Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
NS Reizigers B.V.
1.De verdere procedure
2.De verdere beoordeling
€ 51,27.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 23 november 2022 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen NS Reizigers B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door de Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V., vorderde betaling van reiskosten en correctietarieven. In een eerder tussenvonnis van 31 augustus 2022 werd de eisende partij in de gelegenheid gesteld om haar vordering nader toe te lichten, wat zij deed in een akte van 28 september 2022.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de reisovereenkomst onder de uitzondering van artikel 6:230h lid 5 van het Burgerlijk Wetboek valt, waarbij de overeenkomst tot stand komt bij instappen en eindigt bij uitstappen. De eisende partij heeft voldoende aangetoond dat zij heeft voldaan aan de informatieplichten, waardoor een bedrag van € 341,80 aan reiskosten toewijsbaar is. Echter, de vordering tot betaling van correctietarieven van € 40,00 werd afgewezen, omdat de eisende partij niet de grondslag voor deze vordering heeft toegelicht.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van in totaal € 393,07, inclusief wettelijke rente over de hoofdsom vanaf de dag van dagvaarding. Daarnaast is de gedaagde partij ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 310,22. De kantonrechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.