Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Qeld Bedrijfsleningenen
Qeld
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de eisende partij, Qred AB, een buitenlandse EG-Vennootschap met een onderneming in Nederland, de gedaagde partij gedagvaard. De gedaagde partij, die niet is verschenen, is in verstek verklaard. De eisende partij vordert op basis van een zakelijke kredietovereenkomst een veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 6.005,87 aan hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en vervallen contractuele rente, vermeerderd met de contractuele rente over een bedrag van € 4.494,42 vanaf 26 oktober 2022 tot de dag der algehele voldoening, alsook veroordeling in de proceskosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij de kredietovereenkomst heeft gesloten in het kader van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf en niet als consument. Hierdoor heeft de kantonrechter niet ambtshalve getoetst aan het dwingende consumentenrecht. De vordering van de eisende partij wordt toegewezen, aangezien deze niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De gedaagde partij wordt in het ongelijk gesteld en zal in de proceskosten worden veroordeeld.
In de beslissing heeft de kantonrechter de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 6.005,87, vermeerderd met de contractuele rente van 2,5% over een bedrag van € 4.494,42 vanaf 26 oktober 2022 tot aan de dag van volledige betaling. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op in totaal € 954,74. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter op 7 december 2022.