ECLI:NL:RBNHO:2022:10399

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 december 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
C/15/333446 / KG ZA 22-552
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rekening en verantwoording in het kader van abonnementenbeheer

In deze zaak vordert &C Media, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J. Elkhuizen, van Abonnementenland en de Stichting Beheer Derdengelden Abonnementenland (gezamenlijk aangeduid als Bondis c.s.) een gespecificeerd overzicht van de ontvangen abonnementsgelden. De procedure is gestart na een geschil over de opzegging van een samenwerkingsovereenkomst tussen &C Media en Abonnementenland, die op 14 april 2022 door &C Media is opgezegd. Abonnementenland heeft de opzegging betwist en stelt dat de overeenkomst nog steeds van kracht is. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen verschenen, waaronder bestuurders van beide partijen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een verplichting tot rekening en verantwoording bestaat, ook al is er geen directe contractuele relatie tussen &C Media en de stichting. De rechter heeft geoordeeld dat zowel Abonnementenland als de stichting verplicht zijn om de gevraagde gegevens te verstrekken. De vorderingen van &C Media zijn gedeeltelijk toegewezen, met inachtneming van de voorwaarden dat Abonnementenland eerst openstaande facturen moet voldoen voordat toegang tot de benodigde gegevens wordt verleend. De rechter heeft ook dwangsommen opgelegd voor het niet nakomen van de veroordelingen. De proceskosten zijn voor Abonnementenland, die gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/333446 / KG ZA 22-552
Vonnis in kort geding van 1 december 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
&C MEDIA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. M.J. Elkhuizen te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. BONDIS,
gevestigd te Heemskerk,
2. de stichting
STICHTING BEHEER DERDENGELDEN ABONNEMENTENLAND,
gevestigd te Heemskerk,
gedaagden,
advocaten mr. J.W.A. Meddens en mr. J.S. Elfferich te Amsterdam.
Partijen zullen hierna worden genoemd eiseres &C Media en gedaagden gezamenlijk Bondis c.s. en ieder afzonderlijk Abonnementenland en de stichting.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de aanvullende producties van de zijde van &C Media
  • de producties van de zijde van Bondis c.s.
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van &C Media
  • de pleitnota van Bondis c.s.
1.2.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling zijn verschenen namens &C Media mevrouw [betrokkene 1] (bestuurder) en mevrouw [betrokkene 2] (controller), bijgestaan door mr. Elkhuizen voornoemd en namens Abonnementenland en de stichting de heren
[betrokkene 3] en [betrokkene 4] (bestuurders) en de heer [betrokkene 5] (operations manager), bijgestaan door mr. Meddens en mr. Elfferich voornoemd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1. &
C Media drijft een onderneming rond [betrokkene 6] met een maandelijks magazine, online platform, social media, mobile app, eigen tv-programma’s en live events.
2.2.
Bondis (hierna ook: Abonnementenland) drijft een onderneming op het gebied van abonnementenbeheer, -administratie en -management voor uitgeverijen. De bestuurder van Abonnementenland is B.V. Midgard te Heemskerk. De bestuurder van B.V. Midgard is
[betrokkene 3].
2.3.
De stichting houdt zich bezig met het beheren van derdengelden. De bestuurders van deze stichting zijn [betrokkene 4] en [betrokkene 3] (voornoemd).
2.4.
Op 13 juni 2017 hebben &C Media en Abonnementenland een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Ter uitvoering van die overeenkomst verzorgt Abonnementenland het hele proces van aanmelding van nieuwe abonnees, betaling en uitlevering van het blad ‘&C’ en van een speciale editie. Ook voert zij de administratie voor opzeggingen, levert zij de klantenservice en voert zij op verzoek van &C Media wervingsacties uit. De gegevens voor het abonnementenbeheer worden door Abonnementenland verwerkt in haar softwareprogramma THOR, in welk systeem, bedoeld voor de klantenservice, per abonnee de status kan worden nagegaan.
