ECLI:NL:RBNHO:2022:11430

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 december 2022
Publicatiedatum
20 december 2022
Zaaknummer
10184086
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en verzoek om schadevergoeding in arbeidsrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over het verzoek van een werkneemster, aangeduid als [eiser], om het ontslag op staande voet door haar werkgever, 2-Contact Direct Marketing B.V., te vernietigen. De werkneemster was op 15 september 2022 op staande voet ontslagen na een reeks beledigende en ongepaste uitlatingen richting haar leidinggevenden. De kantonrechter oordeelde dat de uitlatingen van [eiser] zodanig beledigend, ongepast en discriminatoir waren dat deze een dringende reden voor ontslag op staande voet opleverden. De werkneemster had in een chatbericht onder andere opmerkingen gemaakt over de afkomst en het uiterlijk van haar leidinggevende, wat door de kantonrechter als onacceptabel werd beschouwd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was en dat de werkgever niet verplicht was om een verbetertraject aan te bieden. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de werkneemster geen recht had op een transitievergoeding, omdat het ontslag het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen van haar kant. Het verzoek om vernietiging van het ontslag werd afgewezen, evenals de verzoeken om een billijke vergoeding en een gefixeerde schadevergoeding. De proceskosten werden toegewezen aan de werkgever, 2-Contact, en de werkneemster werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10184086 AO VERZ 2-124
Uitspraakdatum: 22 december 2022
Beschikking in de zaak van:
[eiser]
wonende te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: Mr. P. Chr. Snijders
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
2-Contact Direct Marketing B.V,.,
gevestigd te Haarlem
verwerende partij
verder te noemen: 2-Contact
gemachtigde: Mr. S. M. Pieroelie
De zaak in het kort
In deze zaak gaat het om een werkneemster die op staande voet is ontslagen. Werkneemster is het hier niet mee eens en vraagt de kantonrechter het ontslag te vernietigen. De kantonrechter is van oordeel dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. De door werkneemster aan haar leidinggevenden gerichte uitlatingen en verzonden chatberichten zijn zodanig beledigend, ongepast en discriminatoir dat deze een dringende reden opleveren.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft een verzoek gedaan primair het ontslag op staande voet van de arbeidsovereenkomst door 2-Contact te vernietigen en subsidiair om 2-Contact te veroordelen een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding te betalen. [eiser] heeft ook om een voorlopige voorziening ex artikel 223 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) verzocht. 2-Contact heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 24 november heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten ([eiser] aan de hand van pleitnotities) naar voren hebben gebracht.
1.3.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.Feiten

2.1.
[eiser], geboren [geboortedatum], is op 1 augustus 2022 in de functie van Commercieel klantadviseur bij 2-Contact in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (in een omvang van minimaal 4 en maximaal 32 uur per week) met een salaris van € 1.931,26 bruto exclusief emolumenten op basis van 40 uur per week.
2.2. 2-
Contact levert diensten op het gebied van klantcontact. 2-Contact wordt ingehuurd door opdrachtgevers zoals KPN om hun klantenservice uit te besteden of om producten (zoals internetabonnementen) telefonisch te verkopen.
2.3.
Binnen 2-Contact bestaat een (op intranet gepubliceerde) Gedragscode gewenste en ongewenste omgangsvormen, een Antidiscriminatiebeleid en een Protocol gebruik internet en e-mail. Daarin staat onder meer dat ongewenste omgangsvormen (waaronder discriminatie) niet worden geaccepteerd en dat de e-mail en internetsystemen van 2-Contact niet mogen worden gebruikt voor het verzenden van aanstootgevende, beledigende, laatdunkende, danwel anderszins ongepaste berichten.
2.4.
In de functie van Commercieel klantadviseur werkte [eiser] vanuit huis als klantenservice medewerker voor KPN. Ze werkte onder leiding van Floor Manager [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]).
2.5.
Op 14 september 2022 hebben [betrokkene 1] en Contact Manager [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]) meegeluisterd naar telefoongesprekken tussen [eiser] en klanten van KPN. Naar aanleiding daarvan heeft [betrokkene 1] in een chatgesprek aan [eiser] teruggekopeld dat zij verkoopkansen liet liggen. In reactie daarop gaf [eiser] in de chat aan dat de feedback onduidelijk, te oppervlakkig en algemeen was. In de chatberichten staat het volgende:
[betrokkene 1] 14 september 19:07: Je kon uitleggen aande klant dat kpn ook binnen europa zelfde dekking en kosten heeft. hij gaf aan buitenland dus je kan daar verder op inspelen en vragen welke landen dan hij bv op vakantie gaat en dan aangeven dat wij ook in europa dezelfde diensten aanbieden. dit was een grote scoringskans met duidelijke koopmotieven dus daar moet je ook op inspelen!
[eiser] 14 september 19:08: oh ik dacht dat hij het abonnement al heeft en dat hij hetzelfde abonnement sowieso in europa kon gebruiken.
[betrokkene 1] 14 september 19:09: nee want hij geeft letterlijk aan dat hij pas over wilt als het zelfde werkt als in het binnenland. bovendien bij de vaste diensten gaf hij aan dat hij nog niet over durft omdat al zn cameras zijn verbonden met ziggo net werk en als hij over gaat naar kpn dat dat ook over moet.
[eiser] 14 september 19:10: huh als hetzelfde werkt in binnenland?
[betrokkene 1] 14 september 19:10:
ik hoorde je daar ook niet op inspelen. Ja hij zei kpn ook goed werkt in het buitenland als ook in nl dan vindt hij het interessant maar dat hij dat eerst nog wil aankijken.
maar ik hoor je dan niet vertellen dat kpn ook dezelfde diensten biedt voor mobiel binnen
europa.
[eiser] 14 september 19:11: Nou ik ben net nieuw dus hoe moet ik dan iets weten of ziggo cameras. Je zegt van alles doorelkaar. Waar heb je het over? Je zegt van alles doorelkaar. Ik begrijp je niet. Wat was de scoringskans? Wat had ik hem kunnen laten kopen dan? De feedback moet duidelijker, concreter, gerichter en ik moet weten welk product hij dan zou kunnen kopen.
[betrokkene 1] 14 september 19:14: ik kom zo bij je.
[eiser] 14 september 19:15: dit is te oppervlakkig en algemeen en te makkelijk gezegd.
2.6.
In navolging op dit chatgesprek heeft diezelfde avond een online videovergadering plaatsgevonden tussen [eiser], Contact Manager [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3]) en [betrokkene 1].
2.7.
Na beëindiging van de videovergadering heeft [eiser] de volgende chatberichten aan [betrokkene 1] gestuurd:
[eiser] 14 september 20:18: omdat ik hindoestaans ben, dan moet je niet denken dat je zo tegen me kan praten, want deze baan is een bijbaan voor mij die ik niet per se nodig heb, want ik ga met een rijke arabier trouwen en jij niet.
[eiser] 14 september 20:19: jij staat onder druk omdat dit jouw leven is en omdat je als lelijke, goedkope berberse meisje met een armoedige, goedkope, lelijke, berberse jongen zal eindigen.
[betrokkene 1] 14 september 20:29: fijne avond Sharina! (:
[eiser] 14 september 20:41: ja, dat moest ik even kwijt, want dan weet je tenminste welke pijnlijke, harde, vernederende factoren wel meetellen in het echte leven en dat je daarom afleiding zoekt in je werk. Tot morgen!
[eiser] 14 september 22:42: lelijke Berberse, goedkope wijf die je bent. Ik heb tenminste eer en trots en ik ben maagd, terwijl jij door verschillende Marokkaanse berberse jongens voor pijpen en technische, vieze seks voor zaadlozing en ontlading bent gebruikt en geflashed en geplayed. Tot morgen!
2.8.
