.De feiten
‘ [gedaagde 1] c.s. toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen en [dat] door hem niet [is] weersproken dat hij als gevolg daarvan aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden schade, welke schade onder meer bestaat uit de kosten en lasten met betrekking tot de woning en het niet kunnen beschikken over de overwaarde van ongeveer € 450.000,- en daardoor mislopen van rendement.’De rechtbank heeft [gedaagde 1] c.s. veroordeeld tot betaling van (het restant van) de boete en voor recht verklaard dat [gedaagde 1] c.s. toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen jegens [eiser] en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [eiser] geleden en te lijden schade. De rechtbank heeft [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van deze schade aan [eiser] , nader op te maken bij staat.
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 250.000,00. Ook zal [eiser] kosten moeten maken voor de verkoop van de onroerende zaak, omdat de koop niet is doorgegaan. Verder heeft [eiser] na het vonnis van 26 juni 2019 diverse kosten moeten maken, waaronder juridische kosten en deurwaarderskosten. Die kosten zouden niet zijn gemaakt wanneer [gedaagde 1] c.s. de overeenkomst waren nagekomen, aldus nog steeds [eiser] .
€ 343.780,00, tegen een rente van ongeveer 3%, zijn afgelost. Per jaar bedraagt de hypotheekrente € 9.760,00. Volgens [eiser] resulteert dit in een totaalbedrag aan doorlopende maandelijkse kosten van € 1.286,79 ((€ 3.297,52 + € 2.384,01 + € 9.760,00) / 12).
6.428,00(2,0 punten × tarief € 3.214,00)
5.De beslissing
18 augustus 2021. [1]