ECLI:NL:RBNHO:2022:11175

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
9779715 CV EXPL 22-1921
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige ontruiming en schadevergoeding na afvoer en vernietiging van inboedel

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, hebben eisers [eiser 1] en [eiser 2] een vordering ingesteld tegen Stichting Woonopmaat. De zaak betreft de ontruiming van een huurwoning, waarbij de inboedel van eisers is afgevoerd en vernietigd. De ontruiming vond plaats op 19 oktober 2016, na een vonnis van de kantonrechter van 28 september 2016. Eisers waren niet aanwezig tijdens de ontruiming en hebben later schadevergoeding geëist, stellende dat Woonopmaat onrechtmatig heeft gehandeld door de inboedel niet op te slaan en direct te vernietigen. Woonopmaat betwistte de vordering en stelde dat de inboedel in een deplorabele staat verkeerde, waardoor opslag niet gerechtvaardigd was. De kantonrechter oordeelde dat de ontruiming rechtmatig was en dat Woonopmaat niet onzorgvuldig had gehandeld. De vordering van eisers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter benadrukte dat de verhuurder bij een ontruiming rekening moet houden met de belangen van de huurder, maar dat in dit geval geen sprake was van onzorgvuldig handelen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9779715 CV EXPL 22-1921
Uitspraakdatum: 21 december 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]

wonende te [plaats 1]

2.[eiser 2]

wonende te [plaats 2]
eisers
verder te noemen: [eiser 1] respectievelijk [eiser 2], gezamenlijk te noemen [eiser 2] c.s.
gemachtigde: mr. J.F.R. Eisenberger
tegen
Stichting Woonopmaat
gevestigd te Heemskerk
gedaagde
verder te noemen: Woonopmaat
gemachtigde: L.V. Snijder

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser 2] c.s. hebben bij dagvaarding van 10 maart 2022 een vordering tegen Woonopmaat ingesteld. Woonopmaat heeft schriftelijk geantwoord en heeft daarbij een incidentele vordering ingesteld.
1.2.
[eiser 2] c.s. hebben geantwoord in het incident, waarna bij incidenteel vonnis van 3 augustus 2022 de vordering tot nietigverklaring van de dagvaarding is afgewezen met veroordeling van Woonopmaat in de kosten van het incident.
1.3.
[eiser 2] c.s. hebben daarna een conclusie van repliek genomen, waarop Woonopmaat bij conclusie van dupliek heeft gereageerd.
1.4.
Vonnis is (nader) bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[eiser 2] huurde sinds 1 april 2000 van Woonopmaat de woning aan de [adres] te [plaats 2]. Zijn zoon, [eiser 1], woonde bij hem in en was ook op dit adres ingeschreven in het GBA.
2.2.
Bij verstekvonnis van 8 oktober 2015 is [eiser 2] veroordeeld tot betaling van huurachterstand.
2.3.
Bij verstekvonnis van 28 september 2016 is de huurovereenkomst tussen [eiser 2] en Woonopmaat ontbonden en is de ontruiming van het gehuurde gelast. Het ontruimingsvonnis is op 4 oktober 2016 aan het adres van het gehuurde aan [eiser 2] betekend, waarbij de ontruiming op 19 oktober 2016 is aangezegd.
2.4.
De deurwaarder (Snijder Incasso en Gerechtsdeurwaarders) heeft het gehuurde in opdracht van Woonopmaat op 19 oktober 2016 ontruimd. Bij deze ontruiming waren onder meer aanwezig de uitvoerend deurwaarder (H.J. Boswinkel) en een hulpofficier van justitie. Het gehuurde en de aldaar aangetroffen goederen zijn voor de ontruiming gefotografeerd door de deurwaarder, die deze foto’s heeft gedocumenteerd in een proces-verbaal van ontruiming. De aangetroffen goederen zijn afgevoerd en vernietigd.
2.5.
[eiser 2] c.s. waren bij de ontruiming niet aanwezig.
2.6.
In februari 2017 heeft enige correspondentie tussen partijen en tussen eisers en de bij de ontruiming betrokken deurwaarder plaatsgevonden. Daarbij heeft Woonopmaat iedere aansprakelijkheid voor door eisers geclaimde schade afgewezen.

3.De vordering

3.1.
[eiser 2] c.s. vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart:
I. dat Woonopmaat jegens eisers ofwel gewanpresteerd heeft op de voet van de artikelen 6:199 lid 1 jo. 6:74 lid 1 BW en/of jegens eisers onrechtmatig gehandeld heeft (6:162 BW) zonder dat daarvoor een rechtvaardiging te geven is, zodat Woonopmaat gehouden is eisers schade te vergoeden.
3.2.
[eiser 2] c.s. vorderen voorts dat de kantonrechter Woonopmaat, bij vonnis zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot betaling aan [eiser 2] van:.
II. de schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
III. de maximale wettelijke rente over het gevorderde sub II, vanaf 19 oktober 2016
IV. alle andere kosten rechtens, waaronder het salaris van de gemachtigde van [eiser 2].
3.3.
[eiser 2] c.s. vorderen verder dat de kantonrechter bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot betaling aan [eiser 1] van:
V. een bedrag van € 16.590,00 aan schadevergoeding wegens het doen vernietigen van [eiser 1]’s gouden sieraden;
VI. een bedrag van € 500,00 aan schadevergoeding wegens het doen vernietigen van [eiser 1]’s unieke muziekinstrument;
VII de nog resterende schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
VIII. de maximale wettelijke rente over het gevorderde sub V, VI en VII vanaf 19 oktober 2016;
IX alle andere kosten rechtens, waaronder het salaris van de gemachtigde van [eiser 1]
3.4.
[eiser 2] c.s. leggen aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de verhuurder bij een ontruiming van de woning heeft te gelden als zaakwaarnemer, wanneer de huurder bij de ontruiming zelf niet aanwezig is. De zaakwaarnemer is verplicht om bij de zaakwaarneming de nodige zorg te betrachten. De verhuurder is dus verplicht om de ontruiming zorgvuldig te laten verlopen, met inachtneming van de gerechtvaardigde belangen van de huurder. De ontruiming is niet zorgvuldig verlopen, aangezien de aangetroffen goederen niet zijn bewaard, maar direct zijn afgevoerd en vernietigd. [eiser 2] c.s. zijn al hun spullen kwijt. [eiser 2] onder meer zijn administratie, paspoort en allerlei persoonlijke zaken, zoals foto’s. [eiser 1] is daarnaast ook nog veel waardevolle sieraden kwijt.

4.Het verweer

4.1.
Woonopmaat betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat er vraagtekens geplaatst moeten worden bij de in de dagvaarding geschetste afwezigheid van [eiser 2] en diens onbekendheid met de (voorgenomen) ontruiming. Volgens Woonopmaat had [eiser 2] voldoende gelegenheid om zelf voor ontruiming van het gehuurde te zorgen. Er is geen sprake geweest van een onrechtmatige ontruiming en ook niet van een onzorgvuldige ontruiming. Door gedurende de gehele looptijd van het dossier, van aanmaning, dagvaarding, betekening van het vonnis en aanzegging ontruiming geen contact op te nemen met Woonopmaat heeft [eiser 2] zich zodanig gedragen dat hij er blijk van gegeven heeft de in het gehuurde aanwezige inboedel te hebben prijs gegeven. De woning werd verwaarloosd en vervuild aangetroffen. Op de verhuurder rustte er geen verplichting de goederen op te slaan. Van zaakwaarneming is geen sprake. Blijkens de foto’s uit het proces-verbaal van ontruiming zijn er geen waardevolle spullen aangetroffen. Mede vanwege de deplorabele toestand van de inboedel is niet tot opslag overgegaan, omdat de opslagkosten hoger zouden zijn geweest gezien de beperkte aangetroffen inboedel en de geringe waarde daarvan.

5.De beoordeling

5.1.
De ontruiming van de door Beentje gehuurde woning heeft plaatsgevonden op grond van een op 4 oktober 2016 aan [eiser 2] betekende grosse van een op 28 september 2016 door de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland gewezen vonnis. Blijkens het door de deurwaarder opgemaakte proces-verbaal heeft de ontruiming naar behoren plaatsgevonden, overeenkomstig de ten tijde van de ontruiming geldende regels en de in de praktijk geldende werkwijze. Toen er niemand werd aangetroffen om de deur open te doen, heeft de deurwaarder een beroep gedaan op de aanwezige hulpofficier van justitie in wiens tegenwoordigheid de deur is geopend. Voordat daadwerkelijk werd ontruimd zijn er foto’s van de inboedel gemaakt. Vervolgens heeft de daadwerkelijke ontruiming plaats gevonden en zijn de aangetroffen goederen aan de straat geplaatst. De deurwaarder was wettelijk bevoegd het gehuurde te betreden en is rechtmatig in opdracht van Woonopmaat tot ontruiming overgegaan. Van een onrechtmatige ontruiming is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake geweest.
5.2.
Ook bij een rechtmatige ontruiming rust op de verhuurder de plicht om rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van de huurder. Zoals door het Hof Amsterdam is overwogen in het arrest van 23 november 2010 (ECLI:NL:GHAMS:2010:BO7256) brengt schending van die plicht mee dat de verhuurder aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade. Het Hof wijst erop dat de schade van de huurder die het gevolg is van een op zichzelf rechtmatige en zorgvuldige ontruiming voor diens rekening is, nu daarvoor een rechtvaardiging bestaat in de geldige titel tot ontruiming. Slechts die schade die het gevolg is van een onzorgvuldige ontruiming komt voor vergoeding in aanmerking. Als uitgangspunt bij ontruiming van een woning heeft verder te gelden dat goederen die van de huurder zijn in beginsel niet mogen worden weggegooid, tenzij deze kennelijk waardeloos zijn of de huurder er afstand van heeft gedaan, aldus het Hof.
5.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter is van een onzorgvuldige ontruiming geen sprake geweest. Uit het proces-verbaal van de ontruiming en de daarin opgenomen foto’s van de inboedel blijkt dat sprake was van een deplorabele inboedel. Terecht is daarom de afweging gemaakt dat de kosten van opslag niet zouden opwegen tegen de geringe waarde van de inboedel. Dat Woonopmaat de inboedel niet heeft opgeslagen, maar heeft laten afvoeren en vernietigen, is niet onzorgvuldig geweest.
5.4.
[eiser 2] c.s. hebben naar het oordeel van de kantonrechter niet aangetoond of zelfs maar aannemelijk gemaakt dat in de woning een grote hoeveelheid sieraden en een kostbaar muziekinstrument aanwezig waren. De door [eiser 2] c.s. overgelegde foto’s en verklaringen van derden vormen geen bewijs dat deze goederen ten tijde van de ontruiming in de woning aanwezig waren, al dan niet verstopt. De deurwaarder heeft stellig verklaard dat hij dergelijke goederen niet heeft aangetroffen. Er is geen enkele reden om aan de verklaring van de deurwaarder te twijfelen. Op de foto’s die voorafgaand aan de ontruiming door de deurwaarder zijn gemaakt, zijn geen sieraden te zien, noch een muziekinstrument. Voor zover de sieraden daadwerkelijk verstopt zouden hebben gezeten in een oud telefoontoestel, zoals door [eiser 2] c.s. is aangevoerd, komt het voor risico van [eiser 2] c.s. dat de deurwaarder die sieraden niet heeft aangetroffen. Van de deurwaarder kan immers niet worden gevergd dat hij oude telefoontoestellen openschroeft om te zien of er iets in verstopt is.
5.5.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiser 2] c.s. zal afwijzen.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser 2] c.s., omdat zij ongelijk krijgen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiser 2] c.s. tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Woonopmaat worden vastgesteld op een bedrag van € 746,00 aan salaris van de gemachtigde van Woonopmaat.
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter