ECLI:NL:RBNHO:2022:10954
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een handhavingsverzoek en bezwaar door de rechtbank
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 13 december 2022, wordt het beroep van eisers, de familie [naam 1], tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad beoordeeld. Het betreft een handhavingsverzoek dat door [naam 2] is ingediend, waarbij verweerder heeft geoordeeld dat [naam 2] geen belanghebbende is en het bezwaar van [eiser] niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank behandelt de ontvankelijkheid van het bezwaar en het beroep van eisers.
Eisers, die samen met hun dochter [naam 2] in Zaandam wonen, hebben bezwaar gemaakt tegen de mededeling van verweerder dat [naam 2] geen belanghebbende is bij het handhavingsverzoek. De rechtbank stelt vast dat het handhavingsverzoek niet blijkt te zijn ingediend namens [eiser] en dat er geen bewijs is voor de stelling dat er sprake is van een verschrijving. De rechtbank concludeert dat [eiser] geen rechtstreeks persoonlijk belang heeft bij het bezwaar en dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.
De rechtbank oordeelt dat het beroep van eisers ongegrond is en dat het bestreden besluit in stand blijft. Eisers krijgen het betaalde griffierecht niet terug en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.