ECLI:NL:RBNHO:2022:10445
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van besluit tot sluiting van woning op basis van Opiumwet met aandacht voor evenredigheid en kwetsbaarheid verzoeker
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 november 2022, wordt een verzoek om voorlopige voorziening behandeld tegen het besluit van de burgemeester van Den Helder om de woning van verzoeker te sluiten op basis van artikel 13b van de Opiumwet. De burgemeester had op 4 oktober 2022 besloten de woning voor drie maanden te sluiten, nadat in de woning een hennepkwekerij was aangetroffen met een aanzienlijke hoeveelheid drugs. Verzoeker, die psychische klachten heeft en een kwetsbaar persoon is, betwistte de exploitatie van de hennepkwekerij en voerde aan dat de sluiting onevenredig zou zijn, vooral omdat hij geen alternatieve huisvesting heeft.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er voldoende spoedeisend belang is bij het verzoek, aangezien verzoeker zonder toegang tot zijn woning komt te zitten. Hoewel de burgemeester bevoegd was om de sluiting te gelasten, moet ook de noodzaak en evenredigheid van de sluiting worden beoordeeld. De voorzieningenrechter concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de woning als drugspand bekend stond en dat de burgemeester in de bezwaarprocedure moet heroverwegen of sluiting nog noodzakelijk is. De voorzieningenrechter schorst het besluit van de burgemeester tot zes weken na de beslissing op bezwaar en bepaalt dat de burgemeester het griffierecht en proceskosten aan verzoeker moet vergoeden.