Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
NS Reizigers B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, heeft de kantonrechter op 14 december 2022 een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen NS Reizigers B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, NS Reizigers B.V., vertegenwoordigd door de Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V., had een vordering ingesteld op basis van een reisovereenkomst. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 7 september 2022 de eisende partij de gelegenheid gegeven om haar vordering nader toe te lichten, wat heeft geleid tot een akte op 5 oktober 2022.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de reisovereenkomst onder de uitzondering van artikel 6:230h lid 5 van het Burgerlijk Wetboek valt. Dit houdt in dat de overeenkomst tot stand komt op het moment dat de reiziger instapt en eindigt bij het uitstappen. De eisende partij heeft voldoende bewijs geleverd dat voldaan is aan de informatieplichten zoals voorgeschreven in dit artikel, waardoor een bedrag van € 93,63 aan reiskosten toewijsbaar is. Daarnaast zijn ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente toegewezen.
De gedaagde partij is grotendeels in het ongelijk gesteld en is veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De kantonrechter heeft de kosten voor de genomen akte voor rekening van de eisende partij gelaten, omdat het aan haar te wijten was dat deze extra akte nodig was. In de beslissing heeft de kantonrechter de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van in totaal € 133,63, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten vastgesteld op € 272,22. Het vonnis is uitgesproken door mr. I. de Greef in aanwezigheid van de griffier.