ECLI:NL:RBNHO:2021:8972
Rechtbank Noord-Holland
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen beslissing op bezwaar inzake infrastructuur en waterstaat
In deze zaak heeft eiser, wonende in [woonplaats], beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, gedateerd 7 juni 2021. De rechtbank Noord-Holland heeft op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer HAA 21/3219. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat eiser in het beroepschrift geen gronden heeft vermeld, zoals vereist volgens artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Eiser is door de rechtbank bij brief van 4 augustus 2021 verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. Onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft aangetoond dat deze brief op 5 augustus 2021 is bezorgd op het kantooradres van de gemachtigde van eiser. Eiser heeft echter niet gereageerd en het verzuim niet hersteld binnen de gestelde termijn.
Aangezien eiser geen reden heeft gegeven voor het verzuim en er geen verontschuldiging is gebleken, heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier, en is openbaar uitgesproken. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met deze uitspraak.