In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 8 december 2022 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen NS Reizigers B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, NS Reizigers B.V., heeft de gedaagde gedagvaard en vorderde betaling van € 240,29, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, alsook veroordeling in de proceskosten. De vordering betreft onbetaalde reiskosten in het kader van het 'Basisproduct van NS Flex'. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een reisovereenkomst in de zin van artikel 8:100 BW en dat de eisende partij heeft voldaan aan de informatieplichten zoals genoemd in artikel 6:230h lid 5 BW. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij grotendeels in het ongelijk is gesteld en heeft de vordering tot betaling van € 240,29 toegewezen, evenals de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde partij is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 272,22. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.M. Kruithof in aanwezigheid van de griffier.