Op 15 december 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door zes verzoekers, vertegenwoordigd door gemachtigde E. Stoop. Het verzoek was gericht tegen mr. M.H. Affourtit-Kramer, de rechter die betrokken was bij verschillende bestuursrechtelijke zaken. De verzoekers voerden aan dat de rechter vooringenomen was, omdat zij tijdens een zitting had verwezen naar een bestemmingsplankaart en daarbij stellig haar standpunt had ingenomen. De verzoekers vreesden dat deze houding zou leiden tot een nadelige beslissing in de hoofdzaken, die betrekking hadden op het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen.
De rechter heeft schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en ontkende enige partijdigheid. Tijdens de zitting had zij de bestemmingsplankaart besproken en aangegeven dat zij deze na de zitting opnieuw zou bekijken. De wrakingskamer heeft de argumenten van de verzoekers en de rechter zorgvuldig gewogen. Volgens de wrakingskamer was er geen sprake van vooringenomenheid, aangezien de rechter haar lezing van de bestemmingsplankaart had voorgelegd aan de partijen om hen de kans te geven hierop te reageren. De wrakingskamer concludeerde dat de rechter zich nog geen definitief oordeel had gevormd en dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was.
De wrakingskamer heeft uiteindelijk besloten het verzoek tot wraking af te wijzen, waarbij zij benadrukte dat wraking niet kan dienen als een rechtsmiddel tegen onwelgevallige beslissingen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.