In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing van verweerder beoordeeld. Eiseres, woonachtig in Zaandam, heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van een handhavingsverzoek dat door haar ouders was ingediend tegen hekwerken op het terrein van de besloten vennootschap North Sea Venue B.V. (NSV). De rechtbank oordeelt dat verweerder ten onrechte heeft aangenomen dat eiseres ontvankelijk is in haar bezwaar, omdat zij geen gevolgen van enige betekenis ondervindt van de overtreding waartegen handhavend moet worden opgetreden. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk.
De zaak begon met een verzoek van de familie [naam 1] aan verweerder om handhavend op te treden tegen hekwerken die zonder vergunning waren geplaatst op het terrein van NSV. Verweerder heeft het verzoek afgewezen, maar de rechtbank oordeelt dat eiseres niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat het hekwerk geen feitelijke gevolgen van betekenis voor haar heeft. De rechtbank concludeert dat eiseres niet ontvankelijk is in haar bezwaar en dat de afwijzing van het handhavingsverzoek in stand blijft.
De rechtbank heeft de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 1.518,- en veroordeelt verweerder tot vergoeding van het door eiseres betaalde griffierecht. De uitspraak is gedaan op 13 december 2022 en is openbaar uitgesproken.