ECLI:NL:RBNHO:2021:8474

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
30 september 2021
Zaaknummer
8645416 \ CV EXPL 20-5851
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens vertraging van een vlucht en de proceshouding van de eiser

In deze zaak heeft Airhelp Limited, gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., gevestigd in Ankara, Turkije, wegens compensatie voor vertraging van een vlucht. De vordering is ingesteld op 22 juli 2020, na een vertraging van meer dan drie uur van de vlucht van Istanbul naar Kaapstad op 28 april 2019. Airhelp heeft het vorderingsrecht van de passagier overgenomen en vordert een schadevergoeding van € 600,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder heeft echter aangevoerd dat Airhelp rauwelijks heeft gedagvaard, omdat er geen volledige documentatie was overgelegd en de vervoerder niet in de gelegenheid was gesteld om de claim te beoordelen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat Airhelp voldoende bewijs heeft geleverd dat de passagier zijn vorderingsrecht heeft overgedragen. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van Airhelp op grond van artikel 7 van de Verordening voor toewijzing gereed is, maar wijst de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten af, omdat deze niet voldoet aan de eisen van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter concludeert dat Airhelp in deze zaak niet heeft getracht om eerst op een minnelijke wijze tot een oplossing te komen, wat heeft geleid tot de conclusie dat er sprake is van rauwelijks dagvaarden. Daarom wordt Airhelp veroordeeld in de proceskosten van de vervoerder.

De beslissing van de kantonrechter is dat de vervoerder € 600,00 aan Airhelp moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en dat Airhelp de proceskosten van de vervoerder moet vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8645416 \ CV EXPL 20-5851
Uitspraakdatum: 15 september 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van haar vestiging
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen Airhelp
gemachtigde mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar Turks recht
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara, Turkije
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. H. Bulut-Yazir

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 22 juli 2020 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven. Airhelp heeft vervolgens nog een akte genomen.

2.De feiten

2.1.
De passagier [de passagier] (hierna: de passagier) heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via Istanbul Havalimani Airport, Instanbul (Turkije) naar Cape Town International Airport, Kaapstad (Zuid-Afrika) op 28 april 2019.
2.2.
De vlucht van Istanbul naar Kaapstad is met vertraging uitgevoerd, waarna de passagier met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming aangekomen.
2.3.
De passagier heeft zijn gepretendeerde vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp.
2.4.
De gemachtigde heeft namens Airhelp bij e-mail van 29 juli 2019 compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
De vervoerder heeft bij e-mail van 6 augustus 2019 de gemachtigde verwezen naar de website van de vervoerder en de gemachtigde erop gewezen welke documentatie hij dient bij te voegen, ter beoordeling van de ingediende claim.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder voert aan dat Airhelp op 29 juli 2019 middels een e-mail een brief, genaamd ‘Letter Before Action’, heeft verzonden aan de vervoerder, zonder nadere documentatie. De vervoerder heeft hierop laten weten dat hij aanvullende documentatie nodig heeft. Hierna is niets meer van Airhelp vernomen tot de dagvaarding. Ook bij de dagvaarding is geen paspoortkopie van de passagier overgelegd. Airhelp heeft de vervoerder rauwelijks gedagvaard terwijl de vervoerder nog in afwachting was van ontbrekende documenten. Na een jaar is de vervoerder gedagvaard zonder een aankondiging en zonder in de gelegenheid te zijn gesteld om de vordering te beoordelen. De vervoerder dient hiervoor eerst te kunnen beoordelen of de vordering betrekking heeft op de genoemde passagier. De procedure is dan ook onnodig aanhangig gemaakt. Onvolledige documentatie en het doorzetten van de procedure dient voor rekening en risico van Airhelp te komen.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
De vervoerder betoogt dat hij op grond van de betreffende vlieggegevens kan vaststellen dat de betreffende passagier vorderingsgerechtigd is. De vervoerder dient echter, aan de hand van de opgevraagde documentatie, te verifiëren of de vordering betrekking heeft op de genoemde passagier. Airhelp heeft nagelaten deze documentatie te verstrekken, aldus de vervoerder.
5.3.
De kantonrechter overweegt dat Airhelp bij dagvaarding een getekend assignmentformulier heeft overgelegd en het e-ticket van de passagier. Vervolgens is bij conclusie van repliek een kopie van het identiteitsbewijs van de passagier overgelegd, aan de hand waarvan de handtekening kan worden geverifieerd. Hiermee is dan ook voldoende aangetoond dat de passagier zijn gepretendeerde vorderingsrecht heeft overdragen aan Airhelp, zodat Airhelp ontvankelijk is in haar vordering. Gelet op de erkenning van de vervoerder ligt de vordering op grond van artikel 7 van de Verordening voor toewijzing gereed.
5.4.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is eveneens als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.5.
Airhelp heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. De vervoerder heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. De passagier heeft hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
5.6.
De vervoerder voert aan dat de onderhavige procedure onnodig aanhangig is gemaakt, omdat Airhelp een procedure had kunnen voorkomen door een volledig dossier aan te leveren. Airhelp stelt hiertegenover dat de vervoerder het, in strijd met de Verordening, onnodig lastig maakt voor passagiers om compensatie te verkrijgen. De website van de vervoerder verwijst weliswaar, na enig speurwerk, naar de rechten van de passagier, maar dan is niet duidelijk hoe de claim ingediend kan worden. Bovendien is niet duidelijk hoe de documentatie moet worden overgelegd. Airhelp heeft bij haar ‘Letter Before Action’ alle benodigde documenten aangeleverd die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van het recht op compensatie. Indien de vervoerder slechts had gevraagd om het aanleveren van een kopie van het identiteitsbewijs via e-mail dan had Airhelp daar gehoor aan gegeven. Het downloaden (de kantonrechter begrijpt: uploaden) van vier documenten via een ondoorzichtige website is onbegonnen werk en kan niet gevergd worden van de passagier of organisatie die opkomt voor de belangen van de passagiers. Het dagvaarden was noodzakelijk omdat de vervoerder geen efficiënte claimafhandeling heeft in Nederland, aldus nog steeds Airhelp.
5.7.
Vaststaat dat Airhelp de vervoerder slechts bij e-mail van 29 juli 2019 heeft aangemaand om tot betaling over te gaan. Als niet, althans onvoldoende weersproken staat vast dat de procedure voorkomen had kunnen worden indien de vervoerder alle benodigde documentatie voor datum dagvaarding had ontvangen. De vervoerder heeft daarbij gemotiveerd weersproken dat deze documentatie reeds bij e-mail van 29 april 2019 is overlegd. Uit het betoog van Airhelp begrijpt de kantonrechter dat zij 11 maanden na het verzenden van haar eerste en enige e-mail, tot dagvaarden is overgegaan omdat het uploaden van vier documenten (waarvan zij er al reeds één had gestuurd), te weten een kopie paspoort, een volmacht, het e-ticketnummer en een officiële brief waarmee de vordering wordt ingesteld, onbegonnen werk zou zijn.
5.8.
De kantonrechter overweegt als volgt. Het betreffen vier documenten die voor de onderhavige gerechtelijke procedure noodzakelijk zijn, en tijdens de procedure ook zijn overgelegd. Niet gebleken is dat het uploaden van deze documenten dusdanig veel inspanning vereist dat dit niet van een professionele gemachtigde kan worden verwacht dan wel dat de vervoerder dit onmogelijk heeft gemaakt. Naar het oordeel van de kantonrechter is er dan ook gelet op deze proceshouding, waarbij Airhelp op geen enkele wijze heeft getracht om eerst op een minnelijke wijze tot beëindiging van het geschil te komen, sprake van rauwelijks dagvaarden. De kantonrechter ziet daarin aanleiding om niet de vervoerder maar Airhelp conform het liquidatietarief te veroordelen in de proceskosten.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan Airhelp van € 600,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 28 april 2019 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
6.2.
wijst het meer of anders gevorderde af.
6.3.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 150,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter