Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verdere procesverloop
2.De verdere beoordeling
daadwerkelijkbij de gedaagde partij in rekening zijn gebracht. Bij de toetsing van het krediet gaat het om het moment van aangaan van de overeenkomst.
Rechtbank Noord-Holland
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 december 2022 uitspraak gedaan in een verstekvonnis. De eisende partij, Incasso Partners B.V., heeft een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die niet is verschenen. De zaak betreft een kredietovereenkomst waarbij de eisende partij stelt dat er sprake is van een uitzondering op de informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek (BW) en de Wet op het financieel toezicht (Wft). De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis de eisende partij de gelegenheid gegeven om haar vordering nader toe te lichten, met name met betrekking tot de informatieplichten van artikel 7:60 BW en de kredietwaardigheidstoets van artikel 4:34 lid 1 Wft.
In de akte van 16 november 2022 heeft de eisende partij betoogd dat er een uitzondering van toepassing is, omdat bij het aangaan van het krediet en bij tijdige betaling geen rente of andere kosten in rekening worden gebracht. De kantonrechter heeft deze argumentatie echter verworpen. Hij oordeelt dat de gedaagde partij bij de totstandkoming van de overeenkomst akkoord is gegaan met de Algemene voorwaarden van Klarna, waarin is vastgelegd dat bij late betaling kosten in rekening kunnen worden gebracht. De kantonrechter benadrukt dat het bij de toetsing van het krediet gaat om het moment van aangaan van de overeenkomst, en dat de stelling van de eisende partij dat de bedongen incassokosten niet onder de kosten van het krediet vallen, niet kan worden gevolgd.
De kantonrechter concludeert dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de eisen van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en artikel 21 Rv. Hierdoor wordt de vordering afgewezen en wordt de eisende partij in de proceskosten veroordeeld, die voor de gedaagde partij op nihil worden vastgesteld. De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Kruithof en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.