ECLI:NL:RBNHO:2022:11175
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige ontruiming en schadevergoeding na afvoer en vernietiging van inboedel
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, hebben eisers [eiser 1] en [eiser 2] een vordering ingesteld tegen Stichting Woonopmaat. De zaak betreft de ontruiming van een huurwoning, waarbij de inboedel van eisers is afgevoerd en vernietigd. De ontruiming vond plaats op 19 oktober 2016, na een vonnis van de kantonrechter van 28 september 2016. Eisers waren niet aanwezig tijdens de ontruiming en hebben later schadevergoeding geëist, stellende dat Woonopmaat onrechtmatig heeft gehandeld door de inboedel niet op te slaan en direct te vernietigen. Woonopmaat betwistte de vordering en stelde dat de inboedel in een deplorabele staat verkeerde, waardoor opslag niet gerechtvaardigd was. De kantonrechter oordeelde dat de ontruiming rechtmatig was en dat Woonopmaat niet onzorgvuldig had gehandeld. De vordering van eisers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter benadrukte dat de verhuurder bij een ontruiming rekening moet houden met de belangen van de huurder, maar dat in dit geval geen sprake was van onzorgvuldig handelen.