In de ochtend van 15 september 2022 hebben de Operations Manager [betrokkene 4] (hierna: [betrokkene 4]) en HR Manager [betrokkene 5] (hierna: [betrokkene 5]) [eiser] telefonisch op staande voet ontslagen. Een schriftelijke bevestiging van het ontslag is dezelfde dag aan [eiser] gestuurd. Daarin staat onder meer:
‘(…). Op 14 september jl. werd je opnieuw aangesproken door jouw leidinggevende op jouw gedrag waarbij jij opnieuw bent uitgevallen tegen je leidinggevende en verschillende beledigingen hebt geuit en scheldwoorden hebt gebruikt. Na dit (online) gesprek via Google Meet ben jij via de chat doorgegaan met grovelijke beledigingen, ernstige scheldwoorden en verbale agressie. Ondanks dat je herhaaldelijk bent gevraagd geen grovelijke beledigingen te uiten, geen scheldwoorden te gebruiken en geen verbale agressie te tonen en je collega’s en de respondenten netjes en vriendelijk te behandelen blijf je deze gedragingen laten zien en is deze laatste actie van grovelijke beledigingen voor ons de spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen. De hiervoor genoemde feiten en omstandigheden leveren los van elkaar en in onderlinge samenhang bezien voor ons een dringende reden op als bedoeld in art. 7:677 en 7678 BW. (…)
2.9.
In een e-mail van 23 september 2022 heeft [eiser] tegen het ontslag op staande voet geprotesteerd, zich beschikbaar gehouden voor werkzaamheden en verzocht om uitbetaling van haar loon en een transitievergoeding. Diezelfde dag heeft 2-Contact [eiser] laten weten dat zij het ontslag op staande voet handhaaft.
2.10. 2-
Contact heeft een verklaring van [betrokkene 1] in het geding gebracht, waarin onder meer staat dat:
- de videovergadering van 14 september 2022 door [betrokkene 1] was geïnitieerd om [eiser] te helpen haar gesprekstechnieken te verbeteren, omdat eerder was gebleken dat [eiser] ontvangen feedback daarover niet leek op te pakken;
- [eiser] aangaf dat de feedback van [betrokkene 1] slecht was en zij boos werd toen werd voorgesteld de volgende dag verder te praten over een plan van aanpak ter verbetering van de gesprekstechnieken;
- [eiser] vervolgens dingen zei als: “
dat jullie maar 1 euro meer verdienen wil niet zeggen dat je wat over mij te zeggen hebt”, “jullie moeten frustratie vanuit jullie privé niet op mij afreageren”, “jullie zijn lelijke goedkope berberse meisjes”, “
ik ga met een rijke arabier trouwen, dat jij [[betrokkene 3]
,toevoeging ktr
] nou met een arme berber gaat trouwen en je keihard moet werken voor je bruiloft hoef je niet op mij af te reageren.” En dat [betrokkene 1] niet goed Nederlands sprak;
- nadat [betrokkene 1] het videogesprek had beëindigd, [eiser] via de chat verder ging met het uiten van beledigingen;
- [betrokkene 1] en [betrokkene 3] het hele gesprek niets beledigends of discriminerends tegen [eiser] hebben gezegd en niet gesproken hebben over [eiser] afkomst of burgerlijke staat.
2.11.
In een e-mail van 17 november 2022 heeft [betrokkene 3] aan 2-Contact geschreven dat zij kan bevestigen dat de verklaring van [betrokkene 1] klopt en overeenkomt met haar eigen ervaring.
2.12. 2-
contact heeft een verklaring van [betrokkene 5] overgelegd, waarin onder meer staat dat:
- [eiser] sinds haar indiensttreding meerdere keren is aangesproken op haar onvriendelijke toon richting respondenten en collega’s;
- KPN bij 2-Contact heeft aangekaart dat [eiser] respondenten niet netjes behandelde;
- op 14 september 2022 door [betrokkene 2] een aantekening in het dossier van [eiser] is gemaakt wegens onbeschofte communicatie tegen een klant;
- [eiser] in het ontslaggesprek op 15 september 2022 aangaf dat zij vond dat haar uitspraken op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden en dat het aan de ontvanger is hoe hij/zij ze opvat;
- het ontslaggesprek is beëindigd toen [eiser] ook bij [betrokkene 5] uitlatingen deed als ‘
dat jij nou een berberse meid bent…
- [betrokkene 3] na afloop van het ontslaggesprek nog een beledigende SMS van [eiser] heeft ontvangen.
2.13. 2-
Contact heeft een verklaring van [betrokkene 4] overgelegd met (grotendeels) dezelfde inhoud en strekking als de verklaring van [betrokkene 5].
3. Het (gewijzigde) verzoek [1]
3.1.
Bij wijze van
voorlopige voorzieningverzoekt [eiser] de kantonrechter om 2-Contact, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen het verschuldigde salaris (vermeerderd met verhoging en rente) vanaf 15 september 2022 aan [eiser] te betalen.
In de hoofdzaakverzoekt [eiser] primair het ontslag op staande voet te vernietigen en 2-Contact te veroordelen tot doorbetaling van loon (vermeerderd met wettelijke verhoging en rente). Subsidiair heeft [eiser] verzocht om 2-Contact te veroordelen om een billijke vergoeding van € 7.500 netto, een transitievergoeding van € 86,51 bruto en een gefixeerde schadevergoeding aan [eiser] te betalen.
In alle gevallenverzoekt [eiser] om 2-Contact te veroordelen salarisspecificaties te verstrekken en een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en de proceskostenvergoeding te betalen.
3.2.
[eiser] legt aan de verzoeken ten grondslag dat de door 2-Contact gestelde feiten gegeven de omstandigheden geen dringende reden vormen voor een ontslag op staande voet. [eiser] heeft een spoedeisend belang bij haar verzoeken, omdat zij in de kosten van haar levensonderhoud afhankelijk is van het inkomen bij 2-Contact.
3.3.
Ten aanzien van de (subsidiair) verzochte billijke vergoeding stelt [eiser] dat rekening moet worden gehouden met het loon dat zij nog zou hebben genoten als de opzegging zou zijn vernietigd, het ernstig verwijtbare handelen van 2-Contact en de immateriële schade die het diffamerende karakter van het ontslag met zich brengt. De verzochte gefixeerde schadevergoeding is gelijk aan het loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voor te duren.

4.Het verweer

4.1. 2-
Contact verweert zich tegen het verzoek. Zij voert aan – samengevat – dat het ontslag op staande voet rechtmatig is gegeven, omdat het gedrag van [eiser] op 14 september 2022 – gelet op de aard en de ernst van de gedragingen, het korte dienstverband en de beperkte gevolgen van het ontslag voor [eiser] - als dringende reden kwalificeert. Er zijn volgens 2-Contact geen (persoonlijke) omstandigheden die het gedrag van [eiser] rechtvaardigen of in de weg staan aan het ontslag op staande voet.
4.2.
Subsidiair, voor het geval zou worden geoordeeld dat het ontslag op staande voet geldig is, kan de loonvordering slechts tot 30 november 2022 worden toegewezen, omdat de arbeidsovereenkomst per die datum van rechtswege eindigt. Het loon moet bovendien worden gebaseerd op de overeengekomen minimum omvang van 4 uur (danwel 10 uur) per week. De verzochte billijke vergoeding moet worden afgewezen althans gematigd, omdat de arbeidsovereenkomst op 30 november 2022 toch al zou aflopen, de arbeidsovereenkomst zeer kort heeft geduurd, de arbeidsmarktpositie van [eiser] goed is en het ontslag verwijtbaar is aan [eiser].
4.3.
Tot slot verzoekt 2-Contract om [eiser] in afwijking van artikel 237 Rv te veroordelen tot betaling van (een deel van de) werkelijk gemaakte proceskosten van € 800,-, omdat sprake is van misbruik van procesrecht en schending van artikel 21 Rv.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of het op 15 september 2022 verleende ontslag op staande voet rechtsgeldig is. De kantonrechter is van oordeel dat dit het geval is. Daarvoor is het volgende redengevend.
Dringende reden ontslag op staande voet
5.2.
Voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet is vereist dat een dringende reden aanwezig is. Volgens artikel 7:678 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voor de werkgever als dringende reden beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een dringende reden, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren in de eerste plaats te worden betrokken de aard en ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, en verder de aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer deze heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor de werknemer zou hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de conclusie leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is [2] . Daarbij dient de dringende reden onverwijld aan de wederpartij te worden meegedeeld (artikel 7:677 lid 1 BW).
5.3. 2-
Contact heeft aan het ontslag op staande voet het feitencomplex van 14 september 2022 zoals opgenomen in de ontslagbrief ten grondslag gelegd. Ter onderbouwing hiervan heeft 2-Contact de chatberichten van [eiser] van 14 september 2022 en verklaringen van [betrokkene 1], [betrokkene 5], [betrokkene 3] en [betrokkene 4] overgelegd.
5.4.
[eiser] erkent dat zij op 14 september 2022 ‘uit haar slof is geschoten’ tegen [betrokkene 1] en [betrokkene 3] en heeft de inhoud van de overgelegde chatberichten niet betwist. Daarmee staan de verweten gedragingen van [eiser] op 14 september 2022 vast. Partijen verschillen echter van mening of deze gedragingen een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. [eiser] vindt dat dat niet zo is, omdat het een (1) eenmalig incident betrof, (2) waarbij zij in een emotionele opwelling heeft gereageerd op (3) een onheuse aanval door haar collega’s met betrekking tot haar afkomst en burgerlijke staat. Verder heeft [eiser] naar voren gebracht dat zij (4) op dat moment veel last had van stress in haar privé-omgeving, dat zij (5) altijd naar behoren heeft gefunctioneerd en dat (6) de gevolgen van het ontslag op staande voet zeer ingrijpend voor haar zijn. Gelet op deze omstandigheden had van 2-Contact verwacht mogen worden dat zij [eiser] in staat zou stellen haar gedrag met hulp van coaching aan te passen in plaats van te kiezen voor het zwaarste middel van een ontslag op staande voet, aldus nog steeds [eiser]. Tot slot wijst [eiser] erop dat geen sprake is geweest van hoor en wederhoor, waardoor zij niet heeft kunnen uitleggen wat de reden van haar uithaal is geweest.
5.5.
De kantonrechter is met 2-Contact van oordeel dat de gedragingen van [eiser] wél een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren en dat van 2-Contact niet verlangd kon worden in plaats daarvan een verbetertraject aan te bieden. Daarbij neemt de kantonrechter allereerst de aard en de ernst van de uitlatingen in ogenschouw. De kantonrechter is van oordeel dat deze uitlatingen, die [eiser] nota bene binnen zes maanden na indiensttreding heeft gedaan richting haar leidinggevenden, alle fatsoensnormen te buiten gaan. De gekozen bewoordingen zijn zowel beledigend, ongepast als discriminatoir en daarmee onacceptabel. Dat [eiser] niet bekend was met de (onder 2.3 genoemde) gedragscode, beleid en protocol van 2-Contact maakt dit niet anders. De uitlatingen zijn van dien aard dat het ook zonder die regels voor werknemers duidelijk moet zijn dat dergelijke uitlatingen niet getolereerd worden. De kantonrechter heeft verder in de beoordeling betrokken dat [eiser] op geen enkel moment spijt van haar gedragingen heeft betuigd en dat [eiser], nadat zij tussen 20:18 en 20:41 uur vier beledigende chats had gestuurd, circa twee uur later opnieuw een (zelfs nog verwerpelijker) beledigend chatbericht heeft gestuurd. Dat [eiser] niet eerder zulke uitlatingen heeft gedaan en het in die zin een eenmalig incident betrof, zoals door haar is aangevoerd, doet aan de ernst van haar gedragingen niet af.
5.6.
Het verweer van [eiser] dat de uitlatingen in een emotionele opwelling zijn gedaan, wordt verworpen. De kantonrechter vindt dit vanwege het tijdsverloop tussen de verschillende chats (de eerste chat van 20:18 uur en de laatste van 22:42 uur) niet aannemelijk.
5.7.
De kantonrechter oordeelt verder dat niet is komen vast te staan dat [eiser] met haar uitlatingen heeft gereageerd op onheus gedrag van [betrokkene 1] en [betrokkene 3]. [eiser] heeft hierover ter zitting toegelicht dat het videovergadering als excuus is gebruikt om haar mondeling te kunnen ‘aanpakken’ en dat daarbij ook opmerkingen over [eiser] Hindoestaanse accent en burgerlijke staat zijn gemaakt. 2-Contact heeft dit echter gemotiveerd weersproken, waarna [eiser] haar stellingen niet van een nadere onderbouwing heeft voorzien. De kantonrechter vindt dat uit de overgelegde chatberichten kan worden afgeleid dat de videovergadering wel degelijk was geïnitieerd om [eiser] nadere feedback te geven over het meegeluisterde telefoongesprek met de klant. [eiser] had in de chat immers (op geïrriteerde toon) aangegeven dat zij de reeds ontvangen feedback niet duidelijk vond, waardoor niet onbegrijpelijk is dat [betrokkene 1] [eiser] ‘live’ wilde spreken. Uit niets blijkt dat [betrokkene 1] en [betrokkene 3] dit gesprek vervolgens hebben gebruikt om [eiser] ‘de oren te wassen’ en opmerkingen te maken over haar verloving met een Arabier en haar Hindoestaanse accent. [betrokkene 1] (bevestigd door [betrokkene 3]) heeft dat in haar verklaring ook gemotiveerd weersproken. [betrokkene 1] geeft daarin onder meer aan dat zij tot het videogesprek niet eens wist dat [eiser] van Hindoestaanse afkomst is en dat [eiser] helemaal geen Hindoestaans accent heeft. Overigens heeft ook de kantonrechter ter zitting geen accent bij [eiser] kunnen waarnemen. Gelet op al het voorgaande acht de kantonrechter de door [eiser] geschetste gang van zaken niet aannemelijk.
5.8.
Dat [eiser] haar uitlatingen heeft gedaan onder invloed van privé-gerelateerde stress waarvoor 2-Contact onvoldoende oog heeft gehad, is evenmin komen vast te staan.
2-Contact heeft betwist dat zij bekend was met stressklachten, hetgeen door [eiser] niet is weersproken. Ter zitting heeft [eiser] haar stelling naar aanleiding van een vraag van de kantonrechter terzake ook niet nader toegelicht; zij heeft slechts aangegeven dat zij gezonde stressklachten ervaart. Dat enkele gegeven vormt echter geen rechtvaardiging voor het door [eiser] vertoonde gedrag.
5.9.
Ook de andere door [eiser] aangevoerde omstandigheden (goed functioneren, ingrijpende gevolgen van ontslag en het ontbreken van een hoor-wederhoor) leiden niet tot de conclusie dat het ontslag op staande voet ongeldig is.
Nog daargelaten dat het goede functioneren van [eiser] (gelet op wat 2-Contact daar tegenin heeft gebracht) niet is komen vast te staan, rechtvaardigt ook dit niet het door [eiser] vertoonde gedrag. Voor wat betreft de gevolgen van het ontslag geldt dat deze beperkt zijn doordat de arbeidsovereenkomst per 30 november 2022 al van rechtswege zou aflopen en (2-Contact onweersproken heeft aangevoerd dat) de arbeidsmarkt momenteel gunstig is. [eiser] heeft ook geen (andere) persoonlijke omstandigheden naar voren gebracht die aan een geldig ontslag op staande voet in de weg staan.
Ten aanzien van het verweer van [eiser] dat geen hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden, stelt de kantonrechter stelt voorop dat er geen wettelijke verplichting bestaat voor een werkgever om de werknemer voor het ontslag op staande voet te horen. In dit geval stonden de door [eiser] verzonden chatberichten vast. Vervolgens heeft 2-Contact [eiser] in een persoonlijk (telefoon-)gesprek toegelicht waarom ze haar op staande voet ging ontslaan. Zowel [betrokkene 5] als Boutchi hebben verklaard dat [eiser] in dat gesprek ook de gelegenheid heeft gekregen/genomen om op de aantijgingen te reageren.
Naar het oordeel van de kantonrechter is hiermee in voldoende mate invulling gegeven aan het beginsel van hoor en wederhoor. Voor zover er al sprake zou zijn van schending van hoor en wederhoor, heeft [eiser] bovendien niet onderbouwd op welke wijze zij hierdoor in haar belangen is geschaad, bijvoorbeeld welke reactie van haar op het voornemen tot ontslag zou hebben geleid tot een andere beslissing. Dit verweer van [eiser] gaat dan ook niet op.
Conclusie
5.10.
De conclusie is dat de arbeidsovereenkomst door het ontslag op staande voet op
15 september 2022 rechtsgeldig is geëindigd. De door [eiser] verzochte vernietiging van dat ontslag wordt daarom afgewezen. Er hoeft niet te worden beoordeeld of een billijke vergoeding moet worden toegekend. [eiser] heeft namelijk verzocht om vernietiging van het ontslag en dat is niet gewijzigd in een verzoek om toekenning van een billijke vergoeding.
5.11.
[eiser] heeft subsidiair verzocht om 2-Contact te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding en een transitievergoeding. Toekenning van een gefixeerde schadevergoeding is niet aan de orde, nu de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd door het ontslag op staande voet. Ten aanzien van de transitievergoeding geldt dat deze, op grond van artikel 7:673 lid 7, onderdeel c, BW niet is verschuldigd, indien het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer gaat om bijvoorbeeld de situatie waarin de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt, of de situatie waarin de werknemer controlevoorschriften bij ziekte herhaaldelijk, ook na toepassing van loonopschorting, niet naleeft en hiervoor geen gegronde reden bestaat (zie:
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 39). De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven, omdat daarvoor een dringende reden aanwezig was. Hoewel een dringende reden niet zonder meer samenvalt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, leveren de feiten en omstandigheden die de dringende reden vormen in dit geval ook een dergelijke ernstige verwijtbaarheid op. Immers, die feiten en omstandigheden zijn van dien aard dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen of nalaten van de werknemer dat, mede gezien de voorbeelden genoemd in de wetsgeschiedenis, als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Dat betekent dat de transitievergoeding niet verschuldigd is en het verzoek van [eiser] zal worden afgewezen.
5.12.
De kantonrechter ziet ook geen reden om de transitievergoeding aan [eiser] toe te kennen met toepassing van artikel 7:673 lid 8 BW. Volgens dit artikel kan de kantonrechter de transitievergoeding in afwijking van artikel 7:673 lid 7, onderdeel c, BW toekennen, indien het niet toekennen ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Hetgeen [eiser] heeft aangevoerd is in dit verband onvoldoende om de transitievergoeding toe te kennen. Dat betekent dat de kantonrechter de transitievergoeding niet kan toekennen en het verzoek van [eiser] zal worden afgewezen.
Geen voorlopige voorziening
5.13.
Er is geen reden meer om een voorlopige voorziening te treffen, omdat in deze beschikking al een beslissing wordt gegeven in de hoofdzaak.
Proceskosten
5.14.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser], omdat zij ongelijk krijgt. Het verzoek van 2-Contact om [eiser] in afwijking van de forfaitaire vergoeding te veroordelen om de werkelijk gemaakte proceskosten te betalen, wordt echter niet gehonoreerd. De kantonrechter overweegt dat proceskosten als uitgangspunt met een forfaitair bedrag volgens het Liquidatietarief worden vergoed (artikel 237-240 Rv). Afwijking daarvan is slechts in uitzonderlijke gevallen gerechtvaardigd, namelijk in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door artikel 6 EVRM. De kantonrechter is van oordeel dat een dergelijke uitzonderingssituatie zich hier niet voordoet. Het verzoek van 2-Contact zal daarom worden afgewezen. [eiser] zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 747,00 aan salaris gemachtigde.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst het verzoek af;
6.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van 2-Contact tot en met vandaag vaststelt op € 747,00 aan salaris gemachtigde.
6.3.
verklaart deze beschikking voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. M. Woerdman, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Ter zitting is door de gemachtigde van [eiser] het verzoek tot wedertewerkstelling ingetrokken.
2.HR 8 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:203, rov. 3.5.1.