In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen NS Reizigers B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, NS Reizigers B.V., heeft een vordering ingesteld met betrekking tot een abonnementsovereenkomst. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 25 augustus 2022 de eisende partij in de gelegenheid gesteld om haar vordering nader toe te lichten, wat heeft geleid tot een akte op 22 september 2022.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de abonnementsovereenkomst tot stand komt na een succesvolle iDeal-betaling en niet enkel door het aanklikken van een bestelknop. De rechter oordeelt dat de eisende partij aan de vereisten van artikel 6:230v lid 3 BW heeft voldaan. Echter, de kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij voldaan heeft aan de (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in artikel 6:230m lid 1 onder h BW. Dit betreft met name de informatie over het herroepingsrecht.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de schending van het herroepingsrecht leidt tot een verlenging van de herroepingstermijn. De rechter heeft de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd, waardoor de gedaagde partij 25% van de verschuldigde abonnementsgelden niet hoeft te betalen. Daarnaast heeft de kantonrechter de reiskosten van € 274,47 toegewezen, evenals buitengerechtelijke kosten van € 41,17. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van in totaal € 315,64, vermeerderd met wettelijke rente, en is in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. M.M. Kruithof.