ECLI:NL:RBNHO:2022:10961
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing handhavingsverzoek inzake openbare weg en hek 1
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eisers tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad beoordeeld. Eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. D.N. Lavain, hebben in 2019 een handhavingsverzoek ingediend tegen het afsluiten van een openbare weg die naar hun woning leidt. Dit verzoek werd aanvankelijk afgewezen, maar in een later besluit werd het handhavingsverzoek gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank heeft het beroep op 14 september 2022 behandeld, waarbij ook de gemachtigden van de verweerder en de derde-partij, North Sea Venue B.V., aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep van eisers zich richt tegen de afwijzing van het handhavingsverzoek met betrekking tot hek 1. In eerdere uitspraken heeft de rechtbank al geoordeeld dat het perceel waar hek 1 zich bevindt, niet als openbare weg kan worden aangemerkt. Dit oordeel is niet ter discussie gesteld in hoger beroep, waardoor de rechtbank zich genoodzaakt zag om de eerdere beslissing te handhaven. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de afwijzing van het handhavingsverzoek voor hek 1 in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. E. Jochem en is openbaar uitgesproken op 13 december 2022. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak kan worden ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.