Abonnementsgelden die worden ontvangen via automatische incasso worden ontvangen via de rekening van de stichting. Betalingen die niet via automatische incasso verlopen komen rechtstreeks bij Abonnementenland binnen op een zogenoemde ‘dedicated rekening’, een tussenrekening die gereserveerd is voor gelden die binnenkomen ten behoeve van &C Media.
De gelden die via de stichting binnenkomen worden dagelijks op die tussenrekening gestort. Vanaf die rekening maakt Abonnementenland maandelijks het op basis van de bij haar bekende gegevens verschuldigde bedrag over aan &C Media.
2.5.
Van een deel van haar abonnementen doet &C Media het abonnementenbeheer zelf. Van deze abonnees ontvangt zij de abonnementsgelden rechtstreeks. Zij levert de gegevens over deze abonnementen op gezette tijden bij Abonnementenland aan voor verwerking in de door Abonnementenland opgestelde overzichten.
2.6. &
C Media heeft de samenwerkingsovereenkomst op 14 april 2022 per e-mail opgezegd aan Abonnementenland tegen 31 juli 2022.
Abonnementenland heeft op dezelfde dag de ontvangst van de e-mail bevestigd.
2.7.
Vervolgens is tussen &C Media en Abonnementenland een geschil ontstaan over deze opzegging en is de onderlinge verstandhouding verslechterd.
2.8.
Bij aangetekende brief van haar advocaat van 23 juni 2022 heeft &C Media de overeenkomst opgezegd.
2.9.
In een e-mail van 24 juni 2022 heeft Abonnementenland aan &C Media het volgende meegedeeld:
Wij hebben de opzegbrief ontvangen.
Rekeninghouden met het getekende contract zal het contract op 13 juni 2023 stoppen.
Dit is op 29 april 2022 ook al aan &C gevestigd en in de meeting van 31 mei ook.
2.10.
In een brief gedateerd 5 augustus 2023 (de voorzieningenrechter begrijpt: 2022) van Abonnementenland aan de advocaat van &C Media heeft de directeur van Abonnementenland zijn standpunt over beëindiging van de overeenkomst toegelicht:
(…)
In het contract staat het volgende:
2. Een overeenkomst voor het beheren van de abonneebestanden door Abonnementenland loopt 36 maanden, gerekend vanaf 13 juni 2017 ten zij sprake is van surseance van betaling en/of faillissement van een van beide partijen en is niet tussentijds opzegbaar. Na deze periode wordt de overeenkomst telkens stilzwijgend met een periode van 12 maanden verlengd, tenzij één van beide partijen de overeenkomst schriftelijk opzegt per aangetekend schrijven. Na een jaar zullen we de samenwerking evalueren en eventuele kritiekpunten zullen dan besproken worden. Deze punten dien dan binnen 3 maanden verbeterd te worden.
3. Voor beide partijen geldt een opzegtermijn van zes maanden.
Dit contract is 9 keer aangeboden en aangepast met de door &C geleverde input. Ook als we de eerste versie naast de laatste versie leggen zien we dat artikel 2 op verzoek van &C is aangepast. Dat &C dan niet op de hoogte is, is dan ook niet aannemelijk.
(…)
Het contract is op 13 juni 2022 verlengd. 10 dagen nadat de nieuwe contractperiode is ingegaan is de opzegging bij Abonnementenland binnen gekomen. Als wij uw telefonische beredenering volgen heeft &C op 23 juni 2022 de aangetekende brief verstuurd. Dat is 10 dagen te laat en daardoor loopt het contract nog een jaar (met een periode van 12 maanden verlengd, zie artikel 2) door. Zo heeft &C dit dan ook zelf laten opnemen in de overeenkomst, welke vervolgens door hen is ondertekend.
Het contract loopt dan ook af op 13 juni 2023.
Nu worden wij in gebreke gesteld, met als reden dat wij niet meewerken aan de migratie. Maar dat is helemaal niet het geval. Wij werken mee aan een migratie maar wel met inachtneming van het contract. Ook staan alle gegeven 24/7 ter beschikking van &C. (…)
2.11.
Tussen partijen zijn meerdere voorstellen gewisseld om overeenstemming te bereiken over een tussentijdse beëindiging van de overeenkomst. Partijen hebben geen overeenstemming weten te bereiken.
2.12.
Bij brief van 13 oktober 2022 heeft &C Media Abonnementenland en de stichting in gebreke gesteld. In deze brief is de stichting gesommeerd om uiterlijk op 18 oktober 2022 een gespecificeerd overzicht te verstrekken van de door haar sinds het aangaan van de overeenkomst ontvangen abonnementsgelden. Abonnementenland is eveneens gesommeerd om uiterlijk op 18 oktober 2022 een gespecificeerd overzicht te verstrekken van de door haar sinds het aangaan van de overeenkomst ontvangen abonnementsgelden en verder om aan &C Media de data te verschaffen die zij in de onderhavige procedure ook bij dagvaarding vordert.
Aan deze sommaties is geen gevolg gegeven.
2.13.
In een brief van 18 oktober 2022 aan de advocaat van &C Media heeft Abonnementenland het volgende meegedeeld:
De rapportages worden, zoals contractueel met elkaar afgesproken, met &C gedeeld. (…)
Verder ga ik niet meer reageren op uw ongefundeerde aannames. (…) Wij hebben alle werkzaamheden uitgevoerd in overleg met de medewerkers van &C. Dat er een groot deel is uitgevlogen en daarmee alle afspraken en kennis verloren is gegaan bij &C, is een probleem van &C. (…)
Alles wat we kunnen leveren hebben we geleverd, meer gaan/kunnen wij niet meer aanleveren. Wij hebben tot de dag van vandaag geen enkele uitleg gekregen van waar de verschillen mogelijk zitten en om nu voor de zoveelste keer onze hele IT afdeling aan het werk te zetten, zonder dat onze facturen op tijd/of worden betaal is onaanvaardbaar.
De afsluiting van Thor is op uw instigatie gebeurd. U heeft een traject in werking gezet die bepaalde gevolgen heeft. Wij zetten de planning door voor de overdracht. Als er vragen zijn over het abonnementenbeheer kunnen deze gesteld worden, maar die zijn er tot op heden niet gekomen.
De overdracht staat wel degelijk op de agenda en de stappen zijn al door ons en uw cliënt genomen.
(…)
Wij zullen doorgaan met de voorbereiding van de overdracht, voor het moment dat jullie toch besluiten het contract af te kopen. Overigens heeft &C nog steeds openstaande posten. Graag verzoeken wij u om dit te betalen (…).

3.Het geschil

3.1. &
C Media vordert na vermindering van eis samengevat – dat de voorzieningenrechter bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de stichting:
1. zal gebieden om binnen vijf werkdagen na de datum van het vonnis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8.3 van de statuten, een gespecificeerd overzicht te verstrekken van de sinds het aangaan van de Overeenkomst namens &C Media ontvangen abonnementsgelden dor het verstrekken van een overzicht waaruit blijkt (i) van welke abonnee, (ii) wanneer, (iii) welk bedrag, is ontvangen, een en ander op straffe van een dwangsom;
Abonnementenland:
2. zal gebieden om binnen vijf werkdagen na de datum van het vonnis twee gespecificeerde overzichten te verstrekken van de abonnementsgelden die sinds het aangaan van de Overeenkomst namens &C Media zijn ontvangen, zowel door de Stichting Beheer Derdengelden Abonnementenland (overzicht 1) als door Abonnementenland (overzicht 2) door het verstrekken van overzichten waaruit blijkt (i) van welke abonnee, (ii) wanneer, (iii) welk bedrag, is ontvangen, een en ander op straffe van een dwangsom;
3. zal gebieden om binnen vijf werkdagen na de datum dat het vonnis te (doen) verstrekken:
( i) toegang tot Thor, voor de duur van minimaal veertien dagen;
(ii) een volledige datadump van alle actieve en niet-actieve abonnees (vanaf 2017), in het format zoals door Abonnementenland is verstuurd op 14 september (250 records testbestand);
(iii) alle communicatie met c.q. met betrekking tot abonnees vanaf januari 2021, zodat &C Media inzicht krijgt in eventuele issues die er zijn geweest met een abonnee, eventueel in een apart bestand, zo lang maar een relatienummer is vermeld;
(iv) de historische factuurdata vanaf het aangaan van de Overeenkomst tot heden, met betrekking tot alle abonnees, met daarin het relatienummer, factuurnummer, factuurbedrag, NAW-gegevens en betaaldatum/betaalstatus;
( v) een overzicht met openstaande facturen per heden;
een en ander op straffe van een dwangsom;
de stichting en Abonnementenland
4. de stichting en Abonnementenland hoofdelijk zal veroordelen in de kosten van dit kort geding, de nakosten daaronder begrepen.
3.2. &
C Media legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Abonnementenland handelt in strijd met de overeenkomst tussen partijen aangezien is gebleken dat in strijd met die overeenkomst abonnementsgelden voor &C Media niet alleen door de stichting zijn ontvangen maar deels ook door Abonnementenland zelf. Zij stelt dat zij spoedeisend belang heeft bij ontvangst van de haar toebehorende data en stelt dat de continuïteit van haar onderneming in gevaar komt omdat Abonnementenland weigert om haar de benodigde toegang en data te verschaffen. Zij voert aan dat zij schade lijdt en zal lijden omdat in het geheel geen inzage meer heeft in de operationele processen zoals opzegging, betaling van abonnementsgelden en dergelijke. Tot slot stelt zij dat het er op lijkt dat Abonnementenland geld van &C Media heeft aangewend voor onduidelijke creditering en mogelijk niet alle gelden heeft afgedragen aan &C Media.
3.3.
Bondis c.s. voeren verweer. Zij stellen onder meer dat de vordering ingesteld tegen de stichting moet worden afgewezen omdat &C Media geen overeenkomst heeft met de stichting en de stichting volledig onder controle van Abonnementenland staat. Verder stellen zij dat Abonnementsland zij de door &C Media gevraagde gegevens al (meermalen) aan haar heeft verstrekt maar dat de door haar aangeleverde gegevens mogelijk niet op de juiste wijze worden verwerkt in de administratie van &C Media waardoor het door &C Media gestelde verschil ontstaat.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ten aanzien van de stichting

4.1.
Naar vaste jurisprudentie ontstaat een verplichting tot het doen van rekening en verantwoording op het moment dat tussen partijen een rechtsverhouding bestaat op grond waarvan de een jegens de ander verplicht is om zich over de behoorlijkheid van enig vermogensrechtelijk beleid te verantwoorden. Een dergelijke rechtsverhouding kan onder meer ontstaan op grond van ongeschreven recht. Bij het aannemen van zodanige verplichting zijn de feitelijke omstandigheden in hoge mate bepalend.
4.2.
Die omstandigheden zijn hier dat de stichting in het leven is geroepen om de geldstroom afkomstig van abonnementenhouders en bestemd voor afnemers van de diensten van Abonnementenland gesepareerd van het vermogen van Abonnementenland te ontvangen (en te houden) ter fine van doorbetaling aan die afnemers. Het lijdt geen twijfel dat te dien aanzien een plicht tot rekening en verantwoording bestaat. De omstandigheid dat een directe contractuele relatie tussen &C Media en de stichting ontbreekt is voor die aanname geen beletsel.
4.3.
Dat betekent dat de stichting op dezelfde voet als Abonnementenland tot het doen van rekening en verantwoording is gehouden en daartoe ook op gelijke voet zal worden veroordeeld. Hoe groot die voet is, komt hierna aan de orde.
Ten aanzien van Abonnementenland
de gevraagde gegevens over 2017 t/m 2019
4.4.
Over de gegevens over de periode 2017 t/m 2019 heeft Abonnementenland ter zitting van 17 november 2022 verklaard dat zij die gegevens alleen nog in versleutelde vorm voor handen heeft als gevolg van de verplichtingen die voor haar voortvloeien uit de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Zij heeft gesteld dat het zeer arbeidsintensief is om die gegevens - indien nodig - weer toegankelijk te maken en dat zij daar in ieder geval langer de tijd voor nodig heeft dan de gevorderde vijf dagen.
