Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde sub 1]
[gedaagde sub 2]
1.Het procesverloop
2.Feiten
Wij hebben (…) een aantal gegevens van u nodig. U kunt deze inscannen, of een foto van maken met uw mobiele telefoon en sturen naar […]. (…) De gevraagde gegevens staan in de voorlopige aanbiedingsmail en voor uw informatie staat het hieronder nogmaals beschreven. Zijn de gegevens niet compleet dan wijzen wij de woning niet toe.(…)
Algemeenonder meer:
Aantal verhuizende personen: 4.Verder staat op het formulier achter
Berekening verzamelinkomeneen bedrag van € 28.925,00 (het inkomen van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] samen) en onder het kopje
Documenten van toepassing bij toewijzingstaat achter
Echtscheidingspapieren:
n.v.t.
Ondergetekende(n) verklaart/verklaren hierbij ieder voor zich en gezamenlijk dat de verstrekte gegevens naar waarheid zijn verstrekt. Ondergetekende(n) is/zijn ermee bekend dat: (…)3) het verstrekken van onjuiste gegevens en/of het verzwijgen van gegevens die van belang zijn voor de vaststelling van de hoogte van het inkomen kan leiden tot opzegging/ontbinding van de huurovereenkomst die op basis van onjuiste of onvolledige gegevens is aangegaan.
Bijgaande treft u in de bijlage van dit bericht de echtscheidingspapieren. Echter kan ik u alleen niet voorzien van een echtscheidingsdocument waarop de bovengenoemde woning aan [gedaagde sub 2] is toegewezen, omdat toen wij de woning aannamen al niet meer getrouwd waren, maar alleen onze relatie nog een kans hebben proberen te geven door gedeeltelijk samen te wonen, en heb ik daarom voor mezelf voor de zekerheid de andere woning ook nog aangehouden ( [adres 1] [woonplaats] ). Uiteraard hebben zowel ik als [gedaagde sub 2] de huurovereenkomst voor [adres 2] ondertekend. (…)
Indien cliënte op 18 september 2020 dan wel op 9 oktober 2020 op de hoogte was van het feit dat u gescheiden was (dan wel in scheiding lag) en dat mevrouw een eigen woning aan [adres 1] tot haar beschikking had die zij niet van plan was op te zeggen, dan had zij nooit en huurovereenkomst met u afgesloten. Niet met mevrouw omdat zij al een huurwoning had (aan [adres 1] ) en ook niet aan meneer omdat zijn inschrijftijd onvoldoende was.Cliënte stelt zich op het standpunt dat sprake is van bedrog (art. 3:44 BW) dan wel van dwaling (art. 6:228 BW) en dat zij bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst niet had gesloten. Cliënte vernietigt derhalve de huurovereenkomst met betrekking tot het adres [adres 2] te [woonplaats] . De vernietiging heeft tot gevolg dat met terugwerkende kracht nimmer een huurovereenkomst tot stand is gekomen en dat u op dit moment zonder recht of titel in de woning woont. (…) Cliënte geeft u de gelegenheid om de woning uiterlijk 31 januari 2022 te verlaten en de woning op een juiste wijze (d.w.z. conform het geldende opleverprotocol) aan cliënte op te leveren.Mocht u het met het bovenstaande niet eens zijn dan kunt u binnen zeven dagen na heden schriftelijk reageren op de vernietiging van de huurovereenkomst. Ik wijs u er wel op dat het indienen van een schriftelijke reactie in beginsel de datum van de ontruiming niet opschort. Mocht uw reactie echter reden zijn voor cliënte om van de vernietiging van de huurovereenkomst af te zien, dan zal zij u dat zo spoedig mogelijk laten weten.
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
Echtscheidingspapieren‘
n.v.t.’ zijn, waaronder [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] beiden hun handtekening hebben gezet. Ook nadien heeft [gedaagde sub 1] c.s. niet gemeld dat de echtscheiding was uitgesproken. Deze is op 8 oktober 2020 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Op 9 oktober 2020 heeft [gedaagde sub 1] c.s. met Pré Wonen een huurovereenkomst gesloten, terwijl Pré Wonen op dat moment in de veronderstelling verkeerde dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] gehuwd waren. Daarmee is sprake van een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken.
Echtscheidingspapierengenoemd. Daaruit volgt al dat informatie over een eventuele echtscheiding voor Pré Wonen bij de beoordeling van belang is. Dat [gedaagde sub 1] c.s. hier overheen heeft gelezen, zoals zij zelf heeft verklaard, komt voor haar eigen rekening.
Ontruiming
Dwangsom
Boete
Kosten gedwongen ontruiming
Proceskosten
6.De beslissing
dagvaarding € 129,83
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 498,00 (2 x € 249,00)
nakosten € 124,00 voor zover daadwerkelijk nakosten worden gemaakt;
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.