ECLI:NL:RBNHO:2021:8708
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke voorlopige voorziening
Op 11 oktober 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam] B.V. en de burgemeester van de gemeente Bergen. De zaak betreft een verzoek om een proceskostenveroordeling in het kader van een voorlopige voorziening. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een last onder dwangsom die haar was opgelegd door de burgemeester, met als doel herhaling van overtredingen van de Wet publieke gezondheid te voorkomen. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om het primaire besluit te schorsen, maar na 5 juni 2021 was er geen sprake meer van overtreding van de aan het besluit ten grondslag liggende bepalingen, waardoor het verzoek om schorsing niet kon worden toegewezen.
De burgemeester trok het primaire besluit op 30 juni 2021 in, maar dit leidde niet tot een proceskostenveroordeling, omdat de voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening kennelijk ongegrond was. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de burgemeester in overweging genomen, die stelde dat het primaire besluit alleen was ingetrokken omdat het zijn werking had verloren na 5 juni 2021. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om de burgemeester te veroordelen in de proceskosten, aangezien het verzoek om voorlopige voorziening niet was ingewilligd.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De griffier en de voorzieningenrechter hebben de uitspraak ondertekend en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.