4.5. &
C Media heeft gesteld dat Abonnementenland met de gegevens over 2017 t/m 2019 in strijd handelt met de overeenkomst omdat zij die gegevens gedurende 7 jaar voor handen moet hebben. Zij heeft benadrukt dat zij een zwaarwegend belang heeft bij ontvangst van die data omdat zij vermoedt dat het door haar geconstateerde balansverschil voortkomt uit de gegevens uit die periode.
4.6.
Vooropgesteld wordt dat onvoldoende aannemelijk geworden is dat Abonnementenland handelt in strijd met de overeenkomst. Abonnementenland heeft de gegevens over de periode 2017 t/m 2019 nog altijd onder zich, zij het dat zij deze gegevens op grond van haar wettelijke verplichtingen voortvloeiende uit de AVG alleen nog in versleutelde vorm onder zich heeft. Abonnementenland heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het zeer arbeidsintensief is om deze gegevens weer toegankelijk te maken. Dit is door &C Media niet weersproken zodat een belangenafweging op zijn plaats is.
4.7.
Ter onderbouwing van haar belang heeft &C Media zich uitsluitend gebaseerd op het vermoeden dat een verschil dat zij constateert in haar balans voortkomt uit die gegevens. Het belang van Abonnementenland is echter dat zij niet hoeft over te gaan tot een zeer arbeidsintensief proces om deze gegevens weer inzichtelijk te maken. Aangezien &C Media haar belang uitsluitend heeft gebaseerd op een vermoeden, wordt geoordeeld dat zij haar belang bij inzage van deze gegevens op dit moment onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Dit deel van haar vordering wordt als te verstrekkend afgewezen.
De gevraagde gegevens over 2020 t/m 2022
4.8.
Met betrekking tot de gegevens over de periode 2020 t/m 2022 heeft Abonnementenland ter zitting van 17 november 2022 gesteld dat zij deze op 3 oktober 2022 al heeft verstrekt aan &C Media. Zij heeft in dat verband gewezen op het door haar als productie 7 overgelegde voorbeeld van die gegevens. Door &C Media is niet weersproken dat zij deze gegevens heeft ontvangen, maar zij heeft gesteld dat die opgave niet voldoet aan hetgeen zij wenst omdat in dit overzicht weliswaar abonneenummers staan vermeld maar niet de namen van de abonnees en het voor haar ook niet mogelijk is om daaruit op eenvoudige wijze af te leiden wanneer van welke abonnee welk bedrag is ontvangen.
4.9.
Door Abonnementenland is verder verklaard dat deze gegevens waar nodig per regel kunnen worden toegelicht. Zij heeft zich bereid verklaard die toelichting aan &C Media te verstrekken. In reactie daarop heeft &C Media benadrukt dat zij geen vertrouwen heeft in een toelichting vanuit het perspectief van Abonnementenland. Met deze opstelling gaat &C Media er echter aan voorbij dat zij vijf jaar geleden haar abonnementenbeheer uit handen heeft gegeven aan Abonnementenland die deze opdracht heeft uitgevoerd en de gegevens voor haar beheerd heeft en dat niet is gesteld of gebleken dat zij in die periode ooit eerder heeft geklaagd dat de dienstverlening door Abonnementenland niet naar wens verliep. Daarbij is ook van belang dat het wantrouwen van &C Media vooralsnog uitsluitend is gebaseerd op vermoedens, waarvan zij de juistheid nog onvoldoende aannemelijk heeft kunnen maken. Bij die stand van zaken kan op dit moment niet worden uitgesloten dat de reeds verschafte gegevens wel de door &C Media gewenste informatie inhouden en dat die informatie voor &C Media inzichtelijk gemaakt kan worden met een eenvoudige uitleg van Abonnementenland.
De redelijkheid en billijkheid die partijen bij de uitvoering van een overeenkomst in acht moeten nemen vereisen dat &C Media Abonnementenland de gelegenheid biedt om het gesprek met haar aan te gaan, niet om haar de kans te geven om oorzaken te verhullen, veeleer om gezamenlijk het risico van misverstanden uit te sluiten.
Indien die toelichting niet tot opheldering van de door &CMedia gestelde vragen leidt kan alsnog (uitgebreidere) verstrekking van de gegevens op het gevraagde detailniveau plaatsvinden.
4.10.
Dat leidt de voorzieningenrechter ertoe om de vorderingen sub 1 en 2 toe te wijzen onder de voorwaarde dat aan die veroordeling slechts rechten kunnen worden ontleend indien en nadat Abonnementenland naar aanleiding van een aan haar te verstrekken lijst met concrete vragen over de reeds verschafte gegevens gelegenheid heeft gekregen om het wantrouwen en de misverstanden aangaande de financiële afwikkeling van haar bemoeienissen uit de wereld te helpen.
De gevraagde toegang tot THOR
4.11. &
C Media heeft gevorderd dat Abonnementenland wordt opgedragen haar weer toegang te verschaffen tot THOR. Abonnementenland heeft verklaard dat die afsluiting het gevolg is van de opzegging van de overeenkomst door &C Media omdat Abonnementenland die beëindiging aan het voorbereiden is. Zij heeft verklaard dat het haar bedrijfspolicy is om de toegang tot THOR af te sluiten ter voorbereiding van een beëindiging om alle gegevens over de abonnementen en abonnees van de betrokken klant, in dit geval &C Media, uit THOR te verzamelen. Abonnementenland heeft zich ter zitting bereid verklaard &C Media weer toegang te verlenen tot THOR, maar heeft verklaard dat &C Media dan wel eerst het niet betwiste deel van de openstaande facturen van thans circa € 36.000,- moet betalen.
Deze voorwaarde van Abonnementenland komt de voorzieningenrechter niet onredelijk voor en zal aan toewijzing van dit deel van de vordering van &C Media worden verbonden. Daarbij zal een schatting worden gemaakt van de omvang van het niet betwiste deel, nu daar ter zitting niet voldoende duidelijkheid over kon worden verkregen.
Datadump alle actieve en niet-actieve abonnees vanaf 2017
4.12.
Ook voor deze vordering geldt dat &C Media haar belang bij ontvangst van de gegevens over de periode 2017 t/m 2019 onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt, zodat de veroordeling zal worden beperkt tot de periode 2020 t/m 2022.
Afgifte van alle communicatie met abonnees vanaf januari 2021
4.13.
Ter onderbouwing van dit deel van haar vordering heeft &C Media gesteld dat zij belang heeft bij de gevorderde afgifte om inzicht te krijgen in eventuele issues die er zijn geweest met een abonnee. Aangenomen moet worden dat deze gegevens reeds onderdeel uitmaken van de hiervoor in 4.12 vermelde datadump over 2020 t/m 2022. Om die reden heeft &C Media bij afzonderlijke toewijzing van dit onderdeel onvoldoende belang. Dit deel wordt afgewezen.
Afgifte historische factuurdata vanaf 2017
4.14. &
C Media heeft nog gevorderd dat Abonnementenland wordt veroordeeld tot afgifte van de historische factuurdata vanaf aanvang van de overeenkomst met betrekking tot alle abonnees. Ook deze vordering wordt afgewezen. Voor de periode tot 2020 geldt dat &C Media onvoldoende spoedeisend belang heeft gesteld bij ontvangst van de gegevens t/m 2019 en voor de periode vanaf 2020 tot heden geldt dat deze gegevens al onderdeel uitmaken van de toegewezen datadump.
Afgifte overzicht openstaande facturen per heden
4.15.
Tot slot heeft &C Media een overzicht gevorderd van de openstaande facturen per heden. Bij toewijzing van dit deel van haar vordering heeft &C Media voldoende belang. Dit kan deel kan worden toegewezen op de wijze als hierna onder ‘de beslissing’ wordt vermeld.
Wie wordt veroordeeld
4.16.
Abonnementenland en de stichting zullen beide worden veroordeeld om de gevraagde overzichten te verstrekken.
De overige vorderingen richten zich enkel tegen Abonnementenland.
Dwangsom
4.17.
De gevorderde dwangsom als prikkel tot nakoming zal worden toegewezen met dien verstande dat de voorzieningenrechter aanleiding ziet de dwangsommen en de gevorderde maxima te matigen.
Proceskosten
4.18.
Abonnementenland zal als de gedeeltelijk in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van &C Media begroot op:
dagvaarding € 113,49
vastrecht € 676,00
salaris advocaat
€ 1.016,00
totaal € 1.805,49
4.19.
De stichting zal buiten de kosten worden gelaten.
4.20.
Ten aanzien van de gevorderde nakosten wordt overwogen dat volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel oplevert. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De voorzieningenrechter zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de stichting om binnen twee weken na de datum waarop de hierna te vermelden afspraak plaatsvindt, indien en voor zover nog gewenst, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8.3 van de statuten, een gespecificeerd overzicht (overzicht 1) te verstrekken van over de jaren 2020 t/m heden namens &C Media ontvangen abonnementsgelden. waaruit blijkt (1) van welke abonnee, (ii) wanneer, (iii) welk bedrag, is
ontvangen, dit op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat deze overzichten niet worden verstrekt, tot een maximum van € 25.000,-;
5.2.
veroordeelt Abonnementenland om binnen twee weken na de datum waarop de hierna te vermelden afspraak plaatsvindt, indien en voor zover nog gewenst, gespecificeerde overzichten te verstrekken van de over de jaren 2020 t/m heden door de stichting (overzicht 1) en door Abonnementenland (overzicht 2) ontvangen abonnementsgelden, waaruit blijkt (i) van welke abonnee, (ii) wanneer, (iii) welk bedrag, is ontvangen, dit op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat deze overzichten niet worden verstrekt tot een maximum van € 25.000,-;
5.3.
bepaalt dat, indien Overzicht 1 door de dtichting wordt verstrekt, deze mede geacht wordt te zijn verstrekt door Abonnementenland en vice versa;
5.4.
bepaalt dat &C Media aan de veroordelingen sub 5.1 en 5.2 slechts rechten kan ontlenen indien en nadat de stichting en Abonnementenland in een door &C Media te beleggen gesprek met de functionarissen die binnen &C Media verantwoordelijkheid dragen voor de zorg voor (controle van) de financiële gang van zaken in de gelegenheid worden gesteld om opheldering te verschaffen als onder 4.10 van dit vonnis omschreven;
5.5.
veroordeelt Abonnementenland binnen vijf dagen na de datum van dit vonnis &C Media toegang te verlenen tot THOR voor de duur van minimaal veertien dagen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag dat Abonnementenland na ommekomst van de genoemde termijn en na betekening van dit vonnis niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 10.000,-;
5.6.
bepaalt dat &C Media aan de veroordeling onder 5.4 geen rechten kan ontlenen voordat zij een bedrag van € 22.500,- heeft voldaan aan Abonnementenland in mindering op de openstaande facturen;
5.7.
veroordeelt Abonnementenland om twee weken na de datum van dit vonnis een volledige datadump vanaf 2020 tot heden toe te zenden aan &C Media van alle actieve en niet-actieve abonnees in het format zoals door Abonnementenland toegestuurd aan &C Media op 14 september 2022 (250 records testbestand), op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag dat Abonnementenland na ommekomst van de genoemde termijn en na betekening van dit vonnis niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 10.000,-;
5.8.
veroordeelt Abonnementenland om binnen vijf dagen na de datum van dit vonnis aan &C Media een overzicht te geven van de openstaande facturen per de datum van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag dat Abonnementenland na ommekomst van de genoemde termijn en na betekening van dit vonnis niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 5.000,-;
5.9.
veroordeelt Abonnementenland tot betaling aan &C Media van een bedrag van
€ 1.805,49 ter zake van de proceskosten;
5.10.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.11.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier C. Vis-van Zanden op 1 december 2022. [1]

Voetnoten

1.type: 1155