ECLI:NL:RBNHO:2022:11353

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
19 december 2022
Zaaknummer
9891522
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering inzake informatieplicht bij overeenkomst op afstand in kinderopvang

In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Sportify Kids BSO B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. L. van Gilst, had een vordering ingesteld met betrekking tot een overeenkomst die was gesloten via een online aanmeldformulier en een intakegesprek. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 22 september 2022 de eisende partij de gelegenheid gegeven om haar vordering nader toe te lichten, wat zij deed in een akte van 17 november 2022.

De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet had voldaan aan haar (pre)contractuele informatieplichten. Ondanks de mogelijkheid om dit te onderbouwen, heeft de eisende partij geen voldoende toelichting gegeven over de wijze waarop zij de gedaagde partij had geïnformeerd over essentiële zaken zoals tarieven en opzegtermijnen. De kantonrechter benadrukte dat het niet aan hem was om zelf informatie in het dossier te zoeken, maar dat de eisende partij expliciet moest aangeven welke informatie op welke wijze was verstrekt.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering afgewezen op grond van strijd met de stelplicht, zoals vastgelegd in de artikelen 21 en 111 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De proceskosten werden toegewezen aan de eisende partij, die in het ongelijk werd gesteld, en vastgesteld op nihil voor de gedaagde partij. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 9891522 \ CV EXPL 22-1888
Uitspraakdatum: 15 december 2022
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Sportify Kids BSO B.V.
gevestigd te Purmerend
de eisende partij
gemachtigde: mr. L. van Gilst
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Bij tussenvonnis van 22 september 2022 (hierna: het tussenvonnis) heeft de kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld haar vordering nader toe te lichten. Dit heeft zij bij akte van 17 november 2022 gedaan.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij hetgeen in het tussenvonnis is overwogen en beslist. Er bestaat geen aanleiding daarop terug te komen.
2.2.
De eisende partij heeft in haar akte toegelicht dat de gedaagde partij online een aanmeldformulier heeft ingevuld waarna een intakegesprek heeft plaatsgevonden op de opvanglocatie ‘de Duikers’ in [plaats]. Daarna heeft de eisende partij het aanbod tot de overeenkomst via haar eigen app aan de gedaagde partij aangeboden. De gedaagde partij heeft het aanbod vervolgens digitaal akkoord bevonden. De overeenkomst kwalificeert daarmee als een overeenkomst op afstand in de zin van artikel 6:230g lid 1 sub e BW. Dat betekent dat moet worden voldaan aan de bepalingen van artikel 6:230m lid 1 en artikel 6:230v BW.
2.3.
In het tussenvonnis is onder meer geoordeeld dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten.
2.4.
Ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld heeft de eisende partij geen nadere toelichting en onderbouwing gegeven over de wijze waarop zij (niettemin) meent te hebben voldaan aan de betreffende informatieplichten. De eisende partij heeft enkel gesteld dat zij de gedaagde partij tijdens het intakegesprek heeft geïnformeerd over de tarieven, de betalingsverplichting, de opzegtermijn en de regels van de opvang. Dit vindt de kantonrechter niet voldoende. Weliswaar heeft de eisende partij de overeenkomst en de algemene voorwaarden overgelegd, maar het is niet aan de kantonrechter om eigenhandig op zoek te gaan naar informatie in het dossier. Het is aan de eisende partij om concreet aan te geven welke informatie op welke wijze aan de gedaagde partij is verstrekt (bijvoorbeeld door belangrijke onderdelen in de producties te onderstrepen of te arceren). Nu zij dit heeft nagelaten kan de kantonrechter niet vaststellen dat aan de gedaagde partij op duidelijke en begrijpelijke wijze de in artikel 6:230m lid 1 BW bedoelde essentiële informatie is verstrekt.
2.5.
Ook heeft zij niet toegelicht op welke wijze zij heeft voldaan aan de contractuele verplichting van artikel 6:230v lid 7 BW.
Wat is hiervan het gevolg?
2.6.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient de eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
2.7.
De vordering wordt afgewezen wegens strijd met de stelplicht als bedoeld in de artikelen 21 en 111 Rv.
2.8.
De kantonrechter gaat voorbij aan de stelling van de eisende partij dat een gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst tot een onwenselijke situatie zou leiden omdat de gedaagde partij de volledige kosten van de kinderopvang vergoed heeft gekregen via de teruggave kinderopvang van de belastingdienst. Van een sanctie c.q. gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst is in dit geval immers geen sprake.
2.9.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter