ECLI:NL:RBNHO:2022:10576

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 december 2022
Publicatiedatum
29 november 2022
Zaaknummer
10163894 CV EXPL 22-3800
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake betaling van abonnementsgelden voor onderhoud cv-ketel

In deze zaak heeft de eisende partij, ESNW C.V., een commanditaire vennootschap gevestigd te Alkmaar, de gedaagde partij gedagvaard. De gedaagde partij is niet verschenen, waardoor de kantonrechter verstek heeft verleend. De eisende partij vordert betaling van € 96,30, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, alsook veroordeling in de proceskosten en nakosten. De vordering betreft abonnementsgelden voortvloeiend uit een onderhoudsabonnement voor een cv-ketel, waarbij de gedaagde partij ondanks diverse aanmaningen grotendeels in gebreke is gebleven met de betalingen. De overeenkomst is gesloten op 29 november 2013.

De kantonrechter overweegt dat de bepalingen van Afdeling 2B van titel 5 van Boek 6 op grond van artikel 190a Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek niet van toepassing zijn op overeenkomsten die zijn gesloten vóór 13 juni 2014. Daarom zal de kantonrechter niet ambtshalve aan deze bepalingen toetsen. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom, de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente toegewezen, aangezien deze vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond zijn.

De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en wordt veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op € 107,22 voor dagvaardingskosten, € 128,00 voor griffierecht en € 37,00 voor het salaris van de gemachtigde. Daarnaast wordt de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 18,50 aan nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door de eisende partij worden gemaakt. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10163894 CV EXPL 22-3800
Uitspraakdatum: 1 december 2022
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de commanditaire vennootschap
ESNW C.V.
gevestigd te Alkmaar
de eisende partij
gemachtigde: K.W.A. van der Meer (Van der Meer Incasso & Gerechtsdeurwaarders)
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij heeft gevorderd dat de kantonrechter de gedaagde partij veroordeelt tot betaling van € 96,30, te vermeerderen met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten en de nakosten.
2.2.
De vordering ziet op abonnementsgelden voortvloeiend uit een onderhoudsabonnement ten aanzien van een cv-ketel. Volgens de eisende partij zijn de aan de gedaagde partij verzonden facturen, ondanks diverse aanmaningen, grotendeels onbetaald gelaten. De overeenkomst is gesloten op 29 november 2013.
2.3.
De kantonrechter overweegt dat Afdeling 2B van titel 5 van Boek 6 op grond van artikel 190a Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek (BW) niet van toepassing is op overeenkomsten die zijn gesloten vóór 13 juni 2014 en zal aldus niet ambtshalve aan deze bepalingen toetsen.
2.4.
De kantonrechter zal de vordering tot betaling van de hoofdsom toewijzen, alsmede de vordering tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente nu deze vorderingen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen.
2.5.
De gedaagde partij wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De gedaagde partij wordt ook veroordeeld tot betaling van de nakosten, voor zover daadwerkelijk nakosten door de eisende partij worden gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 137,36, te vermeerderen met wettelijke rente over € 96,30 vanaf 18 oktober 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 107,22 wegens dagvaardingskosten,
€ 128,00 wegens griffierecht en
€ 37,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van € 18,50 aan nakosten, voor zover de eisende partij daadwerkelijk nakosten zal maken;
3.4.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter