ECLI:NL:RBNHO:2021:9945

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 november 2021
Publicatiedatum
5 november 2021
Zaaknummer
HAA 21/328
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling na intrekking beroep inzake huisvestingsurgentie en stadsvernieuwingsurgentie

In de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland op 9 november 2021, in de zaak HAA 21/328, heeft de rechtbank het verzoek van de verzoeker om proceskostenveroordeling afgewezen. De verzoeker had eerder een aanvraag tot huisvestingsurgentie ingediend, welke op 7 augustus 2020 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem was geweigerd. Na een ongegrond verklaard bezwaar, heeft de verzoeker beroep ingesteld. Echter, op 16 juli 2021 trok de verzoeker het beroep in, met het verzoek om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de verweerder in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, maar verweerder heeft niet gereageerd.

De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten en uitspraak gedaan op basis van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat de veroordeling in proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. De rechtbank ziet geen aanleiding om het verzoek om proceskosten toe te wijzen, omdat er geen sprake is van tegemoetkomen in de zin van artikel 8:75a van de Awb. De stadsvernieuwingsurgentie is verleend op verzoek van Elan Wonen en niet op basis van de aanvraag van de verzoeker. Dit besluit is genomen op andere gronden dan die door de verzoeker in het beroep zijn aangevoerd.

De rechtbank concludeert dat het verzoek om proceskostenveroordeling moet worden afgewezen, omdat de omstandigheden niet voldoen aan de voorwaarden die in de wet zijn gesteld. De uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, en is openbaar uitgesproken. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 21/328

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 november 2021 in de zaak tussen

[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker

(gemachtigde: mr. J. Sprakel),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, Middelen & Services, verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 7 augustus 2020 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker van 24 april 2020 tot een huisvestingsurgentie geweigerd.
In het besluit van 10 december 2020 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft bij brief van 17 februari 2021 een verweerschrift ingediend.
Verweerder heeft bij besluit van 1 juli 2021 aan verzoeker een stadsvernieuwingsurgentie verleend. Bij brief van 6 juli 2021 heeft verweerder verzocht om, als het procesbelang nog gelegen is in vergoeding van de proceskosten, die af te wijzen op basis van hetgeen in het verweerschrift is betoogd.
Op 16 juli 2021 heeft verzoeker het beroep ingetrokken met daarbij het verzoek verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op dat verzoek. Verweerder heeft niet gereageerd.
Nadat partijen zijn gewezen op hun recht ter zitting te worden gehoord en niet binnen de gestelde termijn hebben verklaard gebruik te willen maken van dat recht, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten. De rechtbank doet uitspraak met toepassing van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding het verzoek om verweerder in de proceskosten te veroordelen toe te wijzen, omdat geen sprake is van tegemoetkomen in de zin van artikel 8:75a van de Awb. De stadsvernieuwingsurgentie is niet verleend op verzoek van verzoeker, maar op verzoek van Elan Wonen, en is toegekend op basis van een ander criterium dan de door verzoeker gevraagde urgentie. Het besluit van 1 juli 2021 is dan ook kennelijk genomen op andere gronden dan die verzoeker in beroep heeft aangevoerd.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.