ECLI:NL:RBNHO:2021:8741
Rechtbank Noord-Holland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake bestuurlijke boete voor toeristische verhuur
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R.M. Rensing, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort. Dit beroep volgde op een bestuurlijke boete van € 12.500 die was opgelegd wegens het gebruik van een woning voor toeristische verhuur, wat in strijd is met de Huisvestingswet 2014 en de Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Zandvoort 2019. Na het indienen van het beroep heeft verweerder alsnog op het bezwaar beslist, maar verzoeker trok zijn beroep in en vroeg om een proceskostenveroordeling.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding, maar verweerder heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en uitspraak gedaan op basis van de ingediende stukken. De rechtbank overweegt dat de veroordeling in proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat verzoeker recht heeft op vergoeding van de gemaakte proceskosten, omdat verweerder tegemoet is gekomen aan het beroep.
De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 187,- voor de rechtsbijstand, en heeft verweerder tevens verplicht het door verzoeker betaalde griffierecht van € 181,- te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem en is openbaar uitgesproken. Verzoeker